Waarom noemde Wilders Kaag een heks? De pers wast zijn handen in onschuld

Voor de meest bijtende kritiek op de journalistiek moet je bij buitenstaanders zijn die vriendelijk klinken en bedachtzaam hun woorden kiezen. Men neme een docent van een Amsterdams gymnasium die naast zijn baan boeken schrijft over het taalgebruik van politici. Twee jaar geleden bracht Robbert Wigt al een succesvol boek uit over Mark Rutte en nu is er een vervolg: Kopvoddentaal over de retoriek van Geert Wilders. Deze week was de boekpresentatie in Nieuwspoort.
De uitgever spreekt een zaaltje met een kleine twintig mensen toe. Het boek had vanwege de actualiteit haast, zegt hij. Zo lijkt het er bijna op dat de uitgever ervan uitgaat dat de PVV binnenkort implodeert. Wigt is duidelijk geïnspireerd door de wetenschappelijke taal- en letterkunde en wil zijn lezers graag meer taalbewustzijn bijbrengen, vertelt hij. Dit zijn de redenen om niet te komen met een lange wetenschappelijke verhandeling, maar met een vlot geschreven stuk van zo’n honderd pagina’s.
Emeritus hoogleraar Ton van Haaften neemt het eerste exemplaar in ontvangst. Hij ontwaart twee debatstijlen: de redelijke en de onredelijke. Voor de meeste politici vormt de zogeheten ‘redelijke debatstijl’ nog steeds het uitgangspunt: anderen met argumenten overtuigen. Deze debatstijl ontspoort weleens, maar is toch de norm. Wilders doet het omgekeerde: hij is onredelijk en is daar werkelijk een meester in. Zo laat hij vooral zien dat hij anders is dan de rest.
Repliek is lastig
Wigt wil een verklaring vinden voor het succes van Wilders, zo vertelt hij. Het is erg moeilijk om Wilders van repliek te dienen. Toch geeft dit boek daar een paar tips voor, als een soort zelfhulpboek voor Kamerleden en ministers. Van Haaften is het niet met Wigt eens: het is niet moeilijk om van Wilders te winnen, het is onmogelijk. Wilders speelt immers een ander ‘taalspel’. Het enige wat er tegen zijn debatstijl gedaan kan worden is ingrijpen door de Kamervoorzitter. Maar die doet in de regel niets.
Iemand uit het publiek wil weten welke politicus Wilders het beste van repliek kan dienen. Rutte kon dit vrij redelijk, maar verder heeft Wigt eigenlijk geen voorbeelden. Dilan Yesilgöz doet een poging, maar het betaalt nog niet erg uit. Frans Timmermans lukt het ook maar matigjes. Iemand die dit overduidelijk ook niet kon, was Sigrid Kaag. Ze schreef ooit een opiniestuk over ‘intimiderende en beledigende retoriek’. Wilders reageerde daar op Twitter op met het woord ‘heks’.
Zie hier de effectiviteit van Wilders: niemand kan zich herinneren dat Kaag ooit dat opinieartikel schreef, maar iedereen weet wel dat de PVV-leider zijn D66-collega een heks noemde. Wilders staat garant voor krantenkoppen, aldus Wigt. Zo horen we in een vriendelijk, neutraal geformuleerd zinnetje hoe het zit: de retoriek van Wilders hoeft helemaal niet effectief te zijn, het is maar waar de journalistiek de schijnwerper op wil zetten. Dat kan anders, maar je moet het wel willen.
Beeld: Kopvoddentaal van Robbert Wigt. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.