Waarom stemmen Amerikanen op Donald Trump?
Twee vragen dringen zich op bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Niet alleen wie deze gaat winnen, maar ook waarom deze eigenlijk geen gelopen race is. Natuurlijk heeft Donald Trump ook in Nederland wel enige populariteit, maar de verbazing over zijn aantrekkingskracht is een stuk groter. De plannen om de Amerikaanse overheid te reorganiseren suggereren dat Trump een vorm van semi-autocratisch bestuur zal invoeren. Voeg daar zijn desinformatie aan toe en velen denken: Kamala Harris is sowieso beter.
De peilingen laten overduidelijk zien dat dit idee niet klopt: Harris heeft de verkiezingen nog lang niet gewonnen en gaat dat wellicht ook helemaal niet doen. Als we Trump als fenomeen willen begrijpen, moet het gaan over de vraag wat hij zijn stemmers te bieden heeft. Nu deze vraag wederom relevant is, is het goed er eens een oud boek bij te halen. In 2016 publiceerde sociologie-hoogleraar Arlie Russell Hochschild Strangers in their own land: anger and mourning on the American right.
Dit boek kwam uit tijdens van het presidentschap van Trump, maar hij speelt er eigenlijk geen rol in. Hochschild begon haar onderzoek toen Trump nog helemaal geen president was. Toch zijn haar inzichten uiterst relevant: ze verklaren de bredere aantrekkingskracht van dit soort politici, in Amerika en elders.
De diepte in
Het gaat in dit boek om de vraag hoe het leven op de rechterflank voelt. Je moet om deze conservatieve stemmers te begrijpen in hun schoenen gaan staan. Het zijn mensen die zo min mogelijk overheid willen, met uitzondering van het leger en de politie. Klimaatbeleid willen ze niet, net als milieubescherming, sociale zekerheid of hulp aan daklozen. Hochschild probeert te begrijpen waarom deze mensen denken dat de overheid een probleem is in plaats van een oplossing.
Hochschild schrijft over empathische muren die tussen mensen worden opgetrokken. Mensen begrijpen elkaar niet meer, zijn onverschillig geraakt over wat anderen vinden en stellen zich zelfs vijandig tegen elkaar op. Er is sprake van ‘emotionele enclaves’. Mensen in het progressieve kamp begrijpen deze conservatieve stemmers niet, of beter: omdat ze emotioneel niet op dezelfde lijn zitten, begrijpen ze ze verkeerd. Het is erg gemakkelijk om een hekel aan Trump-aanhangers te krijgen.
Het progressieve idee over Trump-aanhangers is vaak dat ze worden misleid of voorgelogen. Ze krijgen maar een deel van de waarheid te horen. Trump geeft ze soms iets wat ze willen, zoals strengere abortusregels, maar dat gaat samen met allerlei dingen die ze niet wisten en waar ze nooit voor zouden stemmen. Zo steunen deze kiezers beleid dat hun belangen deels schaadt. Hochschild vindt dat deze verklaringen echter geen recht doen aan hoe deze mensen de politiek ervaren.
Een groot probleem
Hochschild verdiept zich voor haar boek in de aanhang van de Tea Party, destijds de populistische en uiterst conservatieve rechterflank van de Republikeinen, waarvan voormalig vice-presidentskandidaat Sarah Palin een van de belangrijkste gezichten was. Om deze aanhang te leren kennen dompelt Hochschild zich vijf jaar onder in hun wereld. Ze vestigt zich in Lake Charles, een plaats met 74.000 inwoners in Zuidwest Louisiana, zo’n vijftig kilometer van de Golf van Mexico.
In Lake Charles staat een fabriek die een milieuramp veroorzaakt waar de mensen letterlijk middenin wonen. Veel inwoners kennen mensen die door de vervuiling ziek zijn geworden of er zelfs aan zijn overleden. Je zou denken dat de inwoners een duidelijk probleem hebben waar de overheid iets aan zou kunnen doen. De inwoners hebben er ook belang bij dat dat gebeurt. Toch is daar geen sprake van: de inwoners zien de overheid als onderdeel van het probleem.
Hochschild maakt vrienden aan de andere kant van ‘de empathische muur’, zoals zij dat noemt. De aanhangers van de Tea Party blijken ontzettend aardige mensen. Ze kenmerken zich door drie brede opvattingen: ze zijn religieus, hebben een hekel aan belastingen en hechten aan eer en trots.
