Vier Duitse lessen voor de Nederlandse politiek

De afgelopen weken was ik elk weekend in Duitsland. Voor mijn podcast met Kemal Rijken over de Duitse verkiezingen doorkruisten we het hele land. We waren in Bottrop, Stuttgart, Chemnitz en heel veel andere steden. Je kunt denken: waarom zou je je in de Duitse politiek verdiepen? Niet alleen is Duitsland voor Nederland en Europa heel belangrijk, maar Duitsland vormt ook een goede spiegel voor Nederland. Wat kunnen we van de oosterburen leren?
Het is heus niet alleen maar rozengeur en maneschijn in de Duitse politiek, maar als je de campagne volgt krijg je grosso modo een positieve indruk. De politieke cultuur is heel anders dan bij ons. Daarom: vier Duitse lessen waar Nederland zijn voordeel mee kan doen.
1. Geen versnippering
Het Nederlandse politieke landschap is versnipperd, het Duitse niet. Er zitten vijftien fracties in de Tweede Kamer, in de nieuwe Bondsdag vijf. In Duitsland kan men zich niet eens voorstellen dat er zoveel verschillende partijen vertegenwoordigd zijn als bij ons. De reden is de kiesdrempel van vijf procent, waardoor partijen niet zomaar het parlement halen. Als we deze in Nederland zouden invoeren houden ook wij vijf fracties over: PVV, GroenLinks-PvdA, VVD, NSC en D66. Dat was het.
Er wordt in Nederland weleens gediscussieerd over een kiesdrempel om de versnippering tegen te gaan. De nadruk ligt dan vaak op het idee dat minderheden niet meer met een eigen partij in de Tweede Kamer kunnen komen. Dit heeft echter ook een positief gevolg: een drempel dwingt politici om samen te werken, omdat ze met een eigen partijtje een grote kans maken niet te worden gekozen. Zo ontstaat een landschap van grote, inhoudelijk goed te onderscheiden, intern diverse blokken.

Met een kiesdrempel was NSC vast niet ontstaan en waren de fans van Pieter Omtzigt bij het CDA gebleven. BBB ook. Op de uiterste rechterflank hadden we niet drie fracties gehad, maar eentje: de combinatie van PVV-JA21-FvD. In Nederland hebben we vaak partijen die min of meer doublures van elkaar zijn. Dat doet een enorm beroep op de media, die eigenlijk niet in staat zijn de onderlinge verschillen echt transparant te maken. Let het verschil tussen CDA en ChristenUnie maar eens uit.
2. Inhoudelijke campagne
De Duitse verkiezingscampagne oogt in alle opzichten inhoudelijker dan de Nederlandse. In Nederland is de dynamiek hopeloos: veel partijen betekent veel gezichten en die proberen allemaal op te vallen, met als gevolg een heleboel detailinformatie en human interest. Het is in Duitsland simpelweg gemakkelijker om het over de inhoud te hebben: het gaat om de verschillen tussen de grote blokken, niet over het narcisme van kleine verschillen zoals de vraag wie bij migratie net ietsje strenger is dan de rest.
In Nederland durven alleen christelijke partijen het debat aan over hun onderlinge verschillen. Door andere partijen die bij elkaar in de buurt zitten worden zulke debatten vermeden: wat is het verschil tussen BBB en PVV, behalve dat het bij BBB altijd over stikstof gaat en bij de PVV over de islam? Wat zijn de daadwerkelijke verschillen in visie, beginselen en standpunten? Het gaat er nauwelijks over omdat niemand die verschillen goed kan overzien. In Duitsland speelt dat allemaal niet: de verschillen zijn van zichzelf duidelijk.

De inhoud kun je misschien wel het beste zien bij politieke bijeenkomsten. Duitse lijsttrekkers praten regelmatig een uur tegen een zaal, zonder filmpjes, intermezzo’s of publieksvragen. Het publiek wil ook graag horen wat ze te vertellen hebben. De kortste speeches in Duitsland – van een klein half uur – zijn even lang als de langste in Nederland. Je vraagt je af of politieke leiders in Nederland in staat zijn tot het soort speeches die Duitse lijsttrekkers aan de lopende band geven.
3. Het land in
Die speeches vinden bovendien in het land plaats. Bekijk de agenda van Duitse partijen en je ziet tijdens de campagne een lange lijst bijeenkomsten waar de lijsttrekker komt spreken. In Nederland gebeurt dit niet of nauwelijks. Heel soms houdt Pieter Omtzigt een lezing en dat is het wel. In het verleden deden alleen Thierry Baudet en Jesse Klaver iets dergelijks, maar dat is alweer jaren geleden. Verkiezingscampagnes vinden in Duitsland plaats in het land, niet alleen op televisie en online.
Ook lokale kandidaten kom je letterlijk tegen. In Nederland zijn kandidatenlijsten landelijk, in Duitsland niet: hier stem je in je wahlkreis op een lokale kandidaat die ook daadwerkelijk de Bondsdag kan halen, mits deze in het district de meeste stemmen krijgt. Dit leidt ertoe dat kandidaten de boer op moeten om hun mandaat binnen te halen. In Nederland doen veel politici niet eens een poging voorkeursstemmen te krijgen. Wat dat doet met de band tussen kiezer en gekozene laat zich raden.

Het Duitse kiesstelsel is veel complexer dan het Nederlandse: stemgerechtigden hebben een stem op een lokale kandidaat en een stem die de zetelverdeling mede bepaalt. Echt transparant is dit systeem voor de buitenstaander niet, maar het heeft tot gevolg dat er in de meeste gevallen iemand uit je regio in het parlement komt, al is die misschien van een andere partij. In Nederland zijn hele regio’s waar geen enkele parlementariër vandaan komt en die daarom worden vergeten.
4. Politiek leeft
Loop in Duitsland tijdens de verkiezingscampagne over straat en je ziet overal posters met lokale kandidaten hangen. Er hangen soms meerdere borden aan één lantaarnpaal, soms elke paar meter opnieuw. In Nederland is de campagne veel minder zichtbaar. Je kunt dit zien als een detail, omdat kandidaten ook op televisie komen en kunnen twitteren, maar het illustreert ook hoe belangrijk politiek in Duitsland is, dat er wat te kiezen valt en dat er genoeg vrijwilligers zijn die die borden ook op willen hangen.
Is alles in Duitsland beter? Vast niet, maar na een paar weken Duitse politiek denk ik wel dat we qua band tussen kiezers en gekozenen echt naar de oosterburen moeten kijken. Politici zetten zich daar meer in dan hier om kiezers te bereiken en doen dat met een inhoudelijk verhaal. Dat is niet alleen maar idealisme: in het Duitse systeem is het bittere noodzaak.
Wat zou de Nederlandse politiek opknappen van een vleugje Duitse cultuur.
Beeld: posters van Die Linke, Volt, Freie Wähler en BSW. Foto’s: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.