Een Europees lijsttrekkersdebat draait om het ritueel, niet om de inhoud
Het is niet zo makkelijk een breed publiek naar zo’n debat te krijgen, denkt Europarlementariër Jeroen Lenaers (CDA). Hij staat maandagmiddag op het Vrijthof in Maastricht bij een lange rij studenten die hun toegangskaart ophalen voor het zogeheten ‘Maastricht Debate’ dat een paar uur later plaatsvindt in het plaatselijke theater. Het is moeilijk Lenaers ongelijk te geven: deze studenten zijn vermoedelijk erg geïnteresseerd in de EU én voor meer Europese integratie. Zou iemand hier PVV stemmen?
Dit debat is een nieuwe traditie. Het wordt georganiseerd door Studio Europa, een samenwerking tussen de gemeente Maastricht, de provincie Limburg en de Universiteit Maastricht. Politico – het medium van de EU-bubbel – doet ook mee. Het debat symboliseert de start van de Europese verkiezingscampagne: hier komen de Spitzenkandidaten aan het woord. Zij strijden om het voorzitterschap van de Europese Commissie. Ze fungeren daarmee als een soort lijsttrekkers van de Europese politieke partijen.
Rare procedure
In Europa werken nationale partijen samen in Europese partijen die veelal ook een eigen fractie in het Europees Parlement hebben. De Spitzenkandidaat van de partij die na de verkiezingen de grootste fractie in het parlement heeft, wordt Commissievoorzitter. Dat is althans de theorie. In 2014 ging het ook echt zo: de christendemocraten werden het grootst en hun kandidaat – Jean-Claude Juncker – werd voorzitter. In 2019 werd het echter Ursula von der Leyen, terwijl ze nooit Spitzenkandidaat was geweest.
De rol van de kiezers is dus twijfelachtig. Daar is nog een tweede reden voor: de samenstelling van de fracties in het Europees Parlement is geen gegeven. De indeling staat tot na de verkiezingen ter discussie. BBB en NSC willen zich bijvoorbeeld aansluiten bij de christendemocraten, maar of dat echt gebeurt wordt pas na de verkiezingen besloten. Of deze zetels dus meetellen om te bepalen of de christendemocraten de grootste zijn, staat niet vast: Brusselse onderhandelingen bepalen de grootste fractie, niet kiezers.
Het is zelfs nog erger. De christendemocraten zijn standaard sowieso de grootste. Dat maakt dat Von der Leyen de strijd vrijwel zeker wint. Het enige reële alternatief is de Spitzenkandidaat van de tweede fractie, namelijk de sociaaldemocraten. Alle andere fracties zijn op voorhand veel kleiner en dus irrelevant voor de vraag wie wint. Toch staan er in Maastricht acht Spitzenkandidaten op het podium. En dan heeft de radicaal rechtse ECR niet eens iemand afgevaardigd.
Lekker relevant: de christelijke partij ECPM heeft een Spitzenkandidaat, terwijl de partij niet eens een fractie in het Europees Parlement heeft. De EFA – een clubje regionale partijen – heeft ook een kandidaat, terwijl deze partij altijd bij de fractie van de Groenen zit. Europees Links heeft wel een eigen fractie, maar deze is sowieso te klein om enige kans te maken. Toch is er een kandidaat. Extreemrechts heeft in theorie een kanshebber, maar deze zal nooit Commissievoorzitter worden omdat de lidstaten dat niet zullen accepteren.
Een ingewikkeld debat
Misschien heeft dit debat een ander doel: het kan een beeld geven van de smaken waaruit burgers in juni kunnen kiezen, al vraag je je af waarom EFA en ECPM dan op het podium staan. Een fractie zullen ze niet krijgen, maar ze krijgen in Maastricht desondanks evenveel aandacht als de vrouw op wie alle ogen gericht zijn, al is het maar omdat iedereen verwacht dat Von der Leyen Commissievoorzitter blijft. Het ontgaat de organisatoren wat voor kiezers wel en niet relevant is.
