De Universiteit Leiden legt uiterst rechtse studentenpartijtjes geen strobreed in de weg

Waarom zouden we ons druk maken over de opkomst van de Vrijmoedige Studentenpartij (VSP)? De partij is vertegenwoordigd in universitaire raden van de Universiteit Utrecht en de VU, doet mee aan de verkiezingen aan de Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen en zoekt kandidaten bij de UvA. Dat het om een uiterst rechts partijtje gaat, moge duidelijk zijn: de initiatiefnemers zijn allemaal FvD-fans en hebben uiteenlopende uiterst rechtse contacten in Europa.
Het is niet echt een aantrekkelijk vooruitzicht dat straks een uiterst rechtse studentenpartij in allerlei medezeggenschapsorganen is vertegenwoordigd. Zo vindt de VSP het geen probleem intolerante meningen over LHBT’s te verkondigen en de hele wetenschappelijke staf verdacht te maken alsof docenten aan politieke indoctrinatie zouden doen. Misschien is het een idee om eens na te denken of zo’n club in de universitaire medezeggenschap thuishoort?
Die gedachte kwam op bij Michel Vermeer (DSP-SC), een van de studenten in de Leidse Universiteitsraad. Hij wil van het College van Bestuur weten hoe men aankijkt tegen het idee om kandidaten en partijen de basisbeginselen van de Universiteitsraad te laten ondertekenen voordat ze mee mogen doen aan de verkiezingen. In zo’n – o.a. door mij gesuggereerde – verklaring zou bijvoorbeeld kunnen staan dat kandidaten tegen discriminatie zijn. Is het College bereid zich daarvoor in te zetten, wil Vermeer weten.
Geen uitsluiting
Deze maandagmiddag was de overlegvergadering van de Leidse Universiteitsraad met het College van Bestuur. Een van de onderdelen is dat het College dit soort door leden ingediende vragen beantwoordt. We luisteren naar Collegevoorzitter Annetje Ottow. Haar antwoord op Vermeers vragen is kort: het uitgangspunt is dat het kiesstelsel voor de Universiteitsraad en de faculteitsraden democratisch is. Het programma van een deelnemende partij kan geen reden voor uitsluiting zijn.
De Universiteitsraad kent inderdaad het uitgangspunt van non-discriminatie en dat betekent dat als leden zich hier niet aan houden, ze daarop kunnen worden aangesproken. Dat is aan de leden van de raad, aldus Ottow. Daarmee zijn verdere maatregelen overbodig, waaronder het tekenen van een verklaring, want alles staat al in de wet en in de gedragsregels. Daar moeten leden zich gewoon aan houden. Het College van Bestuur kan verder geen beperkingen opleggen.
Een docent uit de Universiteitsraad meldt dat er wel een kader is waarbinnen je partijen kunt uitsluiten, waaronder extreemrechts en extreemlinks. Daar kun je de kiescommissies op laten controleren. Het College zegt niet in de bevoegdheden van die commissies te willen treden. Uitsluiten kan niet zomaar, want dan moeten er ook beroepsprocedures komen. De vice-voorzitter van het College – Timo Kos – vraagt zich schertsend af of het onduidelijk is dat iedereen zich aan de wet moet houden.
Erg ingewikkeld
In Leiden gebeurt dus niets aan de komst van de VSP. Kos noemt het ‘ingewikkeld’ en vindt dat er een zwaarwegende onderbouwing moet zijn om partijen uit te sluiten. Vermeer vraagt zich ondertussen af waarom er niet proactief wordt gehandeld. Er waren vorig jaar ook al problemen toen de uiterst rechtse studentenvereniging GNSV bij de introductieweek meedeed aan een informatiemarkt. Omdat die markt ‘inclusief’ zou zijn, mocht GNSV daar reclame maken.
Onwillekeurig dwalen je gedachten af naar Leonie de Jonge, tegenwoordig hoogleraar in Duitsland, waar universiteiten als doel hebben extreemrechts tegen te gaan, waar in Nederland wetenschappers al snel ‘te activistisch’ worden gevonden. Zo gaat dat dus in Leiden: men wil ‘neutraal’ zijn. Het maakt daarom niet uit welke ideologieën op een informatiemarkt worden gepresenteerd en welke politieke stromingen in de Universiteitsraad zitten. Waarom zou je überhaupt moeten nadenken over de opmars van uiterst rechts?
Het is deze houding die ervoor zorgde dat in Leiden een hele vakgroep kon bestaan die uiterst rechts gedachtengoed ontwikkelde, met onder andere Paul Cliteur en Thierry Baudet. Je zou ook kunnen vinden dat het uitmaakt waar de universiteit voor staat en dat nadrukkelijk naar voren brengen, al is het maar puur symbolisch. Als de wet je enige richtsnoer is, is je morele norm in de praktijk te laag, krijgt uiterst rechts overal de kans zich te profileren en verzaak je je maatschappelijke taak.
Daar hebben ze in Leiden toch al ruime ervaring mee, zou je denken, maar men heeft er niets van geleerd. Wat zal uiterst rechts blij zijn met zo’n College van Bestuur.
Beeld: Academiegebouw Leiden. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.