Hoe relevant is Amerikaanse staatsinrichting als Trump aan de macht komt?
De Amerikaanse presidentsverkiezingen komen eraan en dat leidt traditiegetrouw tot een groot aantal boeken van Amerika-watchers. Een ervan is Koen Petersen. In Einddoel Witte Huis: hoe de Amerikanen hun president kiezen gaat hij in op het verkiezingsproces, van kandidaatstelling tot primaries, verkiezing en inauguratie. Er staan zoveel feiten in dat je je niet realiseert dat je dit boek al eens hebt gelezen: in 2012 kwam de eerste versie uit. De huidige is de zoveelste update.
Objectiviteit troef: we lezen over allerlei regels die rond de presidentsverkiezingen gelden en hoe die zich door de tijd hebben ontwikkeld. Aan welke eisen voldoen Amerikaanse verkiezingsdebatten bijvoorbeeld, hoe zit het nou precies met de kiesmannen en hoe ziet het Witte Huis er van binnen eigenlijk uit? Het is overduidelijk dat Petersen er alles aan doet om compleet te zijn. Misschien wat overcompleet: heeft de leek enig idee wie Thomas Jefferson was?
Compleetheid heeft tegelijk een belangrijk voordeel: ook de lezer die al veel dingen weet, komt altijd wel iets nieuws tegen. Het Amerikaanse stelsel wijkt zo af van het Nederlandse dat er altijd wel iets te leren valt, al is het maar door de herhaling. De Amerikaanse president is bijvoorbeeld staatshoofd en regeringsleider ineen. Voor velen misschien allang bekend, mij niet, al realiseer je je na enig denkwerk dat dit aan de andere kant van de Atlantische Oceaan inderdaad de praktijk is.
Context van nu
Er zijn veel meer voorbeelden: in Petersens boek lezen we een uitgebreide uitleg wat de rol van vice-president precies behelst en hoe die zich door de tijd heeft ontwikkeld. Op dezelfde manier krijg je een beeld van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, termen die in het nieuws regelmatig langskomen, maar waarvan het verschil niet direct duidelijk is. Dat geldt ook voor Super PACs, waarvan voor een buitenstaander niet altijd helder is wat ze doen. Aan welke regels zijn deze organisaties gebonden?
Het nadeel van zo’n boek vol feiten laat zich enigszins raden: hoe relevant is het allemaal? In allerlei video’s horen we Donald Trump zeggen dat de Amerikanen niet meer hoeven te stemmen als hij eenmaal aan de macht is. Het heeft er alles van weg dat Trump de Grondwet naast zich neer wil leggen c.q. wil herschrijven. Petersen vertelt in zijn boek uitgebreid over wat er allemaal in die Grondwet staat. Heel mooi en transparant, maar doet het er straks met Trump nog toe?
De vraag is natuurlijk of Trump de Amerikaanse democratie fundamenteel doet wankelen. Je zou populair kunnen zeggen dat dit al blijkt uit zijn dubieuze uitspraken over ‘niet meer hoeven te stemmen’ en de machtsoverdracht aan Joe Biden in 2020. Moet je een presidentskandidaat vertrouwen die eerder de macht weigerde af te staan en zijn achterban het Capitool liet bestormen? Je zou kunnen denken dat het antwoord nogal voor de hand ligt, maar desondanks maakt Trump een behoorlijke kans.
Trumps machtsgreep?
Hoe kan dat? Betekent het dat Amerikanen niet snappen hoe hun eigen staatsbestel werkt, of dat de implicaties van Trumps woorden niet worden doorzien? Of anders: zou het kunnen dat de zorgen over Trump nogal overdreven zijn? Petersen heeft het er nauwelijks over en je zou zomaar kunnen denken dat dat komt omdat dit een bewerkt boek is van een paar jaar geleden. Toen was er nog geen sprake van kandidaten die dit soort vragen opriepen.
Dit komt het duidelijkst naar voren bij het meest informatieve – en tegelijk meest teleurstellende – deel van dit boek. Waar gaat een Amerikaanse president nou eigenlijk over? We lezen een mooi overzicht van de bevoegdheden, plus een aardige anekdote over Richard Nixon, die een aantal gebouwen tegen de vlakte wilde gooien. Dat kostte hem opmerkelijk veel tijd en moeite, terwijl de president toch echt de uitvoerende macht van de VS is. Wat zegt dat nou eigenlijk is zo’n groot land?
Wat kan een president wel en niet? Petersen laat het bij algemeenheden, zonder specifiek in te gaan op de vraag of een machtsgreep van Trump tot de mogelijkheden behoort, fundamenteel ondenkbaar is, of dat het werkelijkheidsgehalte ervan nogal wisselend wordt beoordeeld. We lezen dat het presidentschap door de tijd heen vorm heeft gekregen op basis van ‘incidenten met precedentwerking’. Aan de uitvoerende macht ‘wordt geen voorbehoud of beperking gekoppeld’.
Dat klinkt behoorlijk alarmerend, maar of dat ook echt zo is, daar zwijgt Petersen over. Juist in deze tijden is dat onbevredigend.
Beeld: omslag boek Koen Petersen (bewerkt).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.