Volt Eindhoven laat zien: versnippering moet je bestrijden
Over ruim een jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en dus staan raadsleden voor de vraag of ze wederom verkiesbaar willen zijn. Binnen niet al te lange tijd beginnen partijen immers met het maken van de nieuwe kandidatenlijsten. Deze kwestie brengt ons woensdagavond naar café het Rozenknopje in Eindhoven, waar de regionale afdeling van Volt samenkomt voor een nieuwjaarsbijeenkomst. Hier kreeg Volt in 2022 drie zetels. De raadsleden zijn vanavond allemaal aanwezig.
Na de nieuwjaarswensen vertelt raadslid Inge Teklenburg dat ze vaak de vraag krijgt of ze verder wil in 2026. Daar wil ze wel iets over zeggen, meldt ze. Het is een veeg teken dat het antwoord niet meteen ‘ja’ is. De gemeenteraad zit eigenlijk altijd in je hoofd, zegt Teklenburg, zelfs tijdens het afgelopen reces. Het is ontzettend leuk en verrijkend om raadslid te zijn, maar het is ook erg druk. Daarom twijfelt ze of ze door wil. Ze wil voorlopig nog ‘een laatste jaar knallen’.
Teklenburg hoopt dat er veel goede kandidaten komen voor Volt en dat ze zelf lager op de kandidatenlijst kan. Ze wil de volgende periode graag commissielid worden: een soort hulpraadslid die maar een klein deel van de inhoudelijke dossiers doet, ter verlichting van het werk van de echte raadsleden. Als de fractie groot wordt wil Teklenburg wel in de raad blijven. Een grotere fractie is immers ook een manier om de werkdruk te verminderen.
Meer twijfels
Fractievoorzitter Jacco Rubenkamp ‘zit in hetzelfde pakket’ als Teklenburg. Hij neigt ernaar opnieuw kandidaat te zijn. Hij vindt het raadslidmaatschap een mooie manier om met de stad bezig te zijn. Al met al kan Volt vermoedelijk wel op hem rekenen, maar hij houdt nadrukkelijk een slag om de arm. We horen al snel waarom: Rubenkamp zegt dat hij echt toe was aan het kerstreces en dat hij het inmiddels alweer zo druk heeft dat het tijd is voor weer een periode zonder raadwerk.
Het derde raadslid – Robin Brokmann – laat eveneens twijfels horen. Hij wil wel verder in de lokale politiek, maar moet nog met thuis overleggen, vertelt hij. Het gaat er vooral om of hij ‘hoog op de lijst kan’. Ook Brokmann wil sowieso wel commissielid worden, want dat is minder zwaar, zegt hij Teklenburg na. We horen ondertussen een praatje dat Volt landelijk het aantal leden wil verdubbelen. Het is duidelijk waarom: er zouden her en der weleens flinke kandidatentekorten kunnen zijn.
Deze nieuwjaarsbijeenkomst wordt grotendeels gevuld met een korte speech van senator Gaby Perin-Gopie, die daarna wordt geïnterviewd door twee vrijwilligers. Haar verhaal heeft opvallende overeenkomsten met dat van de Eindhovense raadsleden. Het is ontzettend druk om in de politiek te zitten, je kunt je er eigenlijk de hele week mee vullen en het werk is nooit af. Perin-Gopie was ontzettend blij toen Volt twee senatoren bleek te krijgen, in plaats van een. Nu kon ze het werk verdelen.
Versnippering
Zo leren we bij Volt Eindhoven over de staat van de Nederlandse politiek, met name op lokaal niveau. Er is versnippering: steeds meer partijen en partijtjes worden verkozen. Volt is maar een van de voorbeelden. Of al die partijen inhoudelijk iets toevoegen aan het lokale politieke spectrum is twijfelachtig: je kunt bijvoorbeeld betwijfelen of een Europese partij in gemeenteraden noodzakelijk is. Of die twijfel er nou is of niet, Volt doet in allerlei grote gemeenten mee.
Zo zitten er in gemeenteraden partijen die op lokaal niveau vrijwel hetzelfde willen: de overlap van Volt met D66, maar ook met GroenLinks en PvdA, is immens. Als er meerdere partijen worden verkozen, zijn fracties kleiner dan ze hadden kunnen zijn, terwijl al die fracties wel alle politieke dossiers moeten behandelen. Meer werkdruk dus voor raadsleden. Zij haken vervolgens eerder af waardoor alle partijen ervaren mensen zien vertrekken en steeds weer op zoek moeten naar nieuwe.
Iedereen in het openbaar bestuur zegt: pas in de tweede periode worden raadsleden echt effectief. Je zou eraan toe kunnen voegen: dan kunnen ze hun werk beter aan, want ze hoeven minder te leren, kunnen beter prioriteiten stellen, zijn beter ingelezen en hebben meer ervaring met debatten en moties. Versnippering, werkdruk en afhaken gaan samen en dat allemaal om de cynische reden dat partijen per se mee willen doen aan lokale verkiezingen, al vinden ze lokaal hetzelfde als hun directe concurrent.
Europese opdracht
Bij Volt is het misschien nog wel een beetje erger. Dit is immers een Europese partij en dat geeft zo zijn verplichtingen. De zaal hangt vol Duitse posters. Er zijn eind februari verkiezingen voor de Bondsdag en Volt doet mee. We zien wat posters van Maral Koohestanian, een wethouder uit Wiesbaden die tot lijsttrekker is benoemd. De moderator doet alsof ze een kans maakt, maar elke geïnformeerde leek weet beter: in Duitsland is de kiesdrempel voor de Bondsdag vijf procent. Daar gaan ze versnippering wél tegen.
Toch is Volt er maar druk mee. De leden worden opgeroepen naar Düsseldorf te komen om kraampjes te bemannen en posters te plakken. Beperkte kennis van het Duits? Geen bezwaar. Er zijn ook activiteiten in Hamburg, want daar zijn binnenkort lokale verkiezingen. De Duitsers hopen dat de Nederlanders komen helpen, horen we. Logisch: er zijn meer Nederlandse dan Duitse Volt-leden.
Teklenburg heeft zin in de Duitse campagne, zegt ze. Zou het nou echt?
Beeld: poster van de Duitse Volt-lijsttrekker. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.