NSC klinkt hartstikke sympathiek, maar zo klinkt het CDA ook
Nooit eerder was het op 6 april zo warm en toch zitten zevenhonderd mensen in evenementenhal Breepark in Breda. Hier vindt het eerste ledencongres van Nieuw Sociaal Contract (NSC) plaats. Onbewust dwalen je gedachten af naar de LPF: een partij die kort heel populair was. In de nadagen begon de LPF een partijorganisatie te bouwen die vervolgens nooit echt van de grond kwam. Zo zou het met NSC ook kunnen gaan: de populariteitspiek ligt achter ons, de partijopbouw begint nu.
NSC geeft blijk van veel ambities. We luisteren naar partijvoorzitter Bert van Boggelen. NSC moet een maatschappelijke beweging zijn die in gesprek gaat met mensen die niet gezien worden en die zich niet gehoord voelen, legt hij uit. In de middag horen we twee sprekers praten over maatschappelijke initiatieven, burgerparticipatie en gemeenschapszin. Onwillekeurig dwalen je gedachten af naar de vorige partij van Pieter Omtzigt. Die zou ook voor deze visie tekenen.
We horen dit congres over allerlei thema’s zoals steun aan Oekraïne, bescherming van de rechtsstaat, streng maar rechtvaardig asielbeleid en een realistische balans tussen natuur en landbouw. NSC heeft zich vakkundig in de markt gezet, maar je vraagt je toch af of dit niet eigenlijk gewoon CDA-thema’s zijn. Waarom bestaat NSC precies, anders dan dat Pieter Omtzigt niet verder kon bij het CDA? Wat zegt dit over de mensen die zich erbij hebben aangesloten? Hebben zij ook ruzie met het CDA?
CDA als kwaliteitskeurmerk
Is NSC meer dan de fanclub van Omtzigt? De Europese verkiezingen vormen een eerste toets, als er voor het eerst een andere lijsttrekker is. De keuze is gevallen op Dirk Gotink, een vanwege zijn Brusselse voorkomen niet erg aansprekende keuze. Hij houdt een speech met heel veel standpunten over de EU. Aan het einde weet je niet meer zo goed wat nu eigenlijk de centrale boodschap was. Ook nu weer dezelfde vraag: had deze potpourri van standpunten niet ook van het CDA kunnen zijn?
Verhip, Gotink komt van het CDA, waar hij beleidsmedewerker en in 2014 kandidaat-Europarlementariër was. Momenteel is hij woordvoerder van Manfred Weber, de fractievoorzitter van de christendemocraten in het Europees Parlement. Gotink presenteert zichzelf nu als een praktijkpersoon die veel weet van de materie waarvoor hij is ingehuurd. Een docent weet veel van onderwijs, een arts van zorg, Gotink van de EU. Dat al die EU-ervaring van het CDA komt, zegt hij er niet bij, al weet iedereen het.
De voormalige partij van Omtzigt lijkt bij NSC bijna te fungeren als een soort kwaliteitskeurmerk. Kamerleden Eddy van Hijum, Nicolien van Vroonhoven, Wytske Postma en Olger van Dijk komen er immers vandaan. Diederik Boomsma was CDA-raadslid in Amsterdam en gaf die zetel op voor zijn overstap, al werd hij net niet verkozen. Het congres wordt gepresenteerd door Lotte Schipper, ooit CDJA-voorzitter en duo-raadslid in Amsterdam.
Een nare interpretatie
Er bestaat een nare interpretatie van deze NSC-gezichten. Het zijn allemaal CDA’ers waarmee het niet wilde vlotten. Postma was maar kort Kamerlid, Van Dijk werd het nooit. Gotink had Europarlementariër van het CDA kunnen zijn, ware het niet dat hij geen zetel kreeg door de voorkeursstemmen op twee anderen. Gotink heeft het desondanks in Brussel gemaakt, maar als je zelf in de schijnwerpers wilt staan is de rol van woordvoerder altijd minderwaardig, hoe belangrijk je baas ook is. NSC is Gotinks laatste kans op de spotlights.
Diederik Boomsma was ‘beste raadslid van Nederland’ en daar is vriend en vijand het over eens, maar hij kwam bij het CDA nooit in beeld als mogelijk Kamerlid, vermoedelijk omdat hij geldt als te conservatief. NSC geeft hem alsnog een kans, al blijft het wachten totdat iemand plaats voor hem maakt. Lotte Schipper gold als CDA-talent, maar ze viel na haar CDJA-voorzitterschap niet meer op, al helemaal niet als duo-raadslid. Ze kwam nergens meer bovendrijven, behalve bij NSC.
Al deze politieke transfers zijn extra noodzakelijk omdat het CDA krimpt en dus sowieso weinig baantjes heeft. Voor al deze mensen geldt: NSC moet slagen, anders is hun politieke carrière ten einde. Ze kunnen niet goed terug. Ondertussen dringt de vraag zich op of NSC geen eendagsvlieg is. Ik heb slecht nieuws: dat zou zomaar eens kunnen.
Leve de diversiteit
Als je met NSC-leden praat, begrijp je wel waarom al die CDA’ers hier zo dominant aanwezig zijn: het zijn de beste mensen die er zijn. Hoe weet je zeker dat iemand het echt met NSC eens is en serieus politiek wil bedrijven? Het antwoord ligt voor de hand. Er lopen in Breda ook leden van 50Plus rond. Een jongen vertelt me dat hij bij Code Oranje zat, een mislukte partij van Richard de Mos. U weet wel, van de ombudspolitiek. Sommige mensen noemen dat niet ‘goed bestuur’ maar clientalisme.
De marketing van Omtzigt was ontzettend goed, maar ‘goed bestuur’ en ‘bestaanszekerheid’ leveren bij verschillende mensen verschillende interpretaties op. Er is een enorm risico dat mensen inhoudelijk denken bij NSC te passen, maar dat in de praktijk helemaal niet doen. Dat is bijvoorbeeld pregnant bij zaken die gevoelig liggen, nooit goed zijn besproken en ook dit congres vakkundig van de agenda worden weggehouden, zoals de vraag hoe ‘goed bestuur’ samen kan gaan met een PVV-regering.
Zie hier een potentieel mijnenveld voor een partij die zegt een volledige ledendemocratie te willen worden en momenteel de eerste stappen in die richting zet. We weten dat sommige leden tegen de PVV-vrijage zijn en dat anderen er geen probleem in zien. Omtzigt zegt in zijn speech koersvast te zijn, maar als iedereen een andere koers in zijn hoofd heeft, maakt Omtzigts standvastigheid maar weinig uit. Het kan natuurlijk allemaal nog steeds goed aflopen, maar bij het CDA ging dit mis. Vraag het binnen de eigen gelederen maar na.
Beeld: NSC-scherm in de congreshal. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.