Kamerleden worden opgevoed om show te maken, niet om zich vast te bijten in dossiers
Het toeslagenschandaal is aan het licht gebracht. Hoe moet het nu verder? Wat moeten we ervan leren? Wat moet er anders? Hoe moeten we nu in de spiegel kijken? Mooie vragen deze maandagavond in debatcentrum de Balie in Amsterdam, maar het probleem laat zich enigszins raden: al deze vragen zijn te groot en te omvangrijk om ze in één avond aan de orde te laten komen of er überhaupt ooit een antwoord op te kunnen geven. Toch een poging.
Voormalig SP-Kamerlid Renske Leijten heeft een boek geschreven over het schandaal. De hoofdrol is voor de vrouw die het allemaal aan het licht bracht: advocaat Eva González Pérez. Ze heeft zich er tien jaar mee beziggehouden. In 2014 kwam ze de eerste gevallen tegen: ogenschijnlijk individuele problemen met de Belastingdienst. Overeenkomsten alom: toeslagen werden stopgezet, de motivatie was onduidelijk en cliënten kregen geen vat op hun zaak, hoeveel bewijsstukken ze ook inleverden.
Leijten vertelt over teams bij de Belastingdienst die georganiseerd jacht maakten op mensen die niets hadden misdaan. De Belastingdienst zei zonder bewijs dat je je niet aan de wet had gehouden, je kreeg nooit de specifieke verdenking te horen en dus kon je je ook niet verdedigen. González Pérez stond veel slachtoffers bij. Hoewel een rechter al in 2015 zei dat er niets van de handelswijze van de Belastingdienst klopte, liet erkenning nog jaren op zich wachten.
Vasthoudend zijn
De belangrijkste les van de affaire is daarmee glashelder: er is enorme vasthoudendheid nodig om zo’n schandaal aan het licht te brengen en op te lossen. De hardheid van het terugvorderen van toeslagen was helemaal niet gebaseerd op de wet. De rechter ging mee in onrechtmatig beleid van de Belastingdienst. Advocaat Ellen Pasman zit aan tafel en noemt het ‘een lijn die was ingezet’. De Belastingdienst had een strategie bepaald en stapte daar simpelweg niet meer vanaf.
Als Leijten Kamervragen stelde, kreeg ze via de minister antwoorden die gebaseerd waren op de onrechtmatige activiteiten van de Belastingdienst. De minister ging simpelweg achter die werkwijze staan. De Raad van State had deze inmiddels goedgekeurd en daar kon iedereen vervolgens naar verwijzen. Feitelijk stond de meerderheid van de Tweede Kamer er ook achter. Iedereen liep achter elkaar aan zonder echt naar de details te kijken. De gevolgen zijn bekend.
Er zijn wel ambtenaren geweest die het probleem zagen, stelt Leijten. Sommigen zijn met slaande deuren vertrokken. Een ambtenaar leverde bewijs aan González Pérez en kreeg strafontslag, wat maar ternauwernood is teruggedraaid. González Pérez stond al snel bekend als lastpak, maar in deze affaire was dat alleen maar een compliment. De kwalificatie liet zien dat ze de juiste vragen stelde.
Omtrekkende beweging
Zijn er lessen te trekken? Pasman wijst op de discussie over een op te richten Constitutioneel Hof, een wens van NSC en Pieter Omtzigt. Het schandaal ging echter niet over de vraag of de wet goed was, maar of de uitvoering ervan deugde. Een Constitutioneel Hof is dan niet veel meer dan ‘een omtrekkende beweging’. Het gesprek zou moeten gaan over de cultuur van de overheid, maar die is niet veranderd. De rechtbank is slechts een voorbeeld: het is een productiebedrijf geworden.
Staat de mens nog wel centraal? Pasman denkt dat je als advocaat je client altijd op de eerste plaats zet en niet jezelf. Dat doet de overheid echter niet. Leijten vult aan dat de vraag is voor wie ambtenaren werken. Topambtenaren hebben als rol ‘de minister uit de wind te houden’. Dat is iets anders dan werken voor burgers. Pasman denkt dat topambtenaren ervoor moeten zijn om een ministerie goed te laten functioneren. Dat is niet hetzelfde als werken voor de bewindspersoon.
De cultuur verander je niet zo gemakkelijk. Coen van de Ven van de Groene Amsterdammer vertelt dat het onderzoek van sommige journalisten bij de toeslagenaffaire bestond uit het bellen met persvoorlichting, waar men vertelde dat er helemaal niets aan de hand was. Daar was de zaak wel mee afgedaan: de slachtoffers stonden op een enorme afstand van de journalistiek, dus ze meldden zich nooit om te vertellen wat er echt speelde.
Meer lessen
Ambtenaren protesteerden te weinig, rechters keken naar elkaar en journalisten deden geen onderzoek. Leijten merkt op dat het kabinet binnenkort met een reactie op het schandaal komt. Volgt de journalistiek dat eigenlijk wel? Heeft men dat op het netvlies? Journalistiek gaat tegenwoordig vooral over relletjes. Politicus A heeft iets gezegd en politicus B heeft daar weer op gereageerd. Volop conflict over personen, niet over onderliggende ideologieën en uitgangspunten.
Leijten herinnert de aanwezigen eraan dat er in Den Haag minder Kamerleden plus medewerkers zijn dan woordvoerders. De parlementaire journalistiek kijkt ondertussen ‘door een rietje’ en ziet nauwelijks wat er buiten het eigen blikveld gebeurt. Talkshows gaan over het relletje van de dag, maar over wetgevingsoverleggen die iedereen raken wordt geen letter geschreven. De laatste zes jaar van haar Kamerlidmaatschap heeft Leijten niet één journalistieke vraag over amendementen gehad.
Zo komen we misschien wel op het grootste probleem. Als dit de prikkels zijn die op Kamerleden inwerken, waarom zouden ze dan überhaupt nog serieus controlerend werk doen, wetsvoorstellen schrijven of zich vastbijten is moeilijke dossiers? Leijten is bang dat een hele generatie Kamerleden inmiddels is opgevoed met het idee dat ze show moeten maken. Als Kamerleden geen voorbeeld meer zijn van inhoud en vasthoudendheid, hoe moet het dan met de rest van het land?
Beeld: Renske Leijten in de Balie. Still uit de livestream (bewerkt).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.