Als politici elders volle zalen trekken, waarom dan niet in Nederland?

Het was een spontaan idee. Kemal Rijken stelde me afgelopen zomer voor mee te gaan naar de VS voor de campagne voor de presidentsverkiezingen. Het leek me interessant, het paste in mijn agenda en dus reisden we ruim twee weken door de VS. Toen zei Kemal: we gaan ook de Duitse verkiezingen verslaan. Leuk idee en een stuk dichterbij. Wel zo praktisch. Toen we in de auto naar Berlijn zaten, zei Kemal: in mei zijn er verkiezingen in Suriname. Ook interessant.
Zo versloeg ik drie keer buitenlandse verkiezingen in een jaar tijd. Er zijn enorme verschillen: de Amerikaanse verkiezingen zijn een mediaspektakel en een gespreksonderwerp in de Nederlandse talkshows, de Duitse verkiezingen krijgen veel minder aandacht dan ze vanwege de intensieve relatie met Duitsland verdienen en over de Surinaamse verkiezingen hoor je alleen iets in de laatste dagen van de campagne. Zoveel interesse als de VS oproept, zo lauw zijn de reacties bij verkiezingen elders.

Al deze verkiezingen zijn een spiegel voor Nederland. Wij hebben een bepaalde traditie van het voeren van verkiezingscampagnes, maar is die wel zo vanzelfsprekend? Hoe doet men dit elders? Over de campagnes in de VS hebben we allemaal wel een mening, maar over die in Duitsland en Suriname niet of nauwelijks. Ik heb een eenduidige conclusie voor u: de overeenkomsten tussen deze landen zijn best groot, maar Nederland wijkt er behoorlijk van af.
Drie scenes
We waren in Kalamazoo, een kleine stad in Michigan, ten westen van Detroit. Kamala Harris kwam spreken in een ijshockeyhal. Er stonden zesduizend mensen te joelen en te klappen voor een hele berg aan sprekers, die allemaal wilden dat Harris de verkiezingen zou winnen. De klap op de vuurpijl was Harris zelf, maar vooral ook voormalig first lady Michelle Obama. Iedereen enthousiast, zwaaiend met lichtjes en eindeloos klappend en juichend, al moest men uren op Harris en Obama wachten.
Een paar maanden later waren we in Langenhagen, een onbeduidende plaats in de buurt van Hannover, die vooral bekend is van een groot vliegveld. In een enorm hotel kwamen de christendemocraten samen. Dit was de campagneaftrap van CDU-lijsttrekker Friedrich Merz, destijds een onbekende naam in Nederland, maar toen al de belangrijkste kandidaat voor het bondskanselierschap. In de zaal zaten ruim duizend mensen die een uur lang naar zijn speech kwamen luisteren, plus wat andere sprekers.

Vorige week waren we in Wanica, een district op steenworp afstand van Paramaribo. We stonden in een openluchthal van de ABOP, de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij: een schepping van vicepresident en oud-guerrillaleider Ronnie Brunswijk. Popsterren krijgen een lauwere ontvangt. Brunswijk kwam als een koning binnen, sprak de tienduizend aanwezigen meer dan een uur toe en allerlei artiesten voegden zich bij hem. De menigte was zo groot dat er een lokaal verkeersinfarct ontstond.
Verschil met Nederland
Dat er in Amerika grote politieke bijeenkomsten zijn voor een massapubliek, dat wisten we al. In Duitsland bestaan ze echter ook. Toenmalig Groenen-leider Robert Habeck kreeg in Stuttgart een hal met duizenden mensen vol. Op een vroege zondagochtend hetzelfde fenomeen bij de FDP in een dorp. Kemal zei: jammer dat deze campagne in de winter plaatsvindt, anders waren dit volle stadspleinen geweest. In Suriname kon het allemaal wel buiten: steeds honderden, zo niet duizenden mensen.
In Nederland bestaan dit soort bijeenkomsten niet of nauwelijks. De enige uitzonderingen zijn een reeks meetups van Jesse Klaver van jaren geleden en een theatertour van Thierry Baudet, toen FvD nog niet was geïmplodeerd. Andere partijen denken niet eens aan deze optie. Niet zo gek: Nederlanders komen niet op politieke bijeenkomsten af, dus er is geen aanbod. Of komen Nederlanders niet op bijeenkomsten af omdat ze niet worden georganiseerd? Bij Klaver en Baudet zaten de zalen vol.

Deze zalen zijn geen detail, maar onderdeel van iets groters: de politieke cultuur. Bekijk een willekeurige straat in het buitenland tijdens de verkiezingsperiode en je struikelt letterlijk over de posters en verkiezingsborden. Of je in de VS bent, in Duitsland of in Suriname maakt niets uit. Het belangrijkste verschil is hooguit dat het in Suriname vaak vlaggen in plaats van borden zijn. In Nederland hebben partijen te weinig vrijwilligers om borden te plakken dus regelen de gemeenten het maar.
Televisiecampagnes
Het verschil is duidelijk: in Nederland vinden verkiezingscampagne in de media plaats, niet op straat of in congreszalen. Het zegt alles over de bereidheid van burgers om zich in partijen te verdiepen, daar actief voor te worden en er tijd in te steken. Maar ook partijen gaan niet vrijuit: het zegt alles over de vraag of zij bereid zijn hun nek uit te steken en te proberen echt het land in te gaan, hun visie te vertellen aan een kritisch publiek en direct feedback te krijgen, al is het maar door het uitblijven van applaus.
In Nederland voeren politici op televisie een paar debatten, vullen de talkshowtafels, twitteren wat en dan hebben ze hun plicht wel weer gedaan. Het maakt in Nederland talkshowredacties essentieel om verkiezingen te winnen en bepaalde kandidaten – zie Caroline van der Plas – op te stuwen in de vaart der volkeren, terwijl die steun oppervlakkig is en binnen de korte keren weer is verdwenen. Was het niet handiger geweest als Van der Plas met haar visie in het hele land de boer op was gegaan? BBB was nooit verder gekomen dan één zetel.

Iedereen die klaagt over de kloof met de burger, moet dit in zijn oren knopen: die kloof kan alleen kleiner worden met een andere politieke cultuur, waar politiek een rol speelt in de gemeenschap, in het dagelijks leven en op straat, niet alleen op televisie en Twitter. Politici horen hun kiezers in de ogen te kijken en vrijwilligers te mobiliseren om op straat voor hen campagne te voeren. En burgers moeten de interesse hebben om naar politici te komen luisteren en ook zelf tijdens de campagne actief te worden.
Zolang dat allemaal niet verandert, kun je eindeloos blijven kletsen over een kloof.
Beeld: Zaal bij Friedrich Merz in Langenhagen, zaal bij Kamala Harris in Kalamazoo, zaal bij Ronnie Brunswijk in Wanica, poster van Die Linke, posters in de VS. Foto’s: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.