Zonder media-aandacht kunnen we de bekendheid van Europarlementariërs wel raden

De Europese verkiezingen zijn over ruim twee maanden, maar de lijsttrekkers zijn vooralsnog niet erg bekend, zo blijkt uit een peiling van Ipsos I&O. De bekendste heet Bas Eickhout (GroenLinks-PvdA), die na vijftien jaar in het Europees Parlement niet verder komt dan elf procent naamsbekendheid. Maar wat dat zegt? Na Malik Azmani (VVD, 10%) is Anja Haga de bekendste lijsttrekker. Ze haalt zeven procent. In werkelijkheid hebben maar weinig mensen van haar gehoord, gok ik.
Een jaar geleden zat Peter van Dalen nog in het Europees Parlement. Ik denk niet dat hij in zijn veertien Brusselse jaren veel bekendheid heeft gekregen of dat iemand hem mist nu hij het stokje aan Haga heeft overgedragen. Van Dalen vertelde me destijds dat er een gedachte achter die wisseling zat: Haga zou de nieuwe ChristenUnie-lijsttrekker worden en door haar al een jaar voor de verkiezingen te laten beginnen, kon ze alvast enige bekendheid krijgen. Leuk idee, maar we hebben haar weinig gezien.
Haga is waarschijnlijk ‘bekend’ vanwege Wybren van Haga. De opinieonderzoekers lijken niet eens op dit idee te zijn komen. Het staat tenminste niet in het rapport. Er is sowieso nog een tweede reden waarom je kunt aannemen dat die zeven procent voor Haga niet klopt: slechts 37% van de mensen die haar ‘kennen’ koppelt haar aan de ChristenUnie. Je zou dus kunnen denken dat bijna tweederde van de mensen die haar ‘kent’ in werkelijkheid geen idee heeft.
Europese fracties
Dit brengt ons op de vraag waarom je opinieonderzoek zou doen naar de bekendheid van mensen die zo goed als nooit in de media komen. Weet je dan niet vooraf al wat de uitkomst is? In hetzelfde opinieonderzoek wordt gevraagd bij welke Europese fracties de Nederlandse partijen horen. Velen blijven wederom het antwoord schuldig. Ook dat is niet zo gek, want deze fracties komen nooit in het nieuws, net als de bijbehorende Europarlementariërs. Waarvan moeten mensen ‘ECR’ en ‘S&D’ kennen?
Ipsos I&O meldt droogjes bij de NOS dat de Europese verkiezingen niet zo leven. De meeste kiezers gaan in het stemhokje af op de landelijke politiek, horen we Peter Kanne beweren. Ja, nogal wiedes als er nooit verslaggeving is over wat Europarlementariërs doen, met welke thema’s ze zich de afgelopen jaren hebben beziggehouden en welke standpunten ze daarover hebben ingenomen. Dat niemand weet waar het over gaat, is de logische consequentie van jarenlang stilzwijgen.
Als je niet of nauwelijks over het Europees Parlement hoort, is de consequentie bovendien dat mensen gaan denken dat die instelling er niet toe doet. En mochten ze desondanks denken dat dit parlement wel belangrijk is, hebben ze geen idee wat er te kiezen valt. En dus zegt in deze peiling maar de helft van de kiezers zeker te gaan stemmen. Ipsos I&O zet er nog een handige vergelijking met 2019 bij. Toen zei een soortgelijk percentage kiezers op te komen dagen en lag de uiteindelijke opkomst ruim tien procentpunten lager.
Ideetje voor de media: eerst meer inhoudelijke aandacht voor het Europees Parlement, daarna onderzoekjes wat de mensen ervan hebben opgepikt. Niet andersom.
Beeld: Anja Haga in het Europees Parlement in Straatsburg. Foto: Fred Marvaux, Europese Unie, 2024.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.