Wat is het effect van een radicaal rechtse overwinning in het Europees Parlement?
In 2024 zou zomaar een politieke aardverschuiving kunnen plaatsvinden: in juni zijn verkiezingen voor het Europees Parlement en de peilingen voorspellen een forse winst voor radicaal rechts. Zo peilde de PVV onlangs zo’n negen Brusselse zetels. Tijd voor een goed gesprek over de gevolgen van zo’n mogelijke overwinning. Dit brengt ons bij het academisch debatcentrum Spui25 van de Universiteit van Amsterdam. Is er momenteel sprake van een Europese doorbraak van radicaal rechts? En wat houdt dat in?
Spui25 heeft drie wetenschappers uitgenodigd om over deze materie te spreken. Sarah de Lange is hoogleraar politiek pluralisme en schrijft veel over populistische partijen, Robin de Bruin doceert over de geschiedenis van Europese integratie en Brian Burgoon is hoogleraar vergelijkende politieke economie. Hoewel de maatschappelijke en politieke zorgen over de opkomst van radicaal rechts enorm zijn, zit de zaal niet vol. Dit dreigende gevaar heeft inmiddels een hoog ‘oud nieuws’-gehalte.
Rechtse overwinning?
De Lange schudt een grote hoeveelheid rechts radicale partijen uit haar mouw. Het is een relatief nieuw fenomeen dat radicaal rechts in meerdere landen de grootste partij lijkt te kunnen worden of dat inmiddels al is, zoals in Oostenrijk (FPÖ), Frankrijk (Rassemblement National), Vlaanderen (Vlaams Belang) en Nederland (PVV). In sommige andere landen staat radicaal rechts op de tweede plaats: in Duitsland (AfD) en Zweden (Zweden Democraten) bijvoorbeeld.
Toch moeten we niet overdrijven, lijkt De Lange ons te willen meegeven. Jarenlang werd gekeken naar Denemarken, waar de Deense Volkspartij gold als een succesvol voorbeeld op deze politieke flank. Deze is juist helemaal in elkaar gestort. Ook is het goed je te realiseren dat de voorspelling dat radicaal rechts de Europese verkiezingen gaat winnen ook werd gedaan in 2014 en 2019. Het was destijds een media-frame waar niets van terecht kwam.
De belangrijkste vraag voor radicaal rechtse partijen is hoeveel kiezers er naar de stembus gaan, zo leren we. Europese verkiezingen leven niet bij het grote publiek. Er staat in de ogen van velen maar weinig op het spel. Het is in de praktijk moeilijk voorspelbaar welke stemmers op komen dagen. Burgoon is het met De Lange eens dat het lastig te voorspellen is wat er uit deze verkiezingen komt, behalve dat radicaal rechts waarschijnlijk zetels wint.
Twee fracties
Als de voorspellingen uitkomen, wordt radicaal rechts de tweede stroming in het Europees Parlement, doceert De Lange. Als we kijken naar de Europese fracties ligt dat anders. Radicaal rechts is verdeeld over twee groepen: ECR – de zogeheten Europese conservatieven en hervormers – en ID, de fractie Identiteit en Democratie. Bij ECR zijn de SGP en JA21 aangesloten. In het verleden was FvD hier ook onderdeel van. De PVV is onderdeel van ID, maar heeft momenteel geen Europarlementariërs.
Radicaal rechts zoekt elkaar in Europa meer dan ooit op. Decennialang hebben deze partijen niet of nauwelijks met elkaar willen of kunnen samenwerken, maar de laatste jaren is dat anders. Zo is de band tussen de oprichtende partijen van ID inmiddels stevig. Ook de Spaanse partij Vox heeft veel gedaan om gelijkgezinde partijen samen te brengen. Dat ging vaak informeel via conferenties waaronder het Amerikaanse CPAC, dat meerdere keren in Hongarije neerstreek.
Toch is de eenheid broos. Radicaal rechts is niet alleen verspreid over twee fracties, maar die zijn beide ook vrij los georganiseerd. Ze bestaan immers uit nationalistische partijen die de eigen cultuur, macht en soevereiniteit belangrijk vinden. Daarom bestaat er binnen ECR en ID geen stevige fractiediscipline zoals andere fracties die wel kennen. De leden van ECR en ID willen zelf hun eigen koers bepalen. Daarom is hun vuist in Brussel minder krachtig dan die in theorie zou kunnen zijn.
Een platform
Daar komt nog iets bij. Bij radicaal rechts houdt niet iedereen zich met het wetgevende werk in het Europees Parlement bezig en daarom is de beleidsmatige invloed klein. Veel van deze Europarlementariërs gebruiken het parlement als een platform. Een goed voorbeeld is Rob Roos (ex-FvD en ex-JA21) die continu op sociale media te zien is, maar nauwelijks wetgevend werk doet. Dit ligt voor de hand: Europarlementariërs als Roos willen willen niet of nauwelijks Europees beleid en werken daar dus ook niet aan mee.
Zo komen we op een hele andere interpretatie. Het Europees Parlement is ook een arena voor argumenten en verhalen die het grote publiek in meer of mindere mate bereiken. Een radicaal rechtse overwinning leidt ertoe dat ideeën als ‘omvolking’ meer normaliseren omdat ze simpelweg vaker in speeches aan bod zullen komen. Het wordt lastiger voor het Europees Parlement om daadkrachtig de liberale democratie te verdedigen als er steeds meer radicaal rechtse parlementariërs zijn.
Het belangrijkste effect van een radicaal rechtse overwinning is daarnaast een verschuiving van prioriteiten. Nu hoor je uit Europa nog zaken als een Green deal, maar dat soort voorstellen zullen minder belangrijk worden. Op allerlei dossiers zal het Europees Parlement minder progressief uit de hoek gaan komen, migratiebeleid wordt ongetwijfeld strenger en sociaal beleid is sowieso niet meer te verwachten.
Echte veranderingen
Veranderingen komen er vooral als radicaal rechts ook allerlei nationale verkiezingen wint, denkt De Lange. Zo zijn er in juni verkiezingen in België waar Vlaams Belang hoge ogen gooit. Als een land een radicaal rechtse partij in de regering krijgt, zal dat een uitwerking hebben in de Europese Raad van regeringsleiders. Dan zitten daar niet alleen Giorgia Meloni en Viktor Orban, maar meerdere ideologische medestanders. Dat zal de koers van de EU veel meer veranderen dan alleen wat zetels in het Europees Parlement.
Zolang radicaal rechts niet in één fractie is verenigd en ook niet als één blok optreedt, blijft het gissen wat er na een overwinning in juni gebeurt. Burgoon denkt dat het erom gaat of de christendemocraten en de sociaaldemocraten samen een spilfunctie kunnen blijven vervullen, zoals ze altijd hebben gedaan, of dat de christendemocraten meer de samenwerking met de rechterflank gaan zoeken.
Leuk weetje: in de christendemocratische fractie zit het CDA, de partij die er in Nederland niet over piekert met de PVV samen te werken. Benieuwd of dat ook de lijn van de Europese fractie van het CDA wordt.
Beeld: Rob Roos in het Europees Parlement. Foto: Frédéric Marvaux. Europese Unie, 2024.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.