Zware industrie
De inwoners vinden het goed dat er in hun stad zware industrie is, want daardoor is er werk. Ze willen lang niet allemaal weg. Een deel kan zich dat sowieso niet veroorloven. Ze hebben vaak heimwee naar het gebied zoals het ooit was: de omgeving van hun jeugd. Die herinnering, omgeven door nostalgie, bestaat simpelweg niet meer. Deze conservatieve Amerikanen hebben een probleem: ze houden van de wilde natuur die hier ooit was, maar ze willen ook een baan.
Je kunt milieuproblemen ook gewoon vergeten, merkt Hochschild. Inwoners vinden dat het niet in het belang van het bedrijf is dat er een milieuramp plaatsvindt of dat schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen. Zij vinden dat de staat de industrie moet beschermen, want zo wordt ook de gemeenschap beschermd. Ze kijken liever naar de lange termijn. Dat beeld is verweven met hun godsdienst: in de hemel zijn geen milieuproblemen en daar hoef je je er dus ook niet druk over te maken.
Inwoners willen wel dat er iets aan de vervuiling wordt gedaan, maar de vraag is door wie. Bedrijven staan niet in de rij en de kerk heeft de middelen niet. De federale overheid zou het kunnen doen, maar als er plannen worden gemaakt is er weerstand: de inwoners denken dat gewone mensen overgereguleerd worden en dat de top niet te reguleren valt. Ze vertrouwen bovendien de intenties niet van mensen die de troep willen opruimen: welke agenda hebben zij precies?
Een diep verhaal
Hochschild vat haar bevindingen samen in wat ze ‘een diep verhaal’ noemt. Het gaat niet om de vraag wat feiten of meningen zijn, maar om hoe de wereld voelt. Dit diepe verhaal is een soort prisma waardoor je naar de wereld kunt kijken. Het is de lens van de Tea Party over sociale groepen. Het is een metaforisch verhaal van angst, schaamte en trots. Hochschild legt het verhaal aan het einde van haar onderzoek voor aan de inwoners. Zij zijn het ermee eens.
Het verhaal is vrij eenvoudig. De conservatieve stemmers staan in een rij die een heuvel oploopt. Er staan mensen voor en achter ze. De rij bevat witte christenen, meestal mannen, soms hebben ze gestudeerd en soms niet. Aan de andere kant van de heuvel ligt de Amerikaanse droom, maar de mensen in de rij kunnen die niet zien liggen. Het probleem is dat het voelt alsof ze helemaal geen voortgang maken om bij de Amerikaanse droom te komen. Ze staan maar te wachten.
Dan dringen er mensen voor. Zij volgen de regels niet. De mensen in de rij komen zo nog meer achterop te liggen. Mannen zien dat vrouwen hen inhalen door mannenbanen in te pikken. Immigranten doen hetzelfde door een speciaal visum te krijgen. Zwarte mensen krijgen ook allerlei voordelen toegekend. Ondertussen staan de inwoners nog steeds in de rij. Zij moeten steeds langer wachten. Er is helemaal geen zicht meer op het einde van de rij. Dat irriteert ze: voordringen is niet eerlijk.
Speciale behandeling
In het leven heeft iedereen weleens tegenslag, maar alleen de voordringers krijgen er iets voor terug, denken de conservatieve stemmers. Dit maakt achterdochtig: wie helpt deze mensen eigenlijk? Obama lijkt de schuldige. Hij staat aan hun kant, niet aan die van de Tea Party. Hij vindt dat de voordringers een speciale behandeling verdienen en anderen niet. Zij hebben het zwaarder dan jij, denkt Obama. Zo word je bedrogen. Dit is een sterk beeld wat waarschijnlijk tot op de dag van vandaag doorwerkt.
Hochschild denkt dat mensen vooruitgang willen: dat is immers de Amerikaanse droom. Maar helaas: mensen hebben het minder goed dan hun ouders, terwijl er altijd sociale mobiliteit is geweest en beloofd. Tegenwoordig moeten mensen hun dromen opgeven. Ondertussen wordt er over je gepraat alsof je white trash bent: dom en racistisch. De woorden van Hillary Clinton tijdens de verkiezingscampagne van 2014 dreunen tot op de dag van vandaag na: allemaal deplorables.
Voor conservatief rechts staat de markt aan de zijde van de mensen in de rij, die een eerlijke behandeling willen. De overheid staat aan de kant van de mensen die voordringen. Trump sluit hierbij aan. Hij heeft niet zozeer gedetailleerd beleid te bieden, maar begrijpt deze emoties en moedigt ze aan. Natuurlijk denken progressieven dat de wereld anders in elkaar zit, maar zij voelen dat volgens conservatieve stemmers simpelweg verkeerd.
Beeld: omslag boek Hochschild.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.