In het Europees Parlement was de PVV rampzalig en dat blijft zo
In de peilingen voor het Europees Parlement staat de PVV op acht zetels. In Brussel en Straatsburg vinden heel wat Nederlanders het moeilijk voor te stellen dat die score echt wordt behaald. PVV-stemmers hebben immers weinig interesse in de EU en gaan vaak niet naar de stembus, zeker niet bij in hun ogen onbelangrijke verkiezingen. Toch blijft dit koffiedik kijken: het zou zomaar kunnen dat de opkomst dit keer hoger is dan normaal, bijvoorbeeld omdat de PVV voor het eerst formeert.
Een interessantere vraag is wat kiezers precies krijgen als ze PVV stemmen. Het verleden biedt geen garantie voor de toekomst, maar het geeft wel een beeld. Daarom de vraag: wat heeft de PVV de afgelopen jaren in het Europees Parlement bereikt?
De PVV werd in 2009 voor het eerst in het Europees Parlement gekozen. Aanvankelijk had de partij vier zetels, later kwam daar een vijfde bij. Er was een continue in- en uitloop van fractieleden. Louis Bontes ging na een jaar naar Den Haag, Barry Madlener een tijdje later. Daniël van der Stoep stapte vanwege een schandaal tussentijds op, maar mocht door een extra zetel terugkomen, maar niet meer in de PVV-fractie. Laurence Stassen splitste zich voor de verkiezingen van 2014 af.
Alleen in de periode 2014-2019, toen de PVV vier zetels had, waren twee leden de hele periode van vijf jaar actief: Marcel de Graaff en Olaf Stuger. Hans Jansen overleed en Vicky Maeijer vertrok tussentijds naar Den Haag. Na deze vijf jaar kwam alleen De Graaff terug en stapte uiteindelijk over naar FvD. Als deze blog niet over de PVV ging, zou je zeggen dat de partij uit baantjesjagers bestaat.
De kandidatenselectie van de PVV was beroerd. Van de twaalf mensen die ooit voor de partij in het Europees Parlement zaten zijn er vier tussentijds vertrokken, splitsten drie zich tijdens hun mandaat af en waren er maar twee meer dan één periode actief. Slechts vier van de elf nog levende ex-Europarlementariërs doen nog iets bij de PVV. Van opbouw van kennis en ervaring is dus nauwelijks sprake.
De PVV-ers in het Europees Parlement waren ook niet erg actief. In de eerste jaren was de partij niet aangesloten bij een Europese fractie, waardoor de leden per definitie geen invloedrijke functies konden krijgen. Dat maakte hun bestaan al meteen zo goed als zinloos. Pas in 2015 ging de PVV samenwerken in de ENF-fractie, die tegenwoordig door het leven gaat als ID.
Over het wetgevende werk in Brussel hoeven we het niet te hebben: rapporteurschappen – waarbij een Europarlementariër namens het parlement onderhandelt – zijn bij de PVV nooit aan de orde geweest. Auke Zijlstra en Lucas Hartong zijn een enkele keer schaduwrapporteur geweest. Zo blijven er voor de PVV’ers drie taken over: speechen bij plenaire debatten, het indienen van moties en resoluties* en het stellen van vragen.** Ze hebben honderden vragen gesteld en aan tientallen debatten meegedaan.
Publiciteit heeft dit nauwelijks opgeleverd. Beleid ook niet: Europese wetgeving verander je door mee te onderhandelen, niet door speeches te geven of vragen te stellen. De PVV onderhandelde zo goed als nooit: eerst had de partij geen kans op invloedrijke functies, later alleen in theorie omdat de standpunten van zowel de ENF- als de ID-fractie te ver van de Brusselse consensus afstaan. Ook zijn deze fracties nooit nodig voor een meerderheid. De compromissen worden niet gesloten met de flanken.
Wat verandert er?
Gaat dit veranderen als de PVV straks met acht zetels in het Europees Parlement zit? Het belangrijkste gegeven is nogal plat: Nederland is een klein land en heeft dus maar een beperkt aantal Europarlementariërs. Zelfs als de PVV de voorspelde zetels krijgt, is de partij een dwerg die nooit echt nodig is. Dat geldt natuurlijk voor alle Nederlanders. De PVV is tevens nooit bepalend voor de samenstelling van welke Europese fractie dan ook. Bij ID is een partij als die van Marine le Pen belangrijk, niet partijen die maar een handjevol zetels meebrengen.
Na de Europese verkiezingen zal de ID-fractie – ook in combinatie met de rechtse concurrent ECR – vrijwel zeker niet nodig zijn voor meerderheden, tenzij de christendemocraten met rechts gaan samenwerken. De kans dat zij meerderheden vinden met liberalen, groenen en sociaaldemocraten blijft echter een stuk groter. Het zou daarom zomaar kunnen dat de PVV-Europarlementariërs ook de komende jaren weer vaak duimen zitten te draaien.
Als je dan ook nog bedenkt dat de PVV nog steeds geen organisatie heeft die goede, ervaren kandidaten kan selecteren, weet je hoe het de komende jaren afloopt.
* In de tabel zijn ontwerpresoluties (groep of individueel) en moties opgeteld.
** In de tabel zijn mondelinge en schriftelijke vragen opgeteld.
Beeld: Lucas Hartong, Laurence Stassen en Daniël van der Stoep in het Europees Parlement. Foto: Europese Unie, 2010.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.