Hoe serieus is de Volt-campagne voor de Bondsdag?

De campagne voor de Bondsdag is in volle gang. In heel Duitsland zijn partijbijeenkomsten en overal op straat hangen posters. Heel interessant, zo’n nationale verkiezingscampagne die behoorlijk anders is dan in Nederland. Een verschil springt het meest in het oog: in Duitsland bestaat een kiesdrempel van vijf procent. Bedenk maar eens hoeveel partijen in onze Tweede Kamer die niet zouden halen.
De consequentie laat zich raden: in Duitsland is het partijlandschap een stuk overzichtelijker dan bij ons. In de Bondsdag zitten zes partijen en dat vinden velen er al te veel. In Nederland kun je gemakkelijk een partij oprichten en een poging wagen om in de Tweede Kamer te komen, in Duitsland zien politici daar meestal vanaf. Er is momenteel een poging: Sahra Wagenknecht doet zelfstandig mee en haar voormalige partij Die Linke ook. In geen enkele peiling halen ze beide de Bondsdag.
Een relatief klein meningsverschil of een persoonlijke vete leveren in Nederland nieuwe partijen op die de Tweede Kamer halen. Kijk de geschiedenis van CDA, BBB en NSC er maar op na. In Duitsland is het risico om met een eigen club aan de slag gaan veel te groot en dus gebeurt het niet. Partijen zijn breder dan in Nederland, waar we voor elk verschilletje aparte partijen krijgen terwijl die voor het grootste deel hetzelfde denken: JA21, FvD en PVV zijn eveneens een voorbeeld.
Volt in Duitsland
Zo komen we bij Volt: de Europese partij die in Nederland in de Eerste en Tweede Kamer zit. Volt doet ook aan de Bondsdagverkiezingen mee. Duitsland is na Nederland het belangrijkste Volt-land. Hier zit de partij in heel veel gemeenteraden, met name in West-Duitsland. Ook heeft de partij in Duitsland drie Europarlementariërs. Dit zijn allemaal verkiezingen zonder kiesdrempel: in de deelstaten en voor de Bondsdag is die er wel en daar is Volt dan ook non-existent.
In Nederland hoor je bij Volt steeds dat partijleden een dagje gaan helpen met de Duitse campagne. Misschien is dat de verklaring dat je in heel wat steden in Duitsland posters van Volt tegenkomt. In steden als Hannover, Berlijn en Chemnitz kom je posters tegen met Maral Koohestanian, de lijsttrekker van Volt Duitsland. Verder zie je haar nergens. Geen tour door het land zoals andere lijsttrekkers, waarschijnlijk omdat Koohestanian gewoon werkt als wethouder in Wuppertal en Volt geen budget heeft.
Kijk op de website van Volt en je ziet bijeenkomsten van 1 februari jongstleden. Verder organiseert de partij drie online Zoom-sessies. Dat was het. Het is allemaal vrij onbetekenend: afgelopen weekend stond er bijvoorbeeld een standje in het centrum van Chemnitz, een plek waar Volt geen politieke aanwezigheid heeft en waar de partij ook niet populair is: hier stemmen mensen vooral AfD, een Duitse variant van Forum voor Democratie. De belangstelling voor Volt hield dan ook niet over.
Culturele onbenullen
Als je beter naar Volt kijkt, zie je geen Europees idealisme, maar onbenulligheid. Je zou denken dat een internationale partij een idee heeft van verschillen tussen landen en hoe je daarop moet inspelen. Het omgekeerde is het geval: in Nederland is het gemakkelijk een partij verkozen te krijgen met een D66-achtig programma terwijl zo’n partij allang bestaat. In Duitsland kan dat niet: de kans dat je zo’n doublure verkozen krijgt is op voorhand bijna nul. Alle partijen zijn daarom intern diverser dan bij ons.
Het opbouwen van een Europese partij heeft in Duitsland geen zin, want deze haalt de kiesdrempel toch niet. Binnen de groenen, sociaaldemocraten en liberalen tref je genoeg liberale, internationaal georiënteerde bondgenoten die Europa ook belangrijk vinden. Een aparte partij is overbodig. Het gekke is: eigenlijk weet Volt dat ook, want de campagne is – op al de verkiezingsborden na – zo goed als non-existent. Leden weten: Volts kansen liggen hooguit lokaal en in Brussel. Daar zijn nu geen verkiezingen voor.
De enigen die dit niet begrijpen zijn Nederlandse Volt-leden die zich nog nooit in andere EU-landen hebben verdiept.
Beeld: stand van Volt in Chemnitz. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.