Een avondje Clintel: iedereen weet allang hoe het klimaat in elkaar zit
Vanavond zal Arnout Jaspers praten over zijn nieuwe boek De Klimaatontkenner, kondigt de moderator aan. De zaal moet hard lachen. Het boek van Jaspers heet De Klimaatoptimist. Hij is geen klimaatontkenner, maar we zijn hier bij Clintel, dus dan ligt ontkenning al snel op ieders lippen. Volgens de moderator is Clintel ‘een wetenschappelijke denktank die het klimaatbeleid kritisch volgt’. Critici zouden het gewoon een club van ordinaire klimaatontkenners noemen.
Het klimaatdebat, zo vertelt een van de betrokkenen bij de koffie, is erg eenzijdig. Het is erg alarmistisch en alternatieve visies op het klimaatbeleid worden nauwelijks gehoord. Marcel Crok – de grote man achter Clintel – komt wel op televisie, maar alleen bij Ongehoord Nieuws. Daar zit hij ongeveer elke week en je kunt je afvragen of dat de klimaatzaak goed doet. De hoop is waarschijnlijk mede daarom gevestigd op Jaspers, die niet van Clintel is, maar wel kritisch uit de hoek komt.
Jaspers kreeg afgelopen jaar bekendheid met zijn boek de Stikstoffuik. Daarin stelt hij dat het stikstofbeleid op drijfzand is gebaseerd. Hij wist vooraf niet zeker of het boek aan zou slaan, zo vertelt hij woensdagsavond in Antropia in Driebergen. Het boek werd een groot succes, vooral omdat het aansloot bij het gevoel van velen dat het stikstofbeleid niet deugt. Vol tevredenheid constateert Jaspers dat het oude stikstofbeleid een paar uur eerder in de prullenbak is gegooid.
Geen ontkenner
Zo moet dat met het klimaatbeleid ook, hoor je Clintel denken. Toch wordt het publiek van een kleine honderd man enigszins teleurgesteld. Jaspers denkt dat de aarde opwarmt en dat dat komt door de mens. Jaspers zegt tegelijk ook dingen die het sceptische publiek wel kan waarderen: het dominante verhaal over klimaatverandering is overdreven. Het is onzin om te beweren dat de wereld vergaat als er sprake zou zijn van anderhalve graad opwarming. We gaan dan heus niet allemaal dood.
Zo wisselt Jaspers populaire en minder populaire boodschappen af. Hij wil de uitstoot van broeikasgassen verminderen, maar daar ook de tijd voor nemen. Er kunnen schadelijke effecten zijn door klimaatverandering, maar je moet ze ook niet overdrijven: er zijn ook positieve. Zo zijn sommige gebieden in het Noorden straks beter geschikt voor landbouw dan nu. Er is wel een moment dat klimaatverandering vooral negatief gaat uitwerken en de positieve effecten verdwijnen. Er moet dus wel iets gedaan worden.
Jaspers maakt in deze lezing een scherp onderscheid tussen het beperken van de uitstoot van broeikasgassen en klimaatadaptatie. Dat laatste is een must, bij de uitstoot ligt dat anders: het Nederlandse aandeel van de mondiale uitstoot is minimaal. Nederland brengt de eigen uitstoot vooral terug voor de rest van de wereld, niet voor zichzelf want dat directe effect is heel klein. Dit is een soort ontwikkelingshulp: een morele kwestie waarbij de vraag is of je dit wilt en zo ja hoeveel. Hoe groot vind je je verantwoordelijkheid?
Geen paniek
Het Clintel-publiek lijkt vooral geboeid door Jaspers’ kritiek op doorgeschoten klimaatalarmisme. Jaspers wil af van de paniek en onderbouwt dat met allerlei tabellen, plaatjes en grafieken. Het probleem laat zich enigszins raden: het is voor de leek – zeker in dit tempo en in deze setting – oncontroleerbaar. Jaspers ziet drie grote, in zijn ogen onzinnige, angsten. Zo kan de zeespiegelstijging nog lange tijd worden opgelost met een relatief beperkte verhoging van dijken.
