Toenemende vraag naar minder krachtige parlementaire enquêtes
Grote namen uit de parlementaire geschiedenis komen vrijdagmiddag bijeen in Nijmegen. Kees van der Staaij, Kathalijne Buitenweg, Jozias van Aartsen, Thom de Graaf en Paul Rosenmöller zijn maar enkele van de namen die zijn langsgekomen voor de oratie van de kersverse hoogleraar parlementaire geschiedenis Ronald Kroeze. Zijn oratie gaat specifiek over de parlementaire enquête en hoe die zich door de tijd heeft ontwikkeld. Het is een mooie illustratie van de waarde van parlementaire geschiedenis.
De parlementaire enquête is het recht van de Tweede Kamer om onderzoek te doen naar een prangende kwestie en daar getuigen in het openbaar onder ede over te horen. Het middel bestaat sinds de grondwetswijziging van 1848, zo weet Kroeze. Het middel ging destijds vooral over wetgeving. Het gekke is: er zijn bijna honderd jaar geen parlementaire enquêtes geweest, met uitzondering van een onderzoek naar het regeringsbeleid tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De laatste decennia is de parlementaire enquête echter aan een ware opmars bezig. De onderzoeken gaan niet meer over wetgeving, maar over schandalen. Dat is zelfs een soort traditie geworden. Volgens Kroeze begon dit nieuwe type ‘schandaal-enquête’ met die naar de ondergang van het RSV-concern. Rijn-Schelde-Verolme was een grote scheepsbouwer die door fusie ontstond en ruim tien jaar heeft bestaan (1971-1983). RSV kreeg ruim twee miljard gulden staatssteun, maar ging uiteindelijk toch failliet. Hoe was dat zo gekomen?
Meer enquêtes
De openbare verhoren in de RSV-enquête waren een spektakel. Ze werden voor het eerst op televisie uitgezonden en leverden allerlei inzichten op in mislukte projecten, mismanagement en een minister die de Tweede Kamer slecht informeerde. De commissieleden, waaronder Marcel van Dam, werden bekende Nederlanders. De enquête had geen directe politieke consequenties, maar hoewel de verantwoordelijke minister niet hoefde op te stappen, was zijn politieke carrière na RSV wel min of meer ten einde.
De parlementaire enquête, zo houdt Kroese de zaal voor, is een manier om informatie te vergaren, de regering te controleren, het handelen van politici te onderzoeken en hen ter verantwoording te roepen. Er zijn allerlei verklaringen waarom de parlementaire enquête een vlucht heeft genomen. Een belangrijke is dat de taken van de overheid zijn toegenomen. Er zijn simpelweg meer terreinen waarop de overheid geld uitgeeft, er dingen mis kunnen gaan en er dus reden kan bestaan om een onderzoek te doen.
Een andere verklaring is dat de Tweede Kamer zichzelf belangrijker vindt dan ooit. Parlementariërs zien zichzelf als de kern van de Nederlandse democratie. Deze zelfverzekerdheid werkt een kritische en onafhankelijke houding in de hand. Grote schandalen op de achtergrond, zoals Lockheed en Watergate deden bij RSV de rest. Vooral Lockheed was belangrijk, want dit liet zien dat het onzin is te denken dat corruptie alleen in het buitenland speelt.
Verantwoordingsdemocratie
Niet zo gek dat de Tweede Kamer meer dan ooit schandalen wilde uitzoeken. Verwijten van wanbestuur, zelfverrijking, belangenverstrengeling of corruptie werden steeds serieuzer genomen. De democratie is meer dan ooit een verantwoordingsdemocratie geworden, aldus Kroeze: het idee is dat je politici niet zomaar kunt vertrouwen en dat er daarom transparantie nodig is. Dat is precies wat enquêtes bieden. Het idee is dat dit soort onderzoeken meer grip opleveren op uiteenlopende kwesties.
Inmiddels is een parlementaire enquête geen uitzondering meer. Er loopt een enquête naar het corona-beleid, terwijl die over de toeslagenaffaire en de Groningse aardgaswinning nog maar net achter de rug zijn. We herinneren ons uit de periode ervoor die naar de Fyra. Dit soort onderzoeken roepen een duidelijke interpretatie op over de staat van het Nederlandse bestuur, denkt Kroeze: het bestuur is in slechte staat, er gaan heel veel dingen mis en daarom is het maar goed dat enquêtes dit alles aan het licht brengen.
Dat is echter maar één interpretatie, aldus Kroeze. Je kunt de toegenomen hoeveelheid enquêtes ook simpelweg zien als een verandering op zich, omdat de maatschappij zich in een bepaalde richting heeft ontwikkeld. Er is niet zozeer slechter bestuur gekomen, maar meer wantrouwen, verlangen naar transparantie en roep om verantwoording. Je kunt de rol van de traditionele en sociale media er zo aan toevoegen: alleen schandalen leveren clicks op en dus staan die altijd hoog op de agenda.
De onderste steen
Zeg maar eens als Kamerlid dat je het niet nodig vindt om in een bepaalde kwestie de onderste steen boven te krijgen. En dus gaat de Tweede Kamer zelf op onderzoek uit. Het vreemde is: het doorgaan van de corona-enquête was enige tijd onzeker omdat Kamerleden niet te porren waren om weer in een commissie te gaan zitten. Kamerleden hebben immers wel meer te doen dan onderzoeken die ruim een jaar in beslag nemen. Wie durft nog te zeggen dat zo’n enquête misschien niet zo nodig is?
Er is een bepaalde dynamiek ontstaan. De politiek is steeds meer gericht op de media, daarin is veel aandacht voor schandalen en dan zijn vragen over oorzaken en schuldigen nooit ver weg. Er is simpelweg meer maatschappelijke vraag naar enquêtes gekomen. Dat leidt al snel tot meer onderzoeken, meer zaken die aan het licht komen en een nog sterkere roep om verantwoording. Na de historische schets van Kroeze denk je: het gevolg van deze trend laat zich raden. Dit middel verliest vroeg of laat de zwaarte die het ooit had.
Beeld: Oratie in de aula van de Radboud Universiteit Nijmegen. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.