Hoe lang dachten Kamerleden na over de motie-Becker?
Moties worden enorm overschat, zo meldde Tweede Kamerlid Eric van der Burg (VVD) dinsdagavond. Bij een politiek café in Den Haag kwam hij vertellen over zijn nieuwe portefeuille buitenlandse zaken. Een aanwezige wilde weten wat Van der Burg als oud-staatssecretaris heeft geleerd en of dat van pas komt bij zijn nieuwe werk als Tweede Kamerlid. Meteen begon Van der Burg over moties, een fenomeen waar deze week weer eens een hoop over te doen was.
‘We hebben vandaag over veertien pagina’s moties gestemd,’ meldde Van der Burg doodleuk, die vervolgens vertelde dat er twaalf moties op een pagina passen. Later in de week zijn er weer stemmingen en dan volgen er nog eens achttien pagina’s, voegde hij toe. Dat zijn dus zo’n driehonderd moties in één week. In de jaren tachtig was dat het totale aantal moties in een jaar. Slecht nieuws voor Van der Burg: hij rekende te snel. Als er echt twaalf moties op één pagina staan, waren het er deze week 384.
Het slaat nergens op, meldde Van der Burg nog. Je kunt als Kamerlid wel over je moties twitteren, maar ja, op Twitter zitten alleen politici, journalisten en radicalen, dus wat je daarmee opschiet is niet zo duidelijk. Veel mensen weten sowieso niet eens wat een motie is. Ga het op straat maar aan voorbijgangers vragen. Er ontstaan al snel misverstanden.
CDA: we doen ons best
Van der Burg stemde eerder die dag over een motie waar ophef over ontstond: het ideetje van Bente Becker (VVD) om de normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond te gaan monitoren. Alleen Denk, D66, GroenLinks-PvdA, PvdD en Volt waren tegen. Twee partijen die voor stemden lijken er bij nader inzien toch niet helemaal blij mee. Ze hebben een stemverklaring op hun website gezet. Het CDA klinkt niet echt enthousiast over zichzelf. We lezen:
‘Het lastige is dat dit soort moties onder een vergrootglas liggen vanwege de samenstelling van dit kabinet. Veel moties uit de coalitie zijn daarmee al snel verdacht. Als fractie proberen we zo goed mogelijk naar de inhoud van de motie te kijken, in de context van het debat en de interpretatie die gegeven wordt. Overigens helpt het niet dat we elke dinsdag over zo’n 300 moties moeten stemmen.’
Hier staat iets heel ernstigs: de fractie probeert ‘zo goed mogelijk naar de inhoud van de motie te kijken’, maar het helpt niet dat het er moties zijn. Ergo: goed naar de inhoud kijken lukt niet altijd. De formulering van het CDA houdt de mogelijkheid open dat er ronduit slecht naar wordt gekeken, terwijl de fractie er wel over stemt. Begrijpelijk, want de bergen moties zijn nauwelijks te tellen, dus iedereen moet snel door met de rest van de stapel. Fundamenteel fout blijft het.
ChristenUnie: eigenlijk tegen
De ChristenUnie voelde zich ook geroepen de eigen voorstem uit te leggen. Op de website schrijft Don Ceder dat deze stem ‘bij sommigen de vraag [opwierp] of de ChristenUnie zich nu laat lenen voor verdachtmakingen van Nederlanders met een migratieachtergrond.’ De zalvende woorden van Ceder kunnen nauwelijks verhullen dat het antwoord ‘ja’ is, maar het heeft er alle schijn van dat de ChristenUnie daar spijt van heeft. Na alle goedpraterij lezen we:
‘Dit alles laat onverlet dat de timing van deze motie, en ook de context van eerder gedane uitspraken door verantwoordelijke bewindspersonen, begrijpelijkerwijs veel stof doet opwaaien. Een volgende keer zullen we dat extra goed meewegen in onze beoordeling van een motie. Het is van allergrootst belang dat we elkaar in deze tijd van polarisatie en harde frames vasthouden. Dat zal steeds de inzet van de ChristenUnie blijven.’
Tja beste Don, jullie voorstem leidt inderdaad tot meer polarisatie en meer harde frames. Dat inzicht komt bij jou betrekkelijk laat. Maar laat ik een beetje met je meedenken: hoe ging dit nou eigenlijk in zijn werk? De smoesjes van het CDA kunnen ons helpen. In een fractievergadering moet een klein groepje mensen besluiten over de stemmingen. Dat zijn kennelijk 384 agendapunten. De consequentie: er is geen goed gesprek mogelijk over wat een verstandig oordeel is.
Een haastig gesprek
Zelfs als de Kamerleden van de ChristenUnie hun werk verdelen en de moties alleen met hun eigen medewerkers doorspreken – en dus niet met de hele fractie – hebben ze elk bijna 130 moties te verstouwen. Bij het CDA hebben ze dan wel twee Kamerleden extra, maar ze moeten nog steeds per Kamerlid over 75 moties besluiten. Er is geen planning te bedenken waarin al deze voorstellen serieus te bespreken zijn in zo’n korte tijd, in welke vorm dan ook. Bijvoorbeeld over de vraag of het ideetje van Becker past bij artikel 1 van de Grondwet.
Wat weten Kamerleden eigenlijk van de thema’s die voorliggen? Zijn ze diep overtuigd van hun oordelen op die diarree aan voorstellen? Bij Becker valt op dat er al onderzoek naar de meningen van verschillende groepen Nederlanders wordt gedaan. Het kabinet had dat ook in een toelichting gezet. Het volgende onderzoek begint al binnen een jaar. Wisten de Kamerleden dat? Wat is dan precies je wens als je zo’n motie steunt? Willen de Kamerleden dat alles volgens planning wordt uitgevoerd? Daarvoor is de stemming niet nodig. Wat willen ze dan? Zou iemand dit kunnen toelichten?
Ik denk dat ik het weet: Kamerleden roepen maar wat. De conclusie van deze week is vooral dat heel veel Tweede Kamerleden vinden dat ze over vanalles uit de heup mogen schieten, ongeacht of ze zich goed in een voorstel hebben verdiept, een voorstel goed is doordacht en er onderling over is gesproken. In een normale baan zou een werkgever nooit accepteren dat werknemers zo lichtzinnig over zware thema’s oordelen. Waarom accepteren we dat in Den Haag eigenlijk wel?
Beeld: tekst motie Bente Becker.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.