Weerextremen zoals hittegolven en droogtes zullen volgens Jaspers vaker voorkomen, maar niet in die mate dat het klimaat onherkenbaar verandert. Ook het aantal klimaatvluchtelingen wordt volgens hem overdreven. Deze cijfers gaan grotendeels over migratie binnen Afrika en rapporten zouden voorspellen dat er daar geen plekken ontstaan waar geen mensen meer leven. Of dit klopt is uw verslaggever niet duidelijk, maar bij Clintel weten ze zeker dat Jaspers de waarheid spreekt.
Op andere punten herhaalt Jaspers argumenten die we al eerder op de politieke rechterflank hoorden. Het is onzinnig dat Nederland klimaatkoploper wil zijn, zon en wind leveren geen stabiele elektriciteit op en stellen hoge eisen aan tijdelijke opslag. Dat kan technisch met groene waterstof, maar dat proces is inefficiënt en in de praktijk nog nooit in grote hoeveelheden toegepast. Jaspers kan nergens vinden wat deze werkwijze gaat kosten. Waarschijnlijk veel.
Oplossingen
Ook qua oplossingen blinkt Jaspers niet uit in originaliteit: hij wil bewezen technologie gebruiken en vertrouwt vooral op kernenergie. Je zou CO2 ook kunnen afvangen en onder de grond stoppen, maar alleen als het om puntbronnen gaat, zoals schoorstenen van bedrijven die enorm veel uitstoten. Bij goed energiebeleid is er nationale regie en subsidieert de overheid alleen groene infrastructuur, die vervolgens niet jarenlang aan het subsidie-infuus blijft hangen.
Voor velen gaat Jaspers veel te ver in zijn klimaatkritiek en wil hij veel te weinig maatregelen, voor Clintel wil hij er echter te veel. Bij de vragenronde ontstaat discussie of er wel aan beleid moet worden gedaan. Jaspers vindt van wel. Hij is weliswaar gerust dat de wereld bij anderhalve graad opwarming niet vergaat en denkt dat twee graden ook wel kan, maar het moet toch ergens stoppen, anders gaat het naar zes of zeven graden en wordt het onleefbaar. Kritische blikken.
Het politieke midden vindt Jaspers ongetwijfeld een populist die het sceptische Clintel-publiek naar de mond praat. Toch zie je in Driebergen iets anders. Jaspers wil meerdere geluiden in het klimaatdebat. Hij is ook niet bang voor stevige aanvallen en stellingnames. Dat is onaangenaam voor politici van GroenLinks, maar eigenlijk ook voor Clintel. Jaspers stelt zich soeverein op en vertelt zijn eigen visie. Meerdere vragenstellers vinden hem niet kritisch genoeg. Hij geeft geen krimp.
Meer debat
Jaspers had veel succes met de Stikstoffuik en hoopt duidelijk op een vervolg. Hij gaat weer met lezingen het land in. De vraag is: met wie wil hij nou eigenlijk in debat? En willen mensen dat wel met hem? Het ligt voor de hand te denken dat hij in discussie wil met GroenLinks, maar het is maar de vraag of men daar erg veel zin in heeft. Leuk is anders en de vraag is ook of dit niet een herhaling van zetten oplevert. Tegelijk denk je: als Jaspers’ stellingen niet kloppen, zijn ze makkelijk door te prikken.
Op sommige punten start Jaspers wel degelijk nieuwe discussies. In deze zaal realiseer je je dat er bijvoorbeeld over het beeld van ‘miljoenen klimaatvluchtelingen’ nooit echt debat of uitleg is. Dit wordt door voorstanders van klimaatbeleid geponeerd, maar in de media lees je nooit wat het bewijs ervoor is. Iets dergelijks geldt voor Jaspers’ claim dat de kosten van de groene waterstofeconomie helemaal niet bekend zijn. Kom maar op met die cijfers en we zullen zien hoe het zit.
Als dit boek aanslaat, zal GroenLinks waarschijnlijk wel enige drang voelen om met een repliek te komen, al is het maar omdat men ervan overtuigd is gelijk te hebben. Men zal niet overlopen van enthousiasme, maar tegelijk zal men dit zien als een soort dure plicht. Het probleem van dit debat ligt heel ergens anders: heeft de uiterste rechterflank – die alles rond klimaat onzin vindt – ook zin om mee te doen en de eigen opvattingen bij te stellen? In de vragenronde horen we de ene na de andere witte man een eigen visie geven.
Wat dit zegt over de ruimte op rechts om eventueel van mening te veranderen, laat zich enigszins raden.
Beeld: zaal in Antropia. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.