Tijd om alle tegenstanders van de fusie op links weg te jagen

Dat de voorstanders van de fusie van GroenLinks en PvdA goede contacten bij de media hebben, is inmiddels wel duidelijk. Ze schreven een manifest om de fusie zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Het nieuws stond meteen prominent op de websites van NRC en De Volkskrant. Het manifest heeft een eenvoudige boodschap: er is nu wel lang genoeg gepraat over de samenwerking, het is tijd om spijkers met koppen te slaan en de partijen snel te laten fuseren. Even afpellen. Er zijn drie problemen.
1. Ledenorganisatie
De eerste vraag is wat er überhaupt gefuseerd moet worden. De criticasters van de fusie hebben altijd gewezen op de fuik die deze samenwerking is. Door samen te gaan werken is er eigenlijk geen weg meer terug. De belangrijkste voorbeelden zijn de fracties in de Eerste en Tweede Kamer. Deze zijn al gefuseerd en daardoor hebben de partijen geen zelfstandige zichtbaarheid meer op landelijk niveau. In het Europees Parlement geldt dat min of meer ook en in de meeste gemeenten zal dat na maart 2026 eveneens het geval zijn.
Is er niet al gefuseerd, vraag je je af. Het manifest van de voorstanders gaat over slechts één ding: de achterliggende ledenorganisaties. GroenLinks en PvdA bestaan als partijen met eigen leden nog wel. Deze toekomstige samenvoeging is het minst zichtbare deel van de fusie en ook voor kiezers het minst boeiend, maar tegelijk ook essentieel om de fusie definitief te maken. Zolang er nog twee verenigingen bestaan, zouden ze in theorie kunnen besluiten de samenwerking alsnog te beëindigen, al wordt dat inmiddels wel heel lastig.
Het idee van ontvlechting is inmiddels behoorlijk theoretisch. Nadat meerdere partijprominenten lid werden van beide partijen, werd dat voorbeeld door een onbekend aantal leden gevolgd. Niemand weet hoeveel het er zijn, maar het zouden weleens honderden of duizenden mensen kunnen zijn. Zij stemmen nu in beide partijen mee over vanalles en nog wat. Niemand heeft er zicht op, maar we weten wel dat deze dubbelleden sowieso tegen elke vorm van ontvlechting zullen zijn. Zo bezien is er geen haast met de fusie, want die komt er sowieso.
2. Beginselprogramma
Waar staat de nieuwe partij voor? Er zou een beginselprogramma moeten zijn, maar dat ontbreekt. De voorstanders zeggen in hun manifest dat dit er zo snel mogelijk moet komen. Dat klopt niet: die gemeenschappelijke basis had er allang moeten zijn. Dat is vooral belangrijk omdat een essentieel probleem nooit is opgelost: gaat het nou om klimaat of om inkomen? In de oppositie kun je prima strijden voor beide en tijdens campagnes ook, maar als je aan de knoppen zit is dat een andere zaak.
Op links hoopt men dat het kabinet-Schoof heel snel valt en dat Frans Timmermans dan premier wordt. Prima, maar dan begint de ellende pas. Dan ontdekken heel wat klimaatactivisten van GroenLinks dat de lage inkomens bij de fusiepartij voorrang hebben of merken sociaaldemocraten dat klimaat zo belangrijk is dat de armen op een houtje moeten bijten. Je ziet de concurrentie nu al lachen hoe de boel gaat ontsporen. Partijen als PvdD en SP kunnen een hoop nieuwe stemmers tegemoet zien.
Opeens denk je terug aan de brief die de tegenstanders van Rood Vooruit schreven over de ideologische grondslag van de fusiepartij. Zij willen dat die sociaaldemocratisch is en dat dat nu al wordt vastgelegd. Er is geen publieke reactie op die brief gekomen en iedereen kan wel raden waarom: omdat het helemaal niet makkelijk is een beginprogramma voor GroenLinks-PvdA te schrijven. En dat moet volgens voorstanders nu met extra haast gebeuren?
3. Weerstand
Het fusie-manifest van deze week zal ongetwijfeld door duizenden voorstanders worden ondertekend. Niemand weet wie die mensen zijn, of ze überhaupt lid zijn en van welke bloedgroep. Het zal toch weer extra druk geven om sneller stappen te zetten. Het gekke is: GroenLinks en PvdA zijn nog steeds partijen vol theoretisch opgeleiden die eigenlijk beter weten. Hoeveel organisatieadviseurs zouden er lid zijn? Het zijn er vermoedelijk honderden en die kunnen je allemaal vertellen dat fusies vaak mislukken.
Dat gebeurt omdat er niet goed is nagedacht of organisaties bij elkaar passen en omdat ze verzanden in weerstand van direct betrokkenen die niet zijn gehoord. Zij zien er de relevantie niet van in: er is iets boven hun hoofd besloten, het is een proces waar ze geen invloed op hadden en waar ze zelf nooit aan waren begonnen. Dit soort weerstand is een groot aandachtspunt als je een fusieproces ingaat. Dit wordt niet opgelost door tegenstanders via De Volkskrant en NRC te overschreeuwen.
De weerstand zal blijven, beginselen ontbreken nog steeds en ondertussen functioneren er gezamenlijke fracties. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het fusieproces nog stopt, al is het maar vanwege de dubbelleden die elke terugtrekkende beweging zullen tegenhouden. Kiezers boeit het overigens niets, want die zien steeds vaker slechts één partij, geen twee. Het enige doel wat de voorstanders nog hebben is om alle weerstand versneld te breken en alle critici weg te jagen. Zomaar een voorspelling: die missie gaat slagen.
Beeld: fusieoproep van Rood-Groen.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.