Rotterdamse crisis: op Zuid hebben burgers geen volksvertegenwoordigers

Een bijzondere avond op een van de meest haveloze plekken van het land. We zijn woensdagavond in de Tarwewijk, een van de armste buurten van Rotterdam Zuid. We zijn te gast in de Redeemed Christian Church of God (RCCG). Hier vindt een omgekeerd verkiezingsdebat plaats, zo staat in de aankondiging. Burgers zitten op het podium en geven hun mening over de politiek, politici zitten in de zaal en luisteren naar wat hun potentiële stemmers te vertellen hebben. Een bijzonder experiment.
De RCCG kun je vanaf de straat niet goed zien liggen. Het is een bungalow of garage-achtig gebouw in een binnentuin die via een smalle gang is verbonden met de straat. Er hangen wat muurversieringen, er is een klein podium en er staan wat stoelen. Een Rotterdamse gemeenteraadskandidaat van de ChristenUnie vertelt dat er veel meer van dit soort ‘migrantenkerken’ zijn in Rotterdam. Hij is de tweede op de kandidatenlijst en hoopt dat de mensen in deze en andere kerken op zijn partij gaan stemmen.
Hiermee zijn we eigenlijk al meteen bij de essentie van deze avond: bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer ging 77% van Nederland stemmen, in Rotterdam 64% en in dit deel – Charlois – maar de helft. Bij de gemeenteraadsverkiezingen ligt de opkomst nog veel lager. Nergens is de kloof tussen burgers en politiek zo groot als hier. Misschien is het handig als de politiek eens naar de burger komt luisteren in plaats van andersom. En verrek, dat is precies het idee van deze avond.
Hoge drempels
D66 heeft een behoorlijke delegatie gestuurd: een kandidaat voor de Tweede Kamer en twee raadsleden. Andere partijen steken er schril bij af. Er zijn raadsleden van de ChristenUnie en GroenLinks en commissieleden van CDA en SP. De hele rechterflank van de Rotterdamse politiek laat de avond aan zich voorbijgaan. Dat is vooral opvallend omdat die politieke flank in Rotterdam relatief groot is. Opeens begrijp je de logica van de ChristenUnie: als je hier stemmers kunt mobiliseren, win je de verkiezingen.

Vijf vrouwen van kleur wisselen elkaar op het podium af. Ze praten veelal over hun betrokkenheid bij de kerk en hebben ook hun weg naar de politiek gevonden. Dat ging met vallen en opstaan. De eerste vrouw probeert in haar kerk anderen te overtuigen dat ze moeten stemmen omdat ze anders geen recht van spreken hebben. De tweede vrouw is slachtoffer van het toeslagenschandaal en is haar vertrouwen in de politiek kwijt, maar ze probeert toch de moed erin te houden. Er zit volgens haar niets anders op.
Weer een andere vrouw vertelt dat ze niet uit een politiek geïnteresseerd milieu komt, maar toch actief is geworden. Dat zouden meer mensen moeten doen. De vierde vertelt dat de drempel om iets in de politiek te gaan doen enorm hoog is. Ze vraagt zich af of politici weten dat veel jongeren zich niet eens realiseren dat ze politiek actief kunnen worden en zich verkiesbaar kunnen stellen. De laatste vrouw is na veel vrijwilligerswerk in een wijkraad terechtgekomen.
Liever samenwerken
Het gesprek duurt zo’n vijf kwartier en is inzichtgevend voor iedereen die niet begrijpt waarom de opkomst in sommige wijken extreem laag is en dat politiek het domein van universitair opgeleiden is geworden. Meerdere sprekers klagen over twee dingen: de taal die voor een gemiddelde burger nauwelijks te volgen is en het feit dat politici vooral ruzie maken, bezig zijn hun eigen puntjes te scoren en niet samenwerken om problemen op te lossen. Veelzeggend dat rechts hier niet is, bromt een aanwezige.
Dat politiek voor velen te moeilijk is, wordt al snel duidelijk. Een SP-commissielid klaagt over het beleid van Schoof. Een vrouw in het publiek zegt dat de SP’er wel praat over medemenselijkheid, maar dat zijn partij ten tijde van het toeslagenschandaal ook zelf aan tafel zat. De debatleider begint te corrigeren: de SP zat niet in de regering. De SP’er begint uit te leggen dat Renske Leijten het toeslagenschandaal juist aan de orde stelde. Toch blijft in de lucht hangen welke rol de SP nu precies heeft gespeeld.

Dan volgt een gekke draai: opeens gaat het over institutionele oplossingen voor de enorme vertrouwenskloof. Een vrouw denkt dat politici voordat ze in de Tweede Kamer komen ervaring moeten opdoen in de wijkraad, zodat ze weten wat er lokaal speelt. Een vreemde suggestie, al is het maar omdat er alleen in Rotterdam gekozen wijkraden zijn. Toch illustreert het idee perfect hoe groot de afstand tussen politiek en bewoners is. Kennis van de problemen van gewone mensen, daar kun je veel politici niet op betrappen.
Immense afstand
We horen nog een oplossing: raadsleden moeten meer tijd krijgen voor hun werk: ze zouden eigenlijk fulltime aan de slag moeten in plaats van een paar dagen per week. Dit sluit aan bij het idee dat de politiek niet aan burgers moet vragen om naar de Coolsingel te komen, maar dat politici zelf maar eens naar diezelfde burgers toe moeten gaan. Wederom een aanwijzing dat de afstand tot de politiek immens is, de drempel te hoog en dat men hier op Zuid nooit een politicus ziet.
Alsof de afstand tussen burgers en politiek nog niet groot genoeg is, luisteren we nog even naar de politici die aan het eind van de avond mogen reageren op wat ze hebben gehoord. Ze praten vijf keer zo lang als de rest. Iedereen zegt lessen te hebben geleerd, waarna de SP’er weer een politiek verhaal begint over asociaal beleid. Zijn pleidooi heeft geen relatie met wat er is besproken, hetgeen slechts suggereert dat hij niet geluisterd heeft of daar sowieso niet toe in staat is.
Hier op Zuid leer je: in de slechtste wijken van het land heeft men helemaal geen volksvertegenwoordigers. Politici kunnen zich maar nauwelijks inleven in deze kiezers, spreken hun taal niet en snappen ook niet dat de waarden van kiezers anders zijn dan die van hen: problemen oplossen, samen schouders eronder en niet hakketakken over kleine verschillen. Wie ook maar in staat is een klein deel van deze mensen aan te spreken, wint elke verkiezing.
Voorspelling: vrijwel niemand is daartoe in staat.
Beeld: Tarwewijk in Rotterdam Zuid, bord RCCG, debatzaal. Foto’s: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.