De fusie van GroenLinks-PvdA is niet goed of slecht, maar irrelevant

Het was deze week druk in Tivoli/Vredenburg. Jesse Frederik en Jesse Klaver gingen in gesprek over de vraag waarom links de verkiezingen niet wint. Het ging soms impliciet, soms expliciet, over GroenLinks-PvdA. Waarom is dat niet de grootste partij? Frederik presenteerde allerlei tabellen en grafieken: culturele voorkeuren – zoals klimaat en migratie – worden in het stemhokje steeds belangrijker, economische vraagstukken minder. Links is economisch populair, cultureel niet. Voilà, de verklaring.
Klaver en Frederik overvoerden de zaal met feiten en argumenten over wat links op dit moment doet of zou moeten doen, misverstanden wat links wil en niet wil en dat alles op een hele reeks aan thema’s. Het ging over Nederland als technocratie waar regels de woningbouw beperken, de sturende rol van de overheid bij zorg en openbaar vervoer, en natuurlijk migratie, van asielzoekers tot arbeidsmigranten. Een hele reeks beleidsopties – al dan niet populair – passeerde de revue.
Interessante stof tot nadenken, maar onbevredigend. Dit gesprek baseerde zich grotendeels op expertise, grafieken en tabellen. Niet alleen de problemen, maar ook de publieke opinie werd vervat in percentages. Het is gemakkelijk hierin een afstandelijke, empirisch-analytische wetenschapsopvatting te herkennen waarin op basis van getallen wordt gezocht naar oorzaken en gevolgen van allerlei trends. De onderzoeker kijkt objectief naar de kiezer en houdt daar zoveel mogelijk professionele afstand van.
Mensen begrijpen
Dit is een hopeloze zaak: er zijn altijd meerdere verklaringen tegelijk, ook voor de teloorgang van links of de vraag waarom GroenLinks-PvdA niet de grootste is. Komt het omdat de economie niet meer belangrijk wordt gevonden? Vindt links de verkeerde dingen over migratie? Ligt het er misschien aan dat GroenLinks-PvdA te veel lijkt op het relatief impopulaire GroenLinks? Is het Timmermans? Het aantal verklaringen is eindeloos en het levert nooit een compleet beeld op.
Logischer is een andere wetenschapsopvatting te hanteren: een verstehende benadering waarbij je vanuit nabijheid en betrokkenheid probeert te begrijpen hoe de wereld van mensen eruitziet, hoe zij die ervaren, waar ze tegenaan lopen en welke problemen en oplossingen zij zelf zien. Het probleem is vanuit dat perspectief direct duidelijk: partijen als GroenLinks-PvdA zijn nauwelijks in staat hun eigen kiezers te begrijpen en dus grijpen ze terug op tabellen uit opinieonderzoek. De afstand is te groot.
Tivoli/Vredenburg kijkt naar een veelzeggend fragment: Ad Melkert interviewt Frans Timmermans in De Balie. Melkert vraagt: ‘Voor wie is die nieuwe partij er eigenlijk? Waarom is die nieuwe partij nodig?’ Timmermans vindt eigenlijk dat GroenLinks-PvdA er voor iedereen is. Nergens volgt enige referentie aan ervaringen van kiezers waarom zij een gefuseerde linkse partij nodig hebben, waarom die vanuit hun perspectief belangrijk of aantrekkelijk is of zelfs ook maar enig probleem oplost.
Buiten de bubbel
De bezwaren tegen GroenLinks-PvdA zijn vooral een gevoel. De nare vraag is: kunnen de mensen in Tivoli/Vredenburg zich hier überhaupt een voorstelling van maken? Ook in Utrecht staat iemand op en zegt dat er ‘een bubbel’ in de zaal zit. We hebben geen onderzoek nodig om te weten dat dat klopt: honderden links-liberale, grootstedelijke hoogopgeleiden. Klaver zegt vervolgens dat je de straat op moet, met mensen in gesprek, in wijken waar niet meer links wordt gestemd.
Onwillekeurig denk je: dat is nuttig, maar zou het ervan komen? We moeten dan doen wat de verstehende benadering voorschrijft: rekening houden met de lokale context. Die verschilt nogal. In Amsterdam is er een dominante PvdA en een groot GroenLinks en in de coalitie leveren ze mondjesmaat wat resultaten. Het zijn partijen met ledenvergaderingen waar tientallen mensen komen, waar men de straat op kan en daar loopt de doelgroep in grote getalen rond. Gaat best aardig.
Zou dat ook gelden in Alkmaar, Lelystad of Sittard? Of een slagje kleiner: Brunssum, Appelscha of Arkel? We weten het antwoord: GroenLinks en PvdA hebben daar geen substantieel ledenbestand waarmee je de straat op kunt om te ontdekken wat de kiezer wil. Zie hier de echte reden voor de linkse fusie: de afzonderlijke partijen kunnen lokaal nog maar weinig uitrichten. Grote steden zijn de uitzondering en juist daar woont de partijtop.
Waarom praten?
Je hoort de partijbestuurders van GroenLinks en PvdA al roepen dat de ledenaantallen groeien. Maar zelfs als die mensen meer doen dan alleen geld doneren, kunnen ze dan de band met de kiezer herstellen? Hoe zouden hun gesprekken op straat verlopen? Hoogopgeleide kosmopolieten dalen als het ware af naar een ander deel van de maatschappij om een kijkje te nemen welke problemen er zijn. Met een beetje geluk is dit gebaseerd op gemeende interesse, met een beetje pech gaat men anderen vertellen dat GroenLinks-PvdA gelijk heeft.
Stel dat de kapper en de lasser hun verhaal kunnen doen over wat hun problemen zijn. Dan kan het partijlid weer terug naar de afdeling om ‘de inzichten uit de samenleving’ te delen. Wat wel of niet interessant is aan de verhalen van de kapper en de lasser, welke problemen ‘worden meegenomen’ en welke oplossingen het overwegen waard zijn: het is allemaal aan de hoogopgeleide, grootstedelijke elites. De kapper en lasser moeten maar afwachten wat ermee gebeurt. Zou dit goed gaan?
Er is natuurlijk nooit een tijd geweest dat politieke partijen massaorganisaties waren waarvan mensen uit alle rangen en standen lid waren en samenkwamen om compromissen te sluiten over splijtende maatschappelijke kwesties. Dat beeld van de geschiedenis is onjuist en dus onzinnig, maar het is niet zo ingewikkeld om te zien dat de meeste partijen tegenwoordig alleen nog uit de maatschappelijke bovenlaag bestaan en simpelweg moeite hebben om zich tot ‘gewone mensen’ te verhouden en met ze in aanraking te komen.
Diversiteit
Waarom moet een partij die voor gewone mensen opkomt überhaupt langs de deuren om te weten wat er leeft? Het toont slechts dat partijen die band niet hebben, bevolkt worden door mensen die zelf geen problemen ervaren maar vooral namens andere mensen spreken, daarmee ook beslissend of de problemen van die mensen überhaupt de aandacht waard zijn. Aangezien al die partijleden ook zelf nog een eigen agenda hebben, weet je hoe dit afloopt.
Voor partijen zijn kiezers cijfers en men kent hun opvattingen op basis van opiniepeilingen. Die worden een beetje ingekleurd met gesprekjes op straat, zo goed en zo kwaad als het gaat, als er überhaupt een afdeling is die leden kan optrommelen om die gesprekken te voeren, de mensen op straat bereid zijn dat gesprek aan te gaan en de vragensteller een open blik heeft en niet alleen maar zijn eigen gelijk doordramt. Niet zo gek dat het meestal blijft bij cijfers uit opinieonderzoeken.
Het zou logischer zijn als linkse partijen de diversiteit van de samenleving zouden representeren en helemaal niet de straat op zouden hoeven. Als de leden uit alle hoeken en gaten van de samenleving zouden komen, weten ze gezamenlijk sowieso wat er leeft en kunnen opiniepeilers ander werk zoeken. Maar ja, de werkelijkheid staat heel ver van deze situatie af: hoogopgeleiden tasten samen in het duister waarom zoveel mensen Geert Wilders hebben gestemd.
Jouw mensen?
Kijk naar de voorstanders van de linkse fusie en je ziet het probleem in volle omvang: grootstedelijke hoogopgeleiden die graag over klimaat praten en helemaal niet representatief zijn voor de bevolking. Je hebt geen opiniepeilingen nodig om te weten dat zij geen deuk in een pakje boter slaan, behalve op het partijcongres van GroenLinks-PvdA. Elke buitenstaander ziet het: niet jouw mensen, niet jouw problemen, niet jouw taal, niet jouw belevingswereld. Ze hebben geen idee, maar ze willen wel een fusie.
Voor wie is GroenLinks-PvdA, vroeg Ad Melkert aan Timmermans. Ik heb nog wel wat andere vragen: als die partij er voor alle mensen is, waarom zijn ze er dan geen onderdeel van? Waarom moeten ‘gewone burgers’ altijd vertegenwoordigd worden door hoogopgeleiden? Waarom komen die gewone burgers niet uit zichzelf naar GroenLinks-PvdA? Welke rol spelen sfeer, gevoel, taal, kleding, toon en woordkeuze? Hoe voelt dat, als je er voor het eerst binnenloopt? Erkent GroenLinks-PvdA de eigen blinde vlekken?
Heeft Ad Melkert dan gelijk en moet men vooral niet fuseren? Mwa, de PvdA had exact hetzelfde probleem, GroenLinks idem dito. Of deze partijen nou fuseren of niet, het verandert niets van de onderliggende dynamiek. Wat dat betreft is de fusie niet zozeer goed of slecht, maar irrelevant. Is er sinds de samenwerking meer contact met gewone mensen?
Zou het misschien kunnen dat de hele focus van deze discussie de verkeerde is?
Beeld: Jesse Klaver in gesprek met Jesse Frederik. Still van YouTube.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.