Buitenlandse media doen er in de Verenigde Staten niet toe
De afgelopen week was ik in de Verenigde Staten om rally’s van de presidentskandidaten te verslaan. Dat blijkt ingewikkelder dan je zou denken. Deze bijeenkomsten zijn in alle uithoeken van het land, de afstanden zijn enorm en de rally’s worden pas op het laatste moment aangekondigd. Toch is het allemaal nog net een beetje erger. Je moet je als journalist voor dit soort rally’s aanmelden. Dat doe je naar aanleiding van een persmailing dat ergens een bijeenkomst plaatsvindt. Dan gaat het mis.
Als je je aanmeldt, krijg je in de meeste gevallen een nee. Je bent niet welkom, de aanvraag is afgewezen of er is geen plek. Er is geen noemenswaardig verschil tussen de Republikeinen en de Democraten: bij beide partijen regent het weigeringen. Daar sta je dan, nadat je de Atlantische Oceaan bent overgestoken. Een overzicht.
Toegangsproblemen
Het was eenvoudig om binnen te te komen in een mega-kerk in Powder Springs, waar Trump zich liet zegenen. De reden is nogal ontnuchterend: deze bijeenkomst werd niet georganiseerd door de Trump-campagne, maar door een lobby-organisatie. Het ligt voor de hand dat je daar makkelijk binnenkomt: zo’n lobbyclub wil graag publiciteit voor de evangelische zaak en de bijbehorende kerk ook, ook over landsgrenzen heen. Het Woord van God kent geen grenzen en dus maakt het niet uit of je wel of niet op de perslijst staat.
Dat gaat anders als partijen de organisatie zelf in handen hebben. Bij een rally van Harris in Kalamazoo hadden we – Kemal Rijken, Ramon van Flymen en ik – een verzoek gestuurd, maar kregen geen antwoord. Bij de ingang stonden twee studenten die moesten beslissen over de accreditaties. Ze wisten niet wat ze met ons aan moesten. Na wat gepraat en overleg mochten we er na een kwartier in. Zo ging het ook bij Harris in Washington, waar twee van ons binnenkwamen – ik bleef buiten – ondanks de aanvankelijke weigering.
Het ellendigst was de rally van J.D. Vance op het vliegveld van Bedford. Ook hier hadden we een weigering ontvangen. Er was een persbalie met twee aardige dames die ons graag binnen wilden laten. Ze hadden alleen een andere opdracht: ze mochten alleen mensen op de perslijst toegang geven. Een mevrouw in de hangar was onverbiddelijk. Toen kwam iemand van de secret service ons vertellen dat we niet welkom waren. We mochten wel als burgers naar binnen. Fotograaf Ramon van Flymen bleef buiten, want hij mocht toch geen foto’s maken.
Het gekste aan al dit gedoe is dat het niet gaat om capaciteitsproblemen. De suggestie is dat er een probleem is met de ruimte die journalisten innemen, maar dat is meestal een pertinente leugen. Je zou denken dat media massaal op de zegening van Trump in een mega-kerk afkomen, maar de perstribune was half leeg. Bij Harris in Kalamazoo waren er volop lege plekken en ook in de hangar van J.D. Vance waren op de perstribune stoelen over. Nee, deze weigeringen gaan niet over praktische kwesties.
Naar binnen praten
Je zou natuurlijk kunnen denken: misschien vertrouwen de partijen jullie gewoon niet. Dat zou op zichzelf kunnen, maar het klopt niet: je moet sowieso door de veiligheidscontrole heen en je kunt met je perskaart bewijzen dat je journalist bent. Media worden ongelijk behandeld: binnenlandse media mogen vaak doorlopen, buitenlandse media niet. De gekste ontdekking van deze week is dat een medium als de NOS hetzelfde probleem heeft als wij. Ook daar moet men op de bonnefooi naar rally’s en hopen zichzelf naar binnen te praten.
De verklaring is veel eenvoudiger: in Amerika is alles transactioneel. Als je samenwerkt, moet je er allebei iets aan hebben. En dus is de vraag wat een partij eraan heeft dat er buitenlandse media zijn. Die bereiken – of ze nou groot zijn of klein – simpelweg geen stemmers. Partijen lijden er dus niet onder als buitenlandse journalisten massaal buiten blijven staan. Bij binnenlandse journalisten snijden ze zichzelf daarmee in de vingers: minder publiciteit of negatieve, want men hindert wel degelijk het werk van de pers.
Bij de rally van Vance vroegen bezoekers zich af of het Nederlandse publiek interesse heeft in deze verkiezingen. Hier begrijpt men niet meteen dat deze voor Europa minstens zo belangrijk zijn als voor Amerika. Toch worden Europese journalisten simpelweg gehinderd om zelf aan nieuwsgaring te doen. Eigenlijk zeggen zowel de Democraten als de Republikeinen: de Amerikaanse media verslaan ons al, dus neem maar over wat zij schrijven. Je zou er isolationisme in kunnen zien. Waar zijn de internationale journalisten-organisaties als je ze nodig hebt?
En dan is er opeens een verrassing: zaterdagavond hebben we voor het eerst officieel toegang gekregen. We mogen naar een rally van Harris in Milwaukee. Waarom nu opeens wel? Geen idee, maar we gaan.
Beeld: persruimte bij de rally van Kamala Harris in Kalamazoo. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.