Bureaucratie voor Europeanen (8) – Nederlands-Duitse dominantie
Dit is het achtste deel van een serie over de Europese partij Volt. Lees de hele serie hier.
Elke afdeling van Volt Europa heeft een eigen sfeer, vertelt co-voorzitter Johanna Dirlewanger-Lücke van Volt België. Het is een vroege zaterdagmorgen op de campus van de Vrije Universiteit Brussel. In een collegezaal congresseert de Belgische afdeling. De campus is een bouwput en velen blijken de zaal maar amper te kunnen vinden. In de Nederlandse situatie is dit ondenkbaar: Volt Nederland congresseert op plekken als de Jaarbeurs en de Brabanthallen en als er al enig misverstand zou zijn waar de precieze locatie is, kun je simpelweg de paarse truien volgen. Die zijn er in Brussel echter nauwelijks. Op het hoogtepunt zijn er vijftig mensen.
Volt België is in opbouw. Volgens een rapportage van Volt Europa zijn er een kleine 500 leden tegen de ruim 13.000 in Nederland. Bij een partijcongres komt altijd maar een klein deel van de leden opdagen. In Nederland levert dat steevast een goed gevulde zaal op, in België niet. Er blijkt een enorme roep om vrijwilligers: om aan de Europese verkiezingen mee te doen moet de partij in zowel in Vlaanderen als Wallonië 5.000 handtekeningen ophalen. Dit is een immens aantal voor een afdeling met veel vacatures. In België zijn slechts twee lokale teams: Brussel en Leuven.
Volt België heeft het deels moeilijk vanwege de Belgische bestuursstructuur. Er zijn veel verschillende verkiezingen en ze vinden vaak op dezelfde dag plaats. Zo is het moeilijk het werk van vrijwilligers te spreiden en zijn er in één klap heel veel kandidaten nodig. Er zijn verschillende kiesdistricten, maar de vrijwilligers wonen niet netjes verspreid over het land. Volt staat daarom alleen op het stembiljet in delen van Vlaanderen en Brussel. Een bijkomend probleem is dat er overal kiesdrempels zijn, waaronder voor het Europees Parlement. Twaalf van de 21 Belgische zetels worden verdeeld in Vlaanderen waarmee de kiesdrempel zo’n acht procent bedraagt. In Wallonië is die met acht zetels zelfs zo’n twaalf procent. In het Duitstalige kiesdistrict is nog een zetel te vergeven, maar daar doet Volt België niet mee.
De Belgische afdeling heeft een Nederlands tintje: voormalig D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld is lijsttrekker. De vraag is of Vlaamse stemmers – die straks als enigen op haar kunnen stemmen – weten wie zij is. Dit probleem geldt breder: veel Vlaamse Volt-kandidaten komen uit het buitenland en zijn voor hun werk bij de EU naar België gekomen. Daar bestaat wel een kiezerspubliek voor, maar groot is dit – zeker buiten Brussel – niet.
In Vlaanderen is vooral extreemrechts groot: het Vlaams Belang wordt gepeild op een kwart van de stemmen en nog eens twintig procent gaat naar de gematigdere N-VA. In ’t Veld denkt dat er ruimte is voor een nieuwe beweging uit het politieke midden die strijdt tegen extreemrechts en voor politieke vernieuwing. Het wordt sowieso tijd dat er in België weer eens nieuwe partijen komen.
In de zaal zit het Enschedese Volt-raadslid Erik Kemp. Hij komt kijken hoe het in België met zijn partij gaat. Hