In Rotterdam zie je bij GroenLinks-PvdA de eerste scheurtjes

Over een jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen en in de meeste gemeenten doen GroenLinks en PvdA gezamenlijk mee. Dat gaat mooie inkijkjes opleveren over het wel en wee van de fusie op links: is dat nou een goed idee? Een eerste verslag van de lokale fusie-perikelen verscheen dit weekend in het AD, waar verslaggever Peter Groenendijk in Rotterdam een rondgang maakte langs de politici die straks in de fusiepartij gaan samenwerken. Het eerste wat opvalt: er klinken allerlei twijfels door.
We horen PvdA-fractievoorzitter Co Engberts zeggen dat de nieuwe combinatie komend jaar de grootste zal worden. Onwillekeurig denk je: wat zou Pim ervan denken? In zijn tijd was de PvdA oppermachtig en dat veranderde door de komst van Pims Leefbaar Rotterdam. Steeds streden deze partijen wie de grootste werd. Daar is geen sprake meer van: Leefbaar heeft al die jaren stand gehouden en van de PvdA is niet veel meer over. Alleen door een linkse fusie is er een kans dat Leefbaar in 2026 wordt verslagen.
In dit mooie verslag in het AD lees je vooral één ding niet: wat is nou het dieperliggende doel van de fusie? We lezen vooral dat GroenLinks-PvdA weer de grootste moet worden. Even meedenken: er komt dan een links college en dan moet Leefbaar in de oppositie. Links zit weer in het centrum van de macht. Mooi hoor, maar de vraag is natuurlijk hoe lang dat duurt. We weten dat kiezers volatiel zijn en zo weer weglopen als er impopulair beleid komt. Dat komt er vroeg of laat altijd. Wat dan?
Betaald parkeren
Het mooie van deze Rotterdamse reportage is dat je ziet hoe deze partijfusie is een specifieke lokale context uitwerkt. In dit geval: die van de grote stad. In het artikel staan twee voorbeelden die alle alarmbellen af moeten laten gaan, maar ze hebben dat – ondanks alle twijfels die door GroenLinks’ers en PvdA’ers zelf worden verwoord – nog niet gedaan. Ze heten: betaald parkeren en diversiteit. Even afpellen.
GroenLinks wil het klimaat beschermen en de PvdA de lage inkomens. De suggestie is dat dit prima te combineren valt, maar bij betaald parkeren zien we dat dit een illusie is. GroenLinks wil zo min mogelijk auto’s en dus zoveel mogelijk betaald parkeren, terwijl de PvdA vindt dat je mensen geen auto kunt ontzeggen en dat die wel te betalen moet blijven. Dit verschil in visie ging in Rotterdam al wat langer rond, maar het is door GroenLinks en PvdA kennelijk nog niet opgelost, waarschijnlijk omdat het niet op te lossen valt.
Zeg het maar: gaan we de auto de stad uit jagen door parkeerplekken te verwijderen en tarieven te verhogen omdat het klimaat gered moet worden, of is het logischer lage inkomens ook enige luxe te gunnen en ervoor te zorgen dat de vrij basale wens van een eigen auto enigszins bereikbaar blijft? GroenLinks-PvdA is er nog niet uit, maar we kunnen wel gokken hoe het afloopt: als je in Rotterdam de grootste wilt worden en moet concurreren met Leefbaar – die de auto ongetwijfeld prima vindt – moet je lage inkomens niet pesten.
Diversiteit
In het AD lezen we een tweede kloof: diversiteit en inclusie. Er is kennelijk een lokale discussie over wie de lijsttrekker van de nieuwe combinatie moet worden. In linkse kringen gaat het gesprek dan snel over ‘de gewenste achtergrond’. Groenendijk citeert een PvdA-wijkraadslid die het allemaal wat teveel wordt. Het interesseert volgens Cor van Hulst mensen op straat helemaal niets, ‘dat LHBTI-gedoe’. Hij heeft ook geen zin in al dat gepraat of de lijsttrekker een man of een vrouw moet zijn. GroenLinks’ers trekken een vies gezicht.
Toch heeft Van Hulst in grote lijnen gelijk: diversiteit, LHBT-rechten en representatie van vrouwen zijn thema’s van de maatschappelijke bovenlaag, niet van de straat. Zie hier de culturele lading die deze thema’s hebben gekregen: als je niet wilt praten over zaken als diversiteit en inclusie is dat in de maatschappelijke bovenlaag een teken van intolerantie of achterlijkheid, terwijl mensen op straat er gewoon weinig interesse in hebben, wat niet hetzelfde is als dat ze tegen LHBT’s of vrouwen in hoge posities zijn.
Het gaat hier vooral om de vraag of diversiteit en inclusie in de etalage horen te liggen of juist niet. Bij de PvdA hoor je dat mensen gelijk behandeld moeten worden en discriminatie bestreden, maar dat je dat vooral moet doen en er niet de hele dag over moet praten. Voor veel kiezers zijn dit namelijk geen belangrijke thema’s en als je dat niet erkent, jaag je ze weg. Een diversiteitsagenda laat vooral zien dat je je eigen achterban niet begrijpt.
Hoe nu verder?
Wijkraadslid Van Hulst vertelt aan het AD dat de PvdA niet meer gezien wordt als een partij die voor gewone mensen opkomt en dat de fusie met GroenLinks dat niet beter maakt. Het contrast met de mensen op het stadhuis is gemakkelijk te verklaren: Van Hulst is wijkraadslid in Hoogvliet, een verre uithoek van Rotterdam die fysiek en cultureel ver is verwijderd van de partijtop. Bij uitstek een plek waar de PvdA veel mensen terug te winnen heeft, maar waar de afstand tot het electoraat groter is dan ooit. Veertig procent stemt er PVV.
Wat denken ze bij GroenLinks-PvdA nou eigenlijk? Welke kiezers moeten er precies naar de fusiepartij komen die nog niet op een van de twee oude partijen stemden? Het is duidelijk dat ze niet van Leefbaar zullen komen, maar eerder van SP, PvdD, Volt of D66. Of die kiezers dat gaan doen is verre van zeker. Bij verkiezingsdebatten staat de lijsttrekker van GroenLinks-PvdA straks immers te stotteren over betaald parkeren, want de programmacommissie heeft een waterig compromis bedacht. Voor autohaters is de PvdD altijd beter, voor lagere inkomens de SP.
Idee: stuur de fusie-voorstanders eens een dagje naar Hoogvliet om handtekeningen te verzamelen voor het nieuwe manifest dat er nog sneller gefuseerd moet worden. Misschien dat dat verhelderend werkt?
Beeld: Verkiezingsposter uit 2023. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.