Symbolische Israël-boycots treffen slechts de verkeerde mensen
Ook deze week stonden er weer Palestina-demonstranten bij de Universiteit van Amsterdam. Er blijft een roep om een academische boycot van Israël, maar de universiteiten geven geen krimp: de rectoren lieten vorige week weten dat het er niet van komt. In de kunstwereld hebben de demonstranten meer succes. De Rietveld Academie, de Haagse kunstacademie, de Hogeschool Rotterdam en de Design Academy in Eindhoven hebben allemaal stappen gezet.
Al deze instellingen werkten tot voor kort samen met Bezalel, een kunstacademie uit Jeruzalem op het terrein van design en vormgeving. Tijd voor een ander geluid, dacht het altijd Israël-gezinde CIDI en dus zijn we woensdagavond in het Cobra Museum in Amstelveen voor een lezing van Adi Stern, de president van Bezalel. Hij komt vertellen over de academie die door deze Nederlandse collega-instellingen in de ban is gedaan. Hij zegt nadrukkelijk dat hij geen politieke speech houdt.
Stern denkt dat mensen in Israël momenteel in een gespleten wereld leven. Aan de ene kant gaat het leven door en zijn er bijeenkomsten als deze, aan de andere kant is er oorlog. We mogen de gegijzelden, de doden, de gewonden en de geëvacueerden – vele honderden mensen die sinds 7 oktober niet meer naar huis kunnen – niet vergeten. Pijn en lijden aan beide zijden zijn verschrikkelijk, zegt Stern. Er moet zo snel mogelijk een staakt-het-vuren komen en alle gegijzelden moeten worden vrijgelaten.
Kunstacademie in Jeruzalem
De zeventig aanwezigen leren dat Bezalel ongeveer 2500 studenten heeft op het terrein van design en visuele communicatie. De academie is hierin gespecialiseerd en dat is uniek in Israël. Bezalel werd in 1906 door zionisten opgericht, dus toen Israël nog helemaal niet bestond. We zien beelden uit die periode en horen over projecten van oud-studenten, waaronder een film die recent een Oscarnominatie heeft gekregen en twee inzendingen voor de Biënnale in Venetië.
Bezalel vindt diversiteit heel belangrijk, vertelt Stern. De studenten komen uit alle delen van het land, zijn zowel religieus als seculier en tien procent is Arabisch. Dat percentage groeit sinds Stern de leiding heeft. Bij Bezalel zitten Israëliërs in dezelfde klas als Palestijnen met familie in Gaza. Stern citeert een Palestijnse christen, die zich nergens thuis voelt, behalve bij Bezalel: niet bij de Palestijnen omdat hij christen is en niet onder Israëliërs omdat hij Palestijns is.
Bezalel staat middenin Jeruzalem in een gloednieuw, transparant gebouw. Jeruzalem is een moeilijke stad, aldus Stern. Het is de armste stad van Israël en er zijn grote maatschappelijke tegenstellingen. Bezalel wil een smeltkroes zijn van alle mensen die er leven. Dat wordt gesymboliseerd door het taalbeleid: er worden drie talen gesproken en die zijn allemaal even belangrijk. Er is geen hiërarchie en dat zie je terug in het logo waarin de talen letterlijk door elkaar lopen.
Internationale banden
Bezalel probeert te strijden voor democratie en diversiteit, legt Stern uit. Ondanks problemen en fricties is de instelling een ’oase’: een plek van verzet. Dat is kunstonderwijs van zichzelf al: kunst kan de samenleving helen en paden schetsen naar de toekomst. Bezalel spreekt zich zo min mogelijk uit: het doel is studenten zelf kritisch te laten nadenken. De instelling sprak zich alleen uit toen de regering Netanyahu vorig jaar de rechtsstaat wilde ‘hervormen’, wat neerkwam op een afbraak van de democratie.
Hoeveel zin heeft de boycot van Bezalel? Stern denkt dat kunstacademies overal dezelfde waarden vertegenwoordigen. Dat blijkt ook uit het enorme netwerk van Bezalel. Met de meeste partners gaat de samenwerking gewoon door, ondanks de Gaza-oorlog. Stern denkt dat Nederlandse bestuurders niet goed weten wat ze moeten doen nu er protesten zijn. Bestuurders willen geen boycot, maar willen tegelijk hun studenten kalmeren. Maar elke concessie leidt weer tot nieuwe eisen.
Ligt Bezalel wakker van de boycot? Je zou kunnen zeggen van wel, want Stern gaat instellingen in Europa en de VS af. Toch ontkent hij dat er een groot probleem is. Normaal zouden er jaarlijks 150 internationale studenten naar Jeruzalem komen en dat zijn er door de oorlog nul, boycot of niet. Irritatie is er wel: de instellingen die tot een boycot overgingen, hebben er nooit contact over gezocht. De symboliek is schadelijker dan de materiële gevolgen, aldus Stern.
De zaal gaat naar de borrel. Wie wordt er nou eigenlijk door zo’n boycot getroffen? Netanyahu?
Beeld: Logo Bezalel (achtergrond is bewerkt).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.