Ingrid Coenradie wordt vast wethouder in Barendrecht (of ergens anders)

Hoe zorg je ervoor dat je geen politieke eendagsvlieg bent? Dat is de vraag die Ingrid Coenradie moet beantwoorden, nu ze geen staatssecretaris meer is en de politiek nog niet wil verlaten. Ze kan nadat ze Geert Wilders publiekelijk tegensprak niet meer terecht bij de PVV en zegt dat ook niet te willen. Met Haagse ambities kan ze ook niet terug naar de lokale partij – Leefbaar Rotterdam – waar ze begon. Dat zou sowieso een degradatie zijn voor een politica die de laatste tijd door velen werd geprezen. Wat nu?
Natuurlijk kunnen we ons afvragen hoe terecht al die lofprijzingen zijn. Je zou kunnen denken: Coenradie deed als PVV-staatssecretaris gewoon haar werk en het is heel gezond dat Wilders vanuit zijn eigen gelederen een keer tegenspraak heeft gekregen. Het is ook mooi dat heel Nederland heeft gezien dat hij zich in mensen kan vergissen: Coenradie leek een goede keus, maar dat was ze overduidelijk niet. Ze bleek immers te constructief en wilde kwesties oplossen in plaats van ze op de spits te drijven.
Tegelijk is de track record van Coenradie minimaal: nog geen jaar staatssecretaris en slechts twee thema’s waar het grote publiek haar van kent: haar persoonlijke verhaal over een aanranding en haar pogingen een oplossing te vinden voor het cellentekort. Wat haar bredere politieke agenda is weten we niet goed, of ze echt competent is is een raadsel en dus ook of het logisch is te hopen dat ze een nieuwe episode aan haar politieke carrière kan toevoegen.
Eigen partij
Veel partijloze politici die landelijk actief willen blijven beginnen voor zichzelf. Er zijn succesvolle voorbeelden zoals Geert Wilders, maar vooral mislukkingen zoals Jan Roos, Hero Brinkman, Rita Verdonk, Wybren van Haga en vele anderen. Niet zo gek dat Coenradie niet overweegt een eigen partij op te richten, maar met allerlei partijen in gesprek is. Eigen partijen mislukken meestal en op de rechterflank is het landschap sowieso overvol. Wat zou Coenradie toe kunnen voegen?
Zo komen bestaande partijen in beeld. Er werd even geroepen dat Coenradie misschien NSC zou kunnen leiden, maar dat leek niet erg serieus. De meest relevante partij lijkt JA21, vooral om de negatieve reden dat men daar weinig bekende gezichten heeft en dat Coenradie net als Joost Eerdmans een connectie heeft met Leefbaar Rotterdam. Maar Eerdmans is door het bestuur al als lijsttrekker naar voren geschoven en dus moet Coenradie sowieso tweede viool spelen.
Of derde natuurlijk, want welke partij het ook wordt: overal zijn kapers op de kust. Bij verkiezingen zijn de partijgenoten van Kamerleden opeens concurrenten geworden: wie komt het hoogst op de lijst te staan? Het is een continue zorg: plaatst de partijtop nieuwe namen bovenaan de lijst omdat men vernieuwing wil of een populaire figuur kan kandideren? Het betekent sowieso dat alle andere kandidaten een plaats lager komen te staan. Het kan je zomaar je zetel kosten.
Plaatsje zakken
Hoeveel zin zouden bestaande partijen hebben om Coenradie op de kandidatenlijst te zetten? Misschien dat men dat her en der wel ziet zitten omdat ze wat extra stemmen trekt, al is dat hoogst onzeker. Of andere kandidaten dit leuk vinden is een hele andere zaak: waarschijnlijk niet. Bij JA21 wil Annabel Nanninga vast weer – net als in 2023 – op de tweede plek. Waarom zou ze die afstaan aan Coenradie? Plek 3 of 4 dan? Ook voor die posities heeft JA21 genoeg mensen die zichzelf geschikter vinden.
Zo is de conclusie ontnuchterend: Coenradie heeft het als staatssecretaris niet slecht gedaan en misschien is ze een aanwinst voor de Haagse politiek, maar zomaar bij een partij aansluiten is een potentiële bron van spanningen omdat het de ambities van partijgenoten frustreert: zij zitten al jarenlang op hun beurt te wachten. De partijtop moet wel heel zeker zijn dat Coenradie een stemmentrekker is om haar te kandideren. Verrassing: juist die garantie ontbreekt.
Wat blijft er dan voor Coenradie over? De afgelopen jaren zijn er in veel gemeenten lokale partijen op de rechterflank ontstaan, die nooit met elkaar een landelijke band zijn aangegaan omdat men op rechts nu eenmaal nooit samen optrekt. Die lokale partijen hebben na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 regelmatig wethouders nodig, competente bestuurders zijn lastig te vinden en er is ook niet altijd veel animo voor zo’n baan. Volop vacatures dus.
Zo kan Ingrid Coenradie zomaar eindigen in – pak hem beet – Barendrecht.
Beeld: Ingrid Coenradie in de Tweede Kamer. Still van YouTube.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.