Volt wil lokaal uitbreiden, maar niemand weet waarom
Een bijzondere uitnodiging was het zeker. De Leidse afdeling van Volt nodigde me onlangs uit om een avondje te komen praten over de mogelijke deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen. Deze verkiezingen zijn al binnen anderhalf jaar en dus is Volt met de voorbereidingen begonnen. In Leiden heeft Volt een actieve groep leden, maar zit niet in de gemeenteraad. U begrijpt de vraag: is het een goed idee als Volt in Leiden in 2026 een gemeenteraadsfractie krijgt? Er is electoraal ruimte voor.
Voor het antwoord moet je kijken naar de bestaande Volt-fracties. Volt deed in 2022 in tien gemeenten mee. Het leverde overal een, twee of drie zetels op. We zijn inmiddels ruim twee en een half jaar verder. Wat Volt lokaal precies heeft opgeleverd is niet zo duidelijk: raadsleden komen maar nauwelijks in de media en het is ondoenlijk om alle ins en outs van alle fracties in het land te volgen. Toch is er wel een en ander over deze twintig raadsleden te zeggen.
Er is goed nieuws: geen van de Volt-raadsleden heeft zich afgesplitst of is tussentijds gestopt. Het heeft er ook alle schijn van dat ze hard werken, serieus vergaderen, moties indienen en die soms zelfs aangenomen krijgen. Zo bezien is er eigenlijk niets mis met de Volt-raadsleden. Nooit hoor je negatieve verhalen over ze. Maar hoor je weleens positieve? We komen dan op de vraag wat Volt lokaal onderscheidend maakt en waarom Volt in de gemeenteraad nodig is. De vraag van de Leidse afdeling dus.
Is Volt lokaal nodig?
Eens zien. Onlangs hield Volt Arnhem een huiskamerbijeenkomst en daar hoorden we raadslid Marlies Neutkens vertellen over de resultaten van de fractie. Dit is de enige gemeente waar Volt in de coalitie zit. Volt heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het duurzame mobiliteitsplan van de gemeente, vertelde ze. Doel van dat plan is meer fiets, meer openbaar vervoer en minder auto. Vraag: zouden partijen als D66, GroenLinks en PvdA inhoudelijk echt een andere bijdrage leveren? U weet het antwoord.
In Amsterdam hield Volt pas een ledenbijeenkomst waar werd geklaagd over versnippering. Het aantal fracties in de hoofdstad is in twintig jaar verdubbeld. Zouden al die fracties nou echt iets anders vinden? We hoorden raadslid Itay Garmy praten over de prestaties van Volt. Er is één wapenfeit: Garmy doet een project met Denk-raadslid Sheher Khan dat de polarisatie rond Israël en Gaza moet tegengaan. Prijzenswaardig, maar de vraag blijft: had Garmy dat niet ook kunnen doen namens een andere partij?
In Maastricht heeft Volt een unieke visie: Zuid-Limburg is samen met de grensregio’s in Duitsland en België een soort Randstad: een economische regio waar veel wordt samengewerkt en waar dus goede verbindingen tussen de steden moeten zijn, bijvoorbeeld per trein. Die zijn er in de Randstad wel, in de regio Maastricht-Luik-Aken niet. Deze visie past bij een Europese partij, maar in de gemeente kun je er niet zoveel mee, want het gaat over vraagstukken die hogere bestuursniveaus moeten oplossen.
Uitbreiding
Inmiddels heeft Volt de smaak te pakken. Het ziet ernaar uit dat de partij komend jaar in meer gemeenten mee gaat doen. Sommige leden denken dat de studentensteden worden toegevoegd waar Volt nog niet actief is. Dat levert acht nieuwe fracties op: Haarlem, Leiden, Den Haag, Breda, Tilburg, Nijmegen, Wageningen en Groningen. Praat met actieve Volt’ers en er blijkt nog meer ambitie te zijn. Er wordt bijvoorbeeld ook nagedacht over Gouda en Leidschendam-Voorburg, al zeggen critici dat hier maar een enkeling actief is.
Electoraal is er in al deze steden vast ruimte, maar daarmee is de partij inhoudelijk nog niet nodig. De politieke verschillen zijn lokaal kleiner dan landelijk, en daar heeft Volt al veel moeite zich te onderscheiden van D66 en GroenLinks-PvdA. Zo zijn we terug in Leiden, waar we een uiterst genoeglijke discussie hadden over nut en noodzaak van de verkiezingsdeelname. De conclusie? In Leiden willen sommige leden graag meedoen, maar op de vraag waarom Volt lokaal nodig is hebben ze geen antwoord.
Natuurlijk waren er wel ideeën: Leiden is een kennisintensieve stad en er wonen veel studenten. Die kunnen echter ook prima door D66 worden bediend. Het meest concrete idee is dat expats niet worden vertegenwoordigd. Daar kan Volt zich voor inzetten en als ze uit de EU komen, mogen ze lokaal nog stemmen ook. Helaas weer slecht nieuws: in Amsterdam wonen veel meer expats en daar is het Volt nooit gelukt ze te bereiken. Waarom in Leiden dan wel? Er kwam geen antwoord.
Maakt het uit?
Je kunt denken: wat maakt het nou uit of Volt een of twee zetels in de gemeenteraad van Leiden heeft? Het antwoord is: meer fracties betekent gemiddeld kleinere raadsfracties, terwijl het aantal per fractie te behandelen dossiers gelijk blijft. De consequentie is meer werkdruk, terwijl raadsleden vaak al overbelast zijn. Fracties worden min of meer gedwongen dossiers te selecteren waar ze aandacht aan besteden. Het laat zich raden dat dit effect heeft op de controle die raadsleden kunnen uitoefenen op burgemeester en wethouders.
Als je een onderscheidende visie hebt die nog niet in de gemeenteraad werd uitgedragen, zou je kunnen zeggen dat dat het nadeel van de hogere werklast compenseert. Maar in Leiden kon niemand een begin van zo’n visie formuleren, waarmee we weer terug zijn bij het begin: wat zou de lokale meerwaarde van Volt kunnen zijn? Als leden het zelf niet weten, waarom zou je er dan aan beginnen?
Ik voorspel u: Volt gaat in zoveel mogelijk gemeenten meedoen.
Beeld: Volt-poster bij de gemeenteraadsverkiezingen in Karlsruhe, Duitsland. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.