De lelijkheid achter de gloednieuwe gevels in Den Helder

Het zat er een beetje aan te komen: Den Helder werd vroeger gezien als lelijk, tegenwoordig komen architectuurliefhebbers naar de marinestad. In De Volkskrant konden we deze week lezen dat ‘de lelijkste stad van Nederland’ weer is gaan stralen. Dat is overduidelijk gelukt, want de auteur – Kirsten Hannema – is er erg enthousiast over. Dat is niet onterecht, want Den Helder is de laatste jaren zeker opgeknapt. Het probleem zit in wat Hannema negeert: de lelijkheid achter al die gloednieuwe gevels.
Eerst even de lofzang. Er zijn de laatste jaren allemaal gebouwen in Den Helder verrezen die de stad een aantrekkelijker aanzien hebben gegeven. We lezen over balkons aan de Baskeweg die uit de 3D-printer zijn gekomen en werden geïnspireerd op Gaudi. Ook zijn er flats gerenoveerd in de kleurrijke stijl van de Oostenrijkse kunstenaar Friedensreich Hundertwasser. De meeste aandacht gaat echter uit naar het centrum, waar de laatste jaren aanzienlijke verbeteringen werden doorgevoerd.

De overkappingen bij de winkelstraten zijn weggehaald, de voormalige V&D wordt omgetoverd tot een appartementencomplex, er is een foodhall in de stijl van het oude treinstation en op het voormalige Kanonnenpleintje staat nu een grand café met daarboven woningen. Eigenlijk is het maar een greep van wat er in Den Helder is gerealiseerd. Een hele uitgaansstraat wordt omgevormd tot woonstraat, een gedateerd winkelcentrum gaat tegen de vlakte, er komt een langgerekt stadspark en er komen nog heel wat woningen bij.
Een masterplan
Prima toch? Het probleem zit niet in de gebouwen, maar in de wereld erachter. Hannema vraagt zich af ‘hoe dit is gelukt’. Het antwoord is: op een manier die enorme democratische schade heeft opgeleverd, maar daar stoort De Volkskrant zich niet aan. We lezen over een masterplan uit 2007, waarmee de krimpende stad een nieuw uiterlijk moest krijgen. Dat plan was noodzakelijk en ambitieus, maar hoe is het uitgevoerd? We lezen over de Woningstichting die allerlei projecten van de grond trok.
Het verhaal van Den Helder is breder dan alleen de inspanningen van de Woonstichting en de bijbehorende vastgoedtak. Er werd ook een ontwikkelmaatschappij opgericht – Zeestad – die expliciet buiten de gemeente stond zodat de lokale politiek er niets over te zeggen had. Veel politici hebben zich in Den Helder ontwikkeld tot hindermacht. Kijk het aantal lokale partijen in de gemeenteraad er maar op na: ze zijn eigenlijk kritisch over alles. Zo renoveer je de stad niet.

Zeestad ging aan de slag en de gemeenteraad had het nakijken. Tien jaar na de start vroeg ik raadsleden wat ze daarvan vonden. Ze wisten vooral te vertellen dat ze geen invloed op het proces hadden en ook niet goed wisten hoe ze er meer grip om moesten krijgen. Je zou er het ultieme bewijs in kunnen zien dat de renovatie van Den Helder echt ‘is gelukt’: het was een proces wat de betrokkenen – nadrukkelijk die in de gemeenteraad – vooral overkwam, niet iets waar ze deelgenoot van waren.
Rob Scholte
De stadsontwikkeling in Den Helder laat zien hoe weinig grip politici – en daarmee bewoners – op hun eigen leefomgeving hebben. De Woonstichting is geen democratische organisatie, vastgoedexploitanten zijn dat ook niet. Dat geldt overal, maar in Den Helder was het net even erger: de gemeente voegde er met de provincie en de Rijksoverheid een ontwikkelingsmaatschappij aan toe. Je zou het het uitkleden van de lokale democratie kunnen noemen, maar zo wordt de renovatie nooit beschreven.
Over populistische politici – zoals die in Den Helder – is het makkelijk klagen, maar je kunt je ook afvragen of ze soms een punt hebben. Wie herinnert zich het Rob Scholte Museum nog? De kunstenaar toverde het oude postkantoor om in een museum en toen de gemeente het pand – terecht – terug wilde, stelde hij zich niet erg constructief op, to say the least. Het leverde eindeloze juridische procedures op waar niemand iets mee opschoot. Uiteindelijk moest Scholte weg en werd het museum ontruimd.

De populisten in de gemeenteraad waren allemaal op de hand van Scholte, maar ze hadden geen meerderheid. Nu is het postkantoor gerenoveerd tot een prachtig appartementencomplex met onbetaalbare woningen. Geen misverstand: het is belangrijk om hogere inkomens naar Den Helder te trekken. Tegelijk is het niet zo raar dat veel bewoners zich afvragen wat ze hier nu precies mee zijn opgeschoten.
Een stadhuis
Het stadhuis is net zo’n verhaal: een project wat aanvankelijk door de gemeente zelf werd uitgevoerd en telkens strandde, totdat het door Zeestad voet aan de grond kreeg op de voormalige Rijkswerf. Het is een mooi gebouw geworden, maar het is door een aanzienlijk deel van de gemeenteraad nooit gewild en zeker niet op die plek, waar je met het openbaar vervoer niet eens kunt komen. Waarom kon dat niet anders? Vooral omdat een deel van de mensen die erover zouden moeten gaan niets in de pap te brokkelen hadden.
Nu heeft Den Helder mooie gevels en een veel beter centrum, zeker als straks de laatste nieuwbouw- en renovatieprojecten zijn afgerond. Tegelijk zie je hoe dat proces diepe wonden heeft geslagen, waar bij veel inwoners en partijen het idee wortel heeft geschoten dat ze sowieso niets te zeggen hebben. Het is makkelijk hen weg te zetten als onconstructieve hindermacht en dat is deels nog terecht ook, maar lokale partijen met een populistisch profiel komen ook niet uit het niets. Ze hebben ergens een punt.

De hoop van de renovatie van Den Helder – die is gelukt – is kennelijk dat de gevels en de balkons blijven en dat de totstandkoming wordt vergeten. De Volkskrant doet een poging die geschiedenis te negeren en dat kan ook prima, want de gebouwen zijn werkelijk prachtig. Tegelijk worden er volgend jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen weer heel veel populisten gekozen op basis van de gedachte dat de gemeente niet naar de inwoners luistert. Hoe mooi de gevels ook zijn, het is geen resultaat om trots op te zijn.
Beeld: verkeersbord, bibliotheek, stadhuis in aanbouw, postkantoor en stadhuis. Foto’s: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.