De uitslag van de Europese verkiezingen laat nog even op zich wachten

De Europese verkiezingen zijn voorbij en dus is het tijd voor beschouwingen over de uitslag en de gevolgen. Er zijn dezer dagen opvallend veel panels over: bij Politico, bij Nieuwspoort en bij The Hague Center for Strategic Studies. Dinsdagmiddag is er eentje bij Spui25, het debatcentrum van de Universiteit van Amsterdam. Drie sprekers laten hun licht schijnen op de uitslag en de toekomst van de Europese politiek. Daar blijkt nog maar weinig over te zeggen.
Deze sessie roept een intrigerende vraag op: is de uitslag eigenlijk wel bekend? De Europese verkiezingen hebben in iedere lidstaat een zetelverdeling opgeleverd. Zo zijn in Nederland 31 zetels verdeeld. Toch zijn al die nationale uitslagen maar een deel van het verhaal. In Brussel draait het immers niet om nationale partijen, maar om de Europese fracties waarin zij samenwerken. Het gaat om de vraag hoe de machtsverhoudingen tussen die fracties komen te liggen.
Voor een deel is dit eenvoudig: sommige partijen hebben een affiliatie met een bestaande fractie, omdat ze er al in zaten. D66 zit bijvoorbeeld standaard bij het liberale Renew. Drie zetels voor D66 betekent drie zetels voor Renew. In heel wat gevallen is het echter niet zo eenduidig: nog nooit waren er zoveel nieuwe partijen die nog geen affiliatie hebben of waarvan onzeker is of ze bij hun oude fractie blijven.
Onduidelijkheid troef
NSC en BBB willen toetreden tot de christendemocraten (EVP), maar daar gaat men nog over vergaderen. De VVD wil bij Renew blijven, maar de Franse fractievoorzitter is daar geen voorstander van nu de VVD in een coalitie met de PVV zit. Volt zat de afgelopen jaren met één (Duitse) Europarlementariër bij de Groenen, maar dat is altijd een tijdelijke affiliatie geweest. Volt kan nu ook kiezen voor het liberale Renew. De leden mogen er binnenkort over stemmen.
De grootste veranderingen zien we op radicaal rechts. Hier is een lange geschiedenis van ruzie en gebrek aan samenwerking, maar zonder fractie zijn nationale partijen machteloos en dus is met enkele jaren vertraging er echte samenwerking ontstaan. Dit leidde echter nooit tot één eurosceptische fractie: het bleven er altijd twee. De pro-atlantische ECR (met SGP en voorheen FvD-afsplitsers) is altijd wat acceptabeler en invloedrijker geweest dan ID (met de PVV) die consistent het label extreemrechts krijgt.
Marine le Pen (Rassemblement National, ID) zou met Giorgia Meloni (Fratelli d’Italia, ECR) kunnen besluiten deze twee fracties samen te voegen. Na zo’n fusie ontstaat de grootste radicaal rechtse fractie ooit, maar niemand weet of dit lukt. Het probleem laat zich raden: op deze flank zijn er meningsverschillen en onderlinge concurrentie, bijvoorbeeld tussen partijen uit hetzelfde land die niet met elkaar in dezelfde fractie willen. Bij een fusie worden bijvoorbeeld SGP en PVV fractiegenoten.
Puzzelen en onderhandelen
De komende weken praten partijen achter de schermen over al deze samenwerkingen. We weten voorlopig niet hoe het ermee staat. AfD werd onlangs uit ID gezet, maar wil terug en heeft daarom de controversiële leider bij het grofvuil gezet. Het is onduidelijk of dat voor Le Pen voldoende is om AfD weer op te nemen. Zo zien we hoe onvoorspelbaar deze fase is: als er een fusiefractie van ECR en ID ontstaat en AfD is daar niet welkom, waar moeten deze pakweg vijftien Europarlementariërs dan heen?
AfD kan een eigen fractie beginnen. Er is maar één beperking: het Europees Parlement accepteert een fractie pas als deze uit minimaal 23 Europarlementariërs uit minimaal zeven landen bestaat. AfD heeft voor een eigen fractie dus in ieder geval partijen uit zes andere landen nodig. De omstandigheden helpen een beetje mee: er zijn meer nieuwe partijen op de rechterflank die nog geen onderdak hebben. Maar waar die terecht willen komen, weet niemand.
Deze puzzel gaat niet alleen over hoe radicaal rechtse partijen met elkaar in fracties terechtkomen, maar ook over welke partijen überhaupt tot deze flank behoren. Soms is men elders niet welkom. Het Hongaarse Fidesz is een voorbeeld, maar dit zou ook zomaar voor BBB kunnen gelden. Die partij wil in de christendemocratische fractie, maar is nog niet toegelaten. Als dat niet lukt, moet BBB noodgedwongen naar de radicaal rechtse flank uitwijken.
Onduidelijke zetels
Politicoloog Nikoleta Yordanova becijfert in Spui25 dat er nog 31 zetels op de rechterflank te vergeven zijn aan ECR, ID, een fusie of een nieuwe fractie. Hoe groot radicaal rechts in het Europees Parlement wordt en hoe verenigd men dan echt is, is vooralsnog onduidelijk. De kans op versnippering blijft groot. De mogelijkheid bestaat dat een deel van de partijen op deze flank zich nergens aansluit en non-inscrits wordt. Dan is hun invloed weliswaar nihil, maar dat is niet heel erg als je sowieso minder EU wilt.
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, zou er ook op de linkerflank nog een nieuwe fractie kunnen ontstaan. Yordanova laat zien dat zo’n linkse groep de drempel van Europarlementariërs en landen zou kunnen halen. Daar zou dan de Italiaanse Vijfsterrenbeweging in kunnen zitten, maar ook het Duitse BSW: Bündnis Sara Wagenknecht, een afsplitsing van Die Linke. Beide partijen zoeken nog ergens onderdak. Het gaat hier wederom twee keer over een handvol zetels.
Dus hoe komt het Europees Parlement eruit te zien? Dat blijft de komende weken koffiedik kijken. De balans is wat meer naar rechts verschoven en daarom zullen standpunten als minder klimaatbeleid en minder vluchtelingen aan belang winnen. Maar alles hangt af van de te sluiten coalities en die zijn hooguit op hoofdlijnen bekend. Pas als we weten hoe de fracties er precies uit gaan zien, weten we meer.
Beeld: verkiezingsbord Europese verkiezingen. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.