NSC is de nieuwe LPF, maar op een andere manier dan velen denken
Een boos NSC-lid. Wat nu? Zaterdag is het partijcongres in Nieuwegein en Hans van der Burg wil een motie indienen over de vraag of NSC in de coalitie moet blijven. Het partijbestuur heeft er geen zin in. Nu is Van der Burg boos dat zijn motie niet op de agenda komt. Tot hier is er niet zoveel aan de hand. Dit heb je nou eenmaal binnen partijen: leden willen allerlei dingen, bestuurders willen wat anders en dan heb je procedureel gedoe. Niets bijzonders, behalve dat dit verhaal in de krant staat.
Alle alarmbellen zouden af moeten gaan. Dat zit zo.
Statuten en reglementen
Als leden van een vereniging – want dat is wat een politieke partij is – iets willen bereiken, kunnen ze daar allerlei middelen voor inzetten. Welke? Dat hangt af van hoe de vereniging is georganiseerd. We komen daarmee terecht in de saaie omgeving van statuten en reglementen. Daar moet in staan wat leden wel en niet te zeggen hebben, waar ze invloed op hebben en op welke manier. Verrassing: geen enkele partij specificeert exact waarover bij partijcongressen moties mogen worden ingediend.
Daar zijn de misverstanden al. Van der Burg zegt in de krant letterlijk dat de leden bij veel partijen het laatste woord hebben. Ik heb een verrassing voor hem: dat klopt alleen in theorie. Leden hebben nergens continu ‘het laatste woord’, bij welke vereniging dan ook. Overal heeft het bestuur een zekere ruimte om zelf beslissingen te nemen en de leden moeten dat laten begaan. Zij gaan wel – ‘het laatste woord’ – over het aannemen en ontslaan van bestuursleden, maar niet per definitie over de rest.
Bij partijen komt daar nog iets bij: de Kamerleden zijn weliswaar via de partij gekozen, maar ze hebben wettelijk een eigen mandaat. We hebben dat deze week gezien bij de vertrokken NSC-Kamerleden Hertzberger en Zeedijk: ze hebben geen baas, nemen hun eigen beslissingen en hoeven niet naar partijcongressen te luisteren. Wat wel kan, is dat de partij bij te eigenzinnig optreden er niet over piekert bepaalde Kamerleden bij de volgende verkiezingen weer op de kandidatenlijst te zetten.
Vrij mandaat
Het NSC-bestuur heeft dus sowieso gelijk: natuurlijk is het goed om met leden over de coalitie te praten, maar het heeft geen zin hen te laten stemmen over de vraag of NSC coalitiepartner mag blijven. Dat kun je op zichzelf wel doen, maar de fractie kan zo’n motie gewoon naast zich neerleggen. Voor de Kamerleden is het voldoende om zaterdag de sfeer te proeven. Dat gaat elders ook zo: nergens hebben leden een doorlopend recht de regeringssamenwerking tussentijds te beëindigen.
Van der Burg loopt dus intern tegen een muur op en dat is nog terecht ook. Nu staat het verhaal in de krant. Het maakt niet eens uit of Van der Burg zijn verhaal actief heeft aangeboden om het in de media te krijgen of dat hij toevallig met het AD in contact kwam. Hij probeert via een alternatieve weg alsnog zijn zin te krijgen. Met zulke leden heb je geen vijanden meer nodig: als het partijbestuur niet luistert, stuur je journalisten op ze af en maak je de partij in de media zwart.
Het is erger: er mist gevoel voor de situatie waarin NSC zich bevindt. Dit is niet alleen een partij met een probleem in Den Haag, maar ook een vereniging die de interne organisatie nog op poten moet zetten. NSC bestaat nog maar relatief kort en er zijn dus weinig regels: het congres van zaterdag moet zes reglementen goedkeuren, waaronder die van de verenigingsraad, het huishoudelijk reglement en de regels van de ALV. Zonder die regels is ledeninvloed sowieso een farce.
LPF revisited
NSC wordt weleens vergeleken met de LPF omdat er veel Haags gedoe is, maar de partij lijkt er juist op een hele andere manier op. De LPF was alleen in de maanden na de oprichting populair en raakte de aanhang daarna weer snel kwijt, net als NSC nu. Ondertussen begon de LPF een ledenorganisatie te bouwen die eigenlijk niet meer nodig was, omdat de peilingen inmiddels extreem waren gedaald. Bij NSC gebeurt hetzelfde. Populair gezegd is de ledenorganisatie mosterd na de maaltijd.
Net als bij de LPF gaat het nu de hele tijd over wat de Kamerleden en de bewindspersonen doen, niet over hoe de vereniging vorm krijgt. Een voorspelling: het partijcongres wordt een lange discussie over de coalitie, terwijl de fractie daarbij aan zet is. Niemand wil praten over de reglementen die de partij moeten stroomlijnen. Die worden wel aangenomen, maar meer om ervan af te zijn dan als teken dat men erover heeft nagedacht. De prioriteiten liggen bij zaken waar de leden niet over gaan.
Als NSC uit de inhoudelijke ellende wil komen, moet men eerst de organisatie op orde krijgen. Juist dit congres kan dat: maak een begin met een goed functionerende verenigingsraad, die volgens het gloednieuwe reglement moet adviseren over strategische kwesties, de rol en positie van de partij bij maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en de bijsturing van de koers. NSC heeft dat klankbord heel hard nodig. Het effect zal veel groter zijn dan dat van een losse motie.
Beeld: de titels van de zes reglementen die op het NSC-partijcongres op de agenda staan.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.