Voormalig LPF-Kamerlid weet eigenlijk ook niet wat het Fortuynisme inhield

Voor een avond die vanwege bedreigingen is verplaatst, is het wel heel rustig. De Jonge Fortuynisten komen op de sterfdag van Pim Fortuyn samen om over het Fortuynisme te praten. Eigenlijk was de bijeenkomst in Leiden, maar na bedreigingen is een andere locatie gezocht. Er staat een beveiliger bij de deur voor een bijeenkomst van een slordige vijftien mensen, inclusief de sprekers. De vrouw achter de bar vraagt me de naam van de kroeg niet te noemen. Vanzelfsprekend.
23 jaar na zijn dood heeft Fortuyn nog steeds een schare fans, maar bij het grote publiek is de desinteresse toegeslagen. De bedreigingen stonden in De Telegraaf, maar ze hebben niet tot meer aanwezigen geleid. Misschien ligt het aan de inhoud? Het is maar hoe je het bekijkt: de spreker is een totale onbekende, maar heeft tegelijk een uniek verhaal. Hij heet Fred Schonewille, een van de 26 mensen die na de dood van Fortuyn in de Tweede Kamer mocht plaatsnemen.
Schonewille is een vijftiger die een bescheiden indruk maakt. Hij roerde zich eigenlijk nooit: niet toen hij in de Tweede Kamer zat en ook niet daarna. Hij gaat vermoedelijk vrijwel anoniem door het leven, zonder de ballast van toen. Waarom hij deze avond toch over zijn ervaringen komt vertellen is een raadsel. Geen van de aanwezigen vraagt het hem en Schonewille zegt er uit zichzelf ook niets over.
Sollicitatiebrief
Schonewille kwam na de moord op Fortuyn in de Kamer en acht maanden later was het avontuur alweer voorbij. Hoe kwam hij op de kandidatenlijst van de LPF? Het oud-Kamerlid was destijds notaris en nooit politiek actief geweest. Hij vond de politiek saai, want het was de tijd van Paars. Hij stuurde Fortuyn een brief dat hij wel op de kandidatenlijst wilde. Achteraf bleken er nog negenduizend mensen te hebben gesolliciteerd. Een andere briefschrijver zit in de zaal: de latere FvD-partijbestuurder Henk Otten.
Deze avond horen we waarom Otten niet en Schonewille wel de Kamer haalde. Schonewille belde de secretaresse van Pim. Ze heette Baukje en zou zijn brief onder de aandacht van Fortuyn brengen. Zo geschiedde en binnen de kortste keren zat Schonewille op de bank bij de LPF-leider. De belangrijkste reden waarom Otten geen Kamerlid werd? Hij belde Baukje niet op.
Schonewille ging op zaterdagen op cursus bij Fortuyn, die continu riep dat er eenheid moest zijn. Het oud-Kamerlid zegt dat hij toen al kon zien dat niet alle kandidaten even geschikt waren, al zaten er wel een paar goede mensen tussen. Het waren grotendeels opportunisten die de LPF als een kans zagen om in de Tweede Kamer te komen. Dat was hij zelf natuurlijk ook, geeft het gewezen Kamerlid toe. Toch was hij ook anders: hij was vooral inhoudelijk gedreven, horen we.
Hard werken
Na de verkiezingen wisten Kamerleden van andere partijen hoe het parlementaire werk eruitzag, maar de LPF’ers moesten het nog helemaal zelf uitzoeken. Dat was vragen om ongelukken. Zo had je Harm Wiersma die volgens Schonewille niets kon weggooien en daardoor min of meer ingesneeuwd raakte in de stukken. Volgens het oud-Kamerlid gingen de LPF’ers verder wel serieus aan het werk, al ging dat met vallen en opstaan. Schonewille werkte in die tijd samen met Boris Dittrich van D66.
Schonewille denkt dat de mensen bij de LPF tegen elkaar zijn opgezet door de buitenwacht. De Kamerleden van andere partijen hebben gezien dat de LPF ondanks alle problemen aan het werk was gegaan en een bedreiging vormde. Dat was heel beangstigend voor de gevestigde orde. In ‘het systeem’ speelt men normaliter elkaar de baantjes toe, weet het oud-Kamerlid, maar daar zou met de nieuwe partij weleens een einde aan kunnen komen.
De media hebben eveneens een kwalijke rol gespeeld, vindt Schonewille. Er was veel sensatiejournalistiek en dan stonden er dertig journalisten voor de deur. Eigenlijk was de fractie hard aan het werk, maar dat heeft het grote publiek nooit gezien omdat dit achter de schermen gebeurde en de media alleen geïnteresseerd waren in de ruzies. Het was allemaal beslist anders verlopen als Fortuyn was blijven leven, aldus Schonewille, die en passant meldt dat sommigen in hem een goede fractievoorzitter zagen.
Niet goed ingevoerd
Deze avond moet gaan over het Fortuynisme, maar wat dat is blijft een raadsel. Schonewille wil er wel over kwijt dat Fortuyn over kernthema’s goed had nagedacht, zoals migratie en een kleinschalige overheid. Maar verder? Fortuyn was niet in alle dossiers goed ingevoerd. Schonewille denkt dat het Fortuynisme tegenwoordig vaak met de mond wordt beleden, maar dat het niet zo duidelijk is wat het precies is. Voor Schonewille ging het om de inhoud van een van Fortuyns boeken. Daar stond een goede analyse in.
Schonewille ontwaart overeenkomsten tussen de LPF van toen en de SGP van nu, maar niet op alle punten. Ook Forum heeft wel een poging gedaan het Fortuynisme een vervolg te geven, denkt hij. Let op: we hebben het nog steeds over een ideologie waarvan Schonewille zelf niet kan zeggen wat die nou eigenlijk inhield. Volgens hem had minister Herman Heinsbroek de nieuwe leider moeten worden. Dat Heinsbroeks ruzie met Eduard Bomhoff het begin van het einde inluidde, zegt hij er niet bij.
Het oud-Kamerlid spreekt drie kwartier. Best lang voor iemand die niet in staat blijkt een serieuze reflectie te geven op de implosie van de LPF en vooral niet op zijn eigen rol. Eigenlijk lag het allemaal aan anderen: de gevestigde partijen en de media. De LPF-Kamerleden waren hardwerkende lieden, al noemt hij ze op een ander moment opportunisten, net als hijzelf. Maar hij was zelf wel echt anders omdat het hem om de inhoud ging waarvan hij inhoudelijk niet in staat is die te beschrijven.
Als je na 23 jaar nog steeds niet kunt zeggen wat het Fortuynisme is, hou er dan gewoon over op.
Beeld: Fred Schonewille (rechts) bij de Jonge Fortuynisten. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.