Surinaamse politici zijn vrijwel immuun voor kritiek, dat loopt zelden goed af

Hoe de politiek van Suriname te begrijpen? Tijdens een reis van twee weken deed ik een poging deze politiek te doorgronden. Laten we gewoon beginnen bij de aankomst op vliegveld Zanderij, een uur rijden ten zuiden van Paramaribo. Bij het wachten op de bagage viel de stroom uit. Het is bewijs wat voor land Suriname is: een ontwikkelingsland, of zoals opvallend veel mensen de afgelopen weken zeiden: een derdewereldland. En ik maar denken dat die terminologie achterhaald was.
De rit naar Paramaribo verloopt soepel, maar in de stad gaat het mis. Het heeft flink geregend en hele stukken straat staan blank. Het gaat hier niet om kuilen die met water zijn gevuld: het water staat zo hoog dat je je afvraagt of het de auto niet binnenstroomt. Misschien moet men in Suriname wat beter werken aan de afwatering? De plassen schijnen deels het gevolg van klimaatverandering, waardoor er soms in korte tijd heel veel regen naar beneden komt. Maatregelen? Niets van te merken.
Ministeries branden af
In Paramaribo zitten we in een hotel tegenover een gebouw waarop staat dat het onderdeel is van het ministerie van onderwijs. Dit langgerekte witte gebouw met twee etages heeft luiken die naar beneden lijken te vallen. Het geheel kan wel een verfje gebruiken, zacht gezegd. Dit ministerie is redelijk representatief voor vele andere. Nog niet zo lang geleden vlogen twee soortgelijke gebouwen in brand. Het lijkt een kwestie van tijd voordat dit ook bij andere ministeries gebeurt.
Zo kunnen we nog wel even doorgaan: de weg naar Nickerie is soms slecht begaanbaar, de scholen zien er slecht onderhouden uit, het openbaar vervoer is minimaal en in sommige wijken zie je diepe armoede, in het centrum volop verslaafde zwervers. Redenen genoeg te kijken hoe de politiek deze problemen aanpakt. Belangrijk dat kiezers een weloverwogen stem uitbrengen. Helaas: als je de verkiezingscampagne volgt raak je langzaam de hoop kwijt dat er iets gaat veranderen.

De Surinaamse politiek is op het eerste gezicht simpel: er is een parlement, de Nationale Assemblée, die uit 51 zetels bestaat. Hier zaten de afgelopen jaren zes partijen in. Het parlement kiest de president. Er zijn ook districten en gemeenten, al hebben die laatsten een andere naam. Er is weinig geld en dus ligt het voor de hand vooral naar de landelijke politiek te kijken, legt een lokale politicus me uit. Op lokaal niveau wil men wel allerlei problemen aanpakken, maar er is standaard geen geld.
Politieke partijen
Tussen welke partijen kunnen Surinamers kiezen? In Nederland kennen we slechts de NDP van wijlen Desi Bouterse. Deze partij was tussen 2010 en 2020 aan de macht en daarna was de schatkist leeg. De burgers waren het bestuur toen zo zat dat ze concurrent VHP in het zadel hielpen. Zo werd Chan Santokhi president. Zijn partij was nooit de grootste geweest, vertelt een man me bij een verkiezingsdebat. Dat mensen VHP gingen stemmen betekende dat ze het echt zat waren.
De NDP is bijzonder: dit is een partij voor alle Surinamers. De visie van de partij is dat Suriname aan staatsvorming moet doen, afscheid moet nemen van het koloniale verleden en een eigen koers moet varen, onafhankelijk van andere landen, met name Nederland. Het was onder andere deze visie die Desi Bouterse populair maakte en die ervoor zorgde dat de betrekkingen met Nederland jarenlang tot een minimum beperkt bleven. Bouterse is ondertussen dood, maar zijn visie waart nog steeds rond.

De andere partijen zijn etnisch. Santokhi’s VHP is voor Hindoestanen, een van de grootste bevolkingsgroepen. Deze groep kwam naar Suriname na de afschaffing van de slavernij, toen Nederland arbeiders nodig had. Ze zijn nooit slaven geweest. Veel andere volkeren in Suriname waren dat wel: creolen en Marrons bijvoorbeeld. Al deze groepen hebben hun eigen politieke partij die voor hun belangen opkomt. Zo wijkt het politieke landschap van Suriname enorm af van wat we in Nederland gewend zijn.
Grote gevolgen
Deze manier van politiek bedrijven heeft in combinatie met urgente maatschappelijke problemen enorme gevolgen. We zien dit bij de partij van Ronnie Brunswijk. Hij is in Nederland bekend als oud-hoofd van het jungle-commando tijdens de binnenlandse oorlog, in Suriname als de laatste vicepresident. Brunswijk leidt de marron-partij ABOP. Bij de campagneafsluiting somt hij een enorme hoeveelheid standpunten op: beter onderwijs, betere zorg, betere infrastructuur en ga zo maar door.
Het eerste wat opvalt: de hoeveelheid beloften is zo immens dat het onzinnig is te denken dat Brunswijk dat allemaal ooit kan realiseren, laat staan op korte termijn. In Suriname lijkt niemand er echt om te malen dat hij grotendeels gebakken lucht verkoopt. Er is iets anders aan de hand: het gaat er helemaal niet om of deze beloften waarheid worden, het gaat om de toezegging van Brunswijk dat hij zich zal inspannen. Dat is voldoende, want zijn etnische achterban gelooft hem op zijn woord.

