Misschien kan Nederland iets meer Amerikaanse passie gebruiken?
Normaliter ga ik naar Nederlandse partijcongressen en andere politieke bijeenkomsten. Nu ik in de Verenigde Staten ben voor de campagne voor de presidentsverkiezingen, valt een groot verschil op: de matte Nederlandse politieke cultuur, zonder enthousiasme, emotie en passie. Dat is hier in Amerika helemaal anders. We waren zaterdag in Kalamazoo, een stad in Michigan, waar in een ijshockeyhal een rally plaatsvond van Kamala Harris. De hal zat met zesduizend mensen afgeladen vol. Waar zie je dat in Nederland?
Er zijn eigenlijk geen Nederlandse equivalenten. De vergelijking met een normaal partijcongres klopt niet helemaal: dat zijn geen campagne-bijeenkomsten, maar gaan over programma-ontwikkeling, poppetjes en organisatorisch gedoe. Daarom zijn ze sowieso onaantrekkelijk voor een breed publiek. Zelfs de meeste partijleden gaan er – welke partij je ook neemt – niet heen. Dat de opkomst bij een gemiddeld congres van Volt, VVD of GroenLinks niet zo groot is als de rally van Harris, is logisch.
Maar ook tijdens verkiezingscampagnes komen er nauwelijks mensenmassa’s op de been zoals je dat bij Amerikaanse verkiezingsrally’s ziet. In Nederland is dit recent twee keer min of meer geprobeerd: de GroenLinks-meetups van Jesse Klaver rond 2017 en iets recenter de campagne van FvD tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van 2019. Die laatste bijeenkomsten lijken het meest op die hier in Amerika, al lijken ze er tegelijk niet in de verste verte op. Een korte vergelijking.
Volle zalen
Deze bijeenkomsten vonden plaats toen Thierry Baudet populair was: na deze campagne was FvD de grootste partij van het land. De partij stond avond aan avond in grote zalen zoals de Willem Wilminkzaal in Enschede en Tivoli/Vredenburg in Utrecht. Hier passen honderden, zo niet meer dan duizend mensen in. Geen stoel was onbezet. Toch is het een immens verschil met een ijshockeyhal met zesduizend mensen op een industrieterrein van een provinciestad ter grootte van Gouda of Almelo. Die had Baudet – ook toen – niet vol gekregen.
Het verschil is groter. Niet alleen moeten de mensen in Amerika verder reizen voor een bijeenkomst: de moeite die ze doen gaat verder. De exacte aanvangstijd is onduidelijk, maar de start lijkt om drie uur te zijn. Je moet uiterlijk een half uur eerder binnen zijn, maar liever twee uur daarvoor, want er staat een rij van honderden mensen die door een veiligheidscontrole moeten. Na half drie kom je er sowieso niet meer in. Het programma duurt anderhalf uur, maar is op deze manier gespreid over minstens drie en een half uur.
Bezoekers maken een lange reis voor een lange zit. Dit is echt wat anders dan een Nederlandse schouwburg in een provinciestad die in veel gevallen in een half uur te bereiken is, waar je een stipt programma krijgt. Had Baudet zijn aanhang destijds twee uur kunnen laten wachten? We weten het antwoord. Na een half uur waren heel wat mensen weggelopen, laat staan als het wachten langer zou duren. Het zou negatieve publiciteit opleveren en afzeggingen bij de avonden erna.
Enthousiasme
Het gedrag van de aanhang is nog veelzeggender. Natuurlijk werd er destijds voor Baudet geklapt, net als voor de andere toenmalige FvD’ers op het podium, zoals Annabel Nanninga en Theo Hiddema. Maar in vergelijking met het enthousiasme dat Harris in Kalamazoo ontmoet, waren de reacties bij Forum uiterst lauw. Iedereen wachtte rustig op de start van de avond, bij Harris doet men continu de wave, zwaait met borden, vlaggetjes en lampjes en scandeert de ene leus na de andere.
Bij Forum was de reactie op de speeches eveneens lauw. Applaus, maar dat was het wel. Als Harris het podium betreedt, begint de zaal zo hard te juichen dat je een piep in je oren krijgt. Het oorverdovende gejuich houdt meer dan een minuut aan. Als Harris iets zegt, levert het continu juichsalvo’s op. De speech duurt daardoor aanzienlijk langer dan als Harris gewoon verder had kunnen spreken. Hoe vaak gebeurt dit een Nederlandse politicus? De menigte weet werkelijk van geen ophouden.
Dit is een extreem verschil in politieke cultuur. Je denkt continu: wat een matte toestand is de Nederlandse politiek toch. Er bestaan geen partijen met een leider die een begin van dit enthousiasme oproept. Wilders komt waarschijnlijk nog het meest in de buurt. Wat zegt dit over onze politici, hun band met hun achterban, de steun voor hun standpunten en hun onderscheidende vermogen? En wat zegt het over Nederlandse burgers, die nauwelijks naar bijeenkomsten gaan en dit enthousiasme vrijwel nooit laten zien?
Beeld: podium, een uur voor de start van de rally van Harris. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.