Deze avond wordt weliswaar een debat genoemd, maar dat is het niet. Het is een opeenvolging van statements en antwoorden op vragen van de twee moderatoren, die niet veel meer doen dan de vragen oplezen en de tijd in de gaten houden. Het levert vooral een enorme hoeveelheid statements op. Als er wat interactie tussen de deelnemers is, zijn er twee opties: interactie met de enige kandidaat met een andere agenda, namelijk extreemrechts, of met Von der Leyen, omdat iedereen weet dat het eigenlijk om haar draait.
Niets nieuws
We horen deze avond vooral dingen die we al wisten: extreemrechts wil geen EU, links wil sancties tegen Israël, de groenen willen klimaatbeleid en ga zo maar door. De eurofiele studenten in de zaal en de online meekijkende EU-bubbel wisten dit natuurlijk al. De vraag is dan waarom er honderden mensen komen opdraven voor dit debat. De verklaring is waarschijnlijk het gevoel dat de EU onder druk staat en dat deze verkiezingen ontzettend belangrijk zijn.
Dit debat markeert het begin van de campagne voor verkiezingen die voor de aanwezigen ontzettend veel betekenen. Allerlei zorgen komen hier samen: of het nou gaat om het redden van het klimaat, de oorlog van Rusland tegen Oekraïne of de opvang van vluchtelingen, het zijn allemaal kwesties die de EU moet gaan oplossen en waarvoor de uitslag van deze verkiezingen belangrijk is. Als er een extreemrechtse overwinning komt, blijven oplossingen misschien wel uit, zo is het idee.
Door allemaal in een theater te gaan zitten lijkt het alsof deze verkiezingen leven, de EU een volwaardige democratie is en het EU-beleid ook brede steun onder de bevolking heeft. Dat het publiek in de zaal helemaal niet representatief is voor welke populatie dan ook wordt voor het gemak maar even vergeten. Bij een peiling leren we dat een derde van de aanwezigen de Spitzenkandidaat van de Groenen, Bas Eickhout, als Commissievoorzitter wil. Hij is in werkelijkheid kansloos.
Een ritueel
Dit debat draait om wat je ‘de uitvinding van een traditie’ zou kunnen noemen: een Europees lijsttrekkersdebat alsof er een soort verkiezing van een Europese premier gaat plaatsvinden. Daar moet het volgens eurofielen immers naartoe. Dat de werkelijkheid hier ver vanaf staat is geen probleem, want tradities moeten tijd krijgen om zich te ontwikkelen en breed geaccepteerd te raken. Zo valt te begrijpen waarom we niets leren: het gaat niet om de inhoud, maar om het ritueel.
Met deze bril is ook duidelijk waarom dit debat zo ontzettend geforceerd belangrijk wordt gemaakt: alleen zo bouw je aan een traditie. Er is een watch-party op het Vrijthof waar de aanwezigen die niet in de zaal passen het debat op een groot scherm kunnen bekijken. Of er veel mensen op af komen is binnen niet te zien, maar dat maakt niet uit: het gaat om het idee. Er zijn in meer Europese steden dit soort events georganiseerd. De boodschap is niet te missen: dit is een hele bijzondere avond.
In Maastricht komen de kandidaten binnen via een rode loper alsof ze filmsterren zijn, maar dat zijn ze niet. Dit is namelijk Europa. De NOS heeft geen televisieploeg gestuurd en RTL is er ook niet. Dit is een leuke avond voor Bas Eickhout, die de meeste media-aandacht krijgt omdat veel media Nederlands zijn en het publiek op zijn hand is. Of de kijker er iets mee opschiet? Een kritisch interview met Von der Leyen was een stuk informatiever geweest. Maar die was na het debat meteen alweer naar huis.
Beeld: Bas Eickhout staat BNR te woord. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.