Dit essay begint bij toeval op een middag in augustus 2018 in het Wilhelminapark in Utrecht. Ik bezocht daar een meet-up van een groepje Volt-leden. De partij bestaat op dat moment in Nederland nog maar een paar maanden en is van plan mee te doen aan de Europese verkiezingen van mei 2019. Ik ben sceptisch: de partij lijkt op D66 en het is niet duidelijk wat het voordeel is ‘een Europese partij’ te zijn. Er is reden te denken dat dit een partij is zoals wel vaker partijen worden opgericht: een groep enthousiaste mensen begint, maar loopt snel tegen grote problemen aan: gebrek aan geld, vrijwilligers en media-aandacht. Na deze middag was mijn gedachte dat dit waarschijnlijk de enige keer was dat ik Volt-leden had ontmoet. Het liep anders.
In de beginperiode sprak ik meerdere keren met Reinier van Lanschot, destijds lijsttrekker voor de Europese verkiezingen. Ik ontmoette bij een verkiezingsdebat tevens de nummer twee, Nilüfer Gündogan, en zat een paar maanden later op een terras met haar en de latere fractievoorzitter Laurens Dassen. Toen de partij bij de Europese verkiezingen geen zetels haalde, leek het einde nabij, maar dat bleek wederom verkeerd gedacht: een kleine twee jaar later werd Volt met drie zetels gekozen in de Tweede Kamer. Mijn kritiek was nog steeds hetzelfde: de partij lijkt op D66 en de voordelen van ‘een Europese partij’ zijn onduidelijk. Na de overwinning stroomden duizenden leden toe en was er meer reden dan ooit Volt intensiever te gaan volgen.
Er ontstonden veel mogelijkheden om Volt te leren kennen. Ik volgde de uitbouw van de partij in verschillende gemeenten, waaronder de lijsttrekkersstrijd tussen twee kandidaten in Amsterdam en een aantal avonden waar Utrechtse leden bijeenkwamen om kandidaten te selecteren en input te geven voor het verkiezingsprogramma. Ik was bij een online sessie over de gecancelde verkiezingsdeelname in de gemeente Den Haag en volgde een online partijcongres van de afdeling Amersfoort. Deze periode bekeek ik meer online bijeenkomsten, waaronder congressen en bijeenkomsten om kennis te maken met lokale kandidaten. Ik sprak met bestuurders van afdelingen in Midden-Holland, Twente, Arnhem en Nijmegen.
Volt kreeg tien gemeenteraadsfracties in verschillende grote steden. Ik was meerdere keren bij Volt in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven, waar verschillende activiteiten voor leden werden georganiseerd. Tevens was ik bij avonden in Haarlem en Leiden, al zit de partij daar niet in de gemeenteraad. Ik was ook aanwezig bij congressen van Volt Nederland in Den Bosch, Utrecht en Den Haag en bezocht sessies op het partijkantoor over de strategie van Volt en kennismakingen met de kandidaten voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement. Bij vrijwel al deze bijeenkomsten deed ik live verslag via Twitter en schreef er achteraf een analyse over.
Ik bezocht drie congressen van Volt Europa: in oktober 2021 in Lissabon, in juni 2023 in Boekarest en in november 2023 in Parijs. Tijdens de coronacrisis volgde ik twee Europese congressen online, inclusief enkele online sessies waarin met kandidaat-bestuursleden kon worden kennisgemaakt. De ontmoetingen op de Europese congressen maakten het mogelijk ook bestuursleden, kandidaat-bestuursleden en ex-bestuursleden van Volt Europa te spreken, net als leden uit andere landen dan Nederland. In Brussel interviewde ik de enige Europarlementariër van Volt, Damian Boeselager. Ook bezocht ik een congres van Volt België, waar ex-D66’er Sophie in ’t Veld werd verkozen tot lijsttrekker in het Vlaamse kiesdistrict.
In de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2019 interviewde ik lijsttrekker Reinier van Lanschot en bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 Nilüfer Gundogan. Voor de gemeenteraadsverkiezingen maakte ik een serie interviews met de nummers twee in de deelnemende gemeenten: Itay Garmy (Amsterdam), Marlies Neutkens (Arnhem), Inge Vossen (Den Bosch), Jorrit Treffers (Delft), Inge Teklenburg (Eindhoven), Linda Wissink (Enschede), Laura Smit (Maastricht), Tim Kind (Rotterdam), Charlotte Passier (Utrecht) en Annajorien Prins (Zwolle). Zij werden allen in de gemeenteraad verkozen met uitzondering van Vossen en Prins. Smit besloot haar zetel niet in te nemen. Vossen werd later alsnog Statenlid in Noord-Brabant.
Naast deze interviews en observaties is voor dit essay gebruik gemaakt van documenten van Volt die vrijwel altijd publiek beschikbaar zijn. Gedurende het onderzoek is bijgehouden wie er voor Volt actief zijn in binnen- en buitenland. In mijn onderzoek keek ik ook naar de kwestie waarmee Volt het meest in het nieuws kwam: het conflict met Nilüfer Gündogan. Dit geschil komt alleen zijdelings in dit essay voor, omdat mijn kernvraag een andere is: wat betekent het dat Volt ‘een Europese partij’ is? Die vraag staat los van de crisis rond Gündogan, al vertelt die zaak ons wel veel over de stabiliteit, organisatie, cultuur en professionaliteit van de partij.
Amsterdam, 11 maart 2024
Chris Aalberts