Een PVV-doelgroep die niet ‘teruggaat’ naar GroenLinks-PvdA

Velen denken dat fabrieksarbeiders niet bestaan in ons land, laat staan dat er sprake is van een arbeidersklasse. Nederlanders zijn immers steeds hoger opgeleid, werken vooral op kantoor en fabrieken zijn vaak geautomatiseerd of naar het buitenland vertrokken. De vraag of er nog Nederlandse fabrieksarbeiders bestaan is echter eenduidig met een ja te beantwoorden, zo laat Fabian Dekker in Fabriekswerk zien. Het zijn er ruim 344.000. In de industrie werken in zijn totaliteit in Nederland nog steeds 847.000 mensen (2022).
Dekker gaat in zijn boek in gesprek met twintig fabrieksarbeiders. Representatief voor de totale groep zijn ze niet, maar dit onderzoek geeft wel een helder beeld. Ze werken onder meer in de meubel- en verpakkingsindustrie, de vleesverwerking, de vliegtuigbouw, de grafische industrie en de scheepsbouw. Ze zijn bijna allemaal man en hebben soms een migratieachtergrond, maar lang niet altijd. Ze doen dit werk vanuit een intrinsieke overtuiging: ze voelen zich thuis in de fabriekshal.
Doelgroep van de PVV
Waar fabrieksarbeiders op stemmen is niet onderzocht, maar ze blijken een doelgroep van de PVV. Ze gaan vaak al op jonge leeftijd werken in de industrie. De veranderingen op de arbeidsmarkt zijn niet aan hen voorbijgegaan: ze verliezen grip op hun werk omdat banen verdwijnen, een proces dat al jaren bezig is en eigenlijk nooit is gestopt. De globalisering en technologische ontwikkelingen veranderen hun werk, waar ze met nostalgie over praten. Lekker sleutelen aan machines.
Dekker heeft het over ‘dalingsangst’: fabrieksarbeiders denken niets te kunnen doen aan de ontwikkelingen die hun werk wegnemen en denken na over de gevolgen die dit zal hebben. Tegelijk zien ze een gebrek aan waardering. De vraag komt op of er een relatie is tussen dat gebrek aan waardering en politieke voorkeuren. Uit onderzoek blijkt dat als mensen last hebben van economische onzekerheid, de kans dat ze op radicaal rechts stemmen toeneemt. Dekker schrijft:
‘Politieke opvattingen van fabrieksarbeiders kunnen vooral worden begrepen vanuit een hoge beroepstrots en een combinatie van dalingsangst en het gegeven dat fabrieksarbeiders langzaam maar zeker een beetje lijken te zijn vergeten in publieke, politieke en academische verhandelingen.’
Een blik naar links
Dit boekje van Dekker is erg dun, maar de relevantie is enorm. In het publieke debat wordt deze groep werknemers grotendeels vergeten, terwijl deze behoorlijk groot is. Even de kiesdeler erbij pakken: die bedraagt een kleine 70.000 stemmen, wat betekent dat mensen die in Nederland in een fabriekshal staan goed zijn voor vijf zetels in de Tweede Kamer, als we alle werknemers in de industrie meenemen ruim twaalf. Erg veel voor een groep die onzichtbaar is.
Zie hier weer een probleem van de nieuwe combinatie GroenLinks-PvdA: hier wordt gedaan alsof lage en middeninkomens en milieubescherming dezelfde strijd zijn. Nou ja, niet helemaal: fabrieksarbeiders horen ongetwijfeld op papier tot de doelgroep van de PvdA, maar niet tot die van GroenLinks, waar men industrie in Nederland liever uitfaseert: te vies, te dichtbij woningen en te slecht voor het klimaat. Tja, dan raken de mensen uit het boek van Dekker hun baan kwijt.
Een betere illustratie van een gebrek aan waardering is er natuurlijk niet. Zo kun je beredeneren dat de kans dat deze groep weer richting een centrumlinkse partij beweegt, door de fusie van GroenLinks en PvdA kleiner wordt. En dat terwijl het al lastig was deze mensen te bereiken, want ook de PvdA heeft nog maar nauwelijks een band met mensen in uitvoerende beroepen. Wordt dat beter door te fuseren met een partij die het klimaat op één zet? Bij de PVV zijn ze altijd welkom.
Beeld: omslag boek Fabian Dekker (bewerkt).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.