Invloed op de EU? Dat is mogelijk, maar grip is iets anders

Er kwamen zoveel boeken uit in de aanloop naar de Europese verkiezingen, dat er weleens eentje aan je aandacht ontsnapte. Geen probleem: Post uit Brussel van Mendeltje van Keulen kwam weliswaar in deze periode uit, maar is juist buiten verkiezingstijd relevant. Dat zien we al aan de ondertitel: Nederlandse invloed op Europees beleid. Hoe hebben de Nederlandse overheid, politici en burgers invloed op al die wetten en regels die uit Brussel komen?
Als je je niet in de EU verdiept is het makkelijk er een karikatuur van te maken. Dan is de EU een soort op zichzelf staande entiteit die de soevereiniteit van Nederland uitholt door allerlei regels uit te vaardigen waar Nederland geen enkele invloed op heeft, maar die wel ingevoerd moeten worden. Het is het beeld van partijen als BBB, PVV en FvD. Van Keulen heeft het tot een soort missie gemaakt om uit te leggen dat de werkelijkheid ver van dit beeld afstaat.
Deze bundeling van columns van de website Brusselse Nieuwe gaan in op talloze pogingen vanuit Nederland om Europees beleid te beïnvloeden. Zo versterkt deze bundel onbedoeld een ander vooroordeel over de EU: dit is een enorm bureaucratische wereld met veel verschillende instellingen, actoren en overleggen, die via allerlei ingewikkelde procedures tot beleid komen. Je kunt ideeën geven, reageren op uitgewerkte beleidsvoorstellen, meedoen aan expertpanels en ga zo maar door.
Grip hebben
Van Keulen laat nog iets anders zien wat EU-critici niet bevalt: je kunt je wel tegen allerlei Europees beleid aan bemoeien, maar dat wil niet zeggen dat je je zin krijgt. Er zitten immers 27 landen aan tafel met allemaal eigen wensen. In veel gevallen kan Nederland voorstellen niet van een veto voorzien en dus moet je meepraten om zoveel mogelijk van je eigen mening terug te zien in het eindresultaat. Dat dat regelmatig lukt, blijkt uit de voorbeelden in dit boek, maar teleurstellingen zijn er ook. Volop.
De vraag of je naast invloed ook grip hebt, is pregnant. Ook bij deze vraag is dit boek ontnuchterend: de Tweede Kamer zou het laatste woord moeten hebben, maar we lezen dat de regering zich soms niet houdt aan wat het parlement over Europese voorstellen heeft uitgesproken. Er is een Comité voor lokale overheden, maar dat heeft alleen adviserende bevoegdheden. Je kunt als burger een burgerinitiatief indienen, maar dat voorstel hoeft niet behandeld te worden.
Er zijn allerlei opties om mee te praten in Brussel en iedereen die dat ontkent liegt, maar meepraten is niet hetzelfde als zeker zijn dat je de boel kunt bijsturen. Soms lukt het, soms niet. Je zou kunnen zeggen dat het leven nou eenmaal voor- en tegenspoed kent en dat je er met goede voorbereidingen en hard werken het maximale uithaalt. Daar heeft Van Keulen gelijk in, maar eurosceptici zullen toch blijven concluderen dat je het beter zelf kunt regelen.
Aangezien de EU er nou eenmaal is, is de benadering van Van Keulen het slimst.
Noot: de afgelopen jaren schreef ik twee keer een boek met Van Keulen. In 2019 verscheen een boek over Nederlandse Europarlementariërs en in 2022 een boek over Nederlanders in Brussel.
Beeld: omslag Post uit Brussel.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.