Brunswijk is in Nederland en Frankrijk veroordeeld voor cocaïnesmokkel. In Nederland hebben we daar een mening over, de achterban van Brunswijk heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Voor hen telt dat Brunswijk in het verleden heeft geleverd: er kwamen nutsvoorzieningen in de slechte buurten waar veel Marrons wonen. Niet zo gek dat zij denken dat Brunswijk aan hun kant staat en dat hij zaken voor ze zal realiseren, al zal dat ongetwijfeld niet voor al zijn standpunten gelden.
Onderling wantrouwen
Een paar dagen eerder waren we bij Pertjajah Luhur (PL) van Bronto Somohardjo. Dit is een partij voor Javanen en je raadt het al: hier hoorden we voor driekwart precies dezelfde beloften als die Brunswijk deed aan de Marrons. Er moet beter onderwijs komen, de kosten voor levensonderhoud moeten naar beneden en veiligheid is ook heel belangrijk. In Nederland zou je zeggen: al die partijen lijken inhoudelijk sterk op elkaar en kunnen dus wel fuseren, maar dat is buiten de etnische groepen gerekend.
De vraag is niet of ABOP en PL verschillende standpunten hebben, maar of je als Marron de PL kunt vertrouwen en andersom als Javaan de ABOP. Het antwoord is grosso modo nee, omdat partijen de neiging hebben de eigen achterban voor te trekken, zoals vele Surinamers het zeggen. Meest tastbaar is dat bij prominente politici die baantjes uitdelen. Ze doen aan friends and family. Dit zijn altijd nadrukkelijk mensen uit de eigen etnische groep. Waarom zou je stemmen op een club die je eigen groep discrimineert?

Hoeveel vertrouwen kan een Javaan in Brunswijk hebben? Hoe zeker kunnen creolen zijn dat de Hindoestaanse VHP hun belangen behartigt? De vraag stellen is hem beantwoorden. Onderling wantrouwen zit in het systeem ingebakken, niet alleen omdat partijen vooral voor hun eigen achterban preken, maar ook omdat ze die zichtbaar bevoordelen. Je kijkt als marron wel uit om op Santokhi te stemmen. Brunswijk is per definitie een beter alternatief.
Friends and family
Deze etnische politiek leidt tot een gebrek aan inhoudelijke keuzes, een gebrek aan wezenlijk politiek debat en misschien nog wel het belangrijkst: een gebrek aan verantwoording. Politici hoeven zich in dit systeem nauwelijks te verantwoorden om de simpele reden dat ze sowieso de meeste stemmen van hun eigen etnische groep binnenharken. Tegelijk zijn grote groepen kiezers op voorhand onbereikbaar. Zo is er geen prikkel tot serieuze programmaontwikkeling.
Met corruptie, vriendjespolitiek en gebrek aan transparantie komt het niet zomaar goed. In Suriname heeft men het steeds over friends and family die zouden worden bevoordeeld, maar vaak zijn beschuldigingen vaag. We zien dat bij een Marron-dorp in Paramaribo, waar de suggestie is dat de VHP deze mensen via een corrupte procedure probeert weg te jagen. Die stelling is nauwelijks te controleren en dat hoeft ook helemaal niet: het verhaal moet slechts aansluiten bij al bestaand wantrouwen.

Zo’n verhaal lijkt vooral te kloppen omdat andere vriendjespolitiek open en bloot plaatsvindt: de VHP deelt fietsen uit aan aanhangers. Deze actie haalde de Nederlandse media, maar een ernstiger voorbeeld niet: de overheid deelt in Nickerie gratis grondcertificaten uit. Alleen de regerende VHP kan dat doen. Een partijmedewerker zegt dat dit bij een overheidsbijeenkomst gebeurt en dat dit dus niet partijpolitiek is. Een pertinente leugen: in dezelfde bijeenkomst worden VHP-politici uitgebreid geprezen. Deugt zo’n partij?
Het antwoord is: voor Hindoestanen wel.
Volop beloftes
Natuurlijk moet Suriname van corruptie en vriendjespolitiek af, zo zegt eigenlijk iedereen. De kiezers weten inmiddels wel beter: dit is al honderden keren beloofd en het ging steeds mis. Zo komen we op de vraag wat de controle op de politiek is. Bij alle evenementen zien we cameraploegen van websites en televisiestations. Aan de hoeveelheid media ligt het niet, wel aan de kwaliteit ervan. Bij debatten zien we moderatoren die niet doorvragen. Een veeg teken dat journalisten zichzelf vooral als doorgeefluik zien.
Lijsttrekkers drukken bij debatten hun snor, krijgen niet het vuur aan de schenen gelegd en praten over stellingen waar iedereen het mee eens is. Ze vertellen over vage plannen die onbetaalbaar zijn en journalisten laten dat meestal begaan. In Suriname zit er nauwelijks straf op: politici krijgen toch wel steun van een groot deel van hun eigen etnische groep. Zo zijn zij vrijwel immuun voor kritiek: die komt niet van de eigen achterban en van politieke tegenstanders is die irrelevant. Veel media zijn tamelijk kritiekloos.

Kunnen wij vanuit Nederland misschien iets betekenen? Nou nee, want kritiek uit het buitenland levert boze blikken op, met name als die uit ons land komt. Dat is een vorm van kolonialisme. Tegenwoordig maken Surinamers zelf wel uit hoe ze bestuurd willen worden, zeggen ze. Dat spreekt natuurlijk voor zich. Er zit weinig anders op dan hen veel succes te wensen met al die politici en partijen die grotendeels immuun zijn voor kritiek. Dat loopt alleen zelden goed af.
Beeld: Poster van Jennifer Simons, klaslokaal in Lelydorp, poster van Chan Santokhi, Ronnie Brunswijk bij campagnebijeenkomst, poster van Bronto Somohardjo, fietsenactie van VHP, journalisten bij president Santokhi. Foto’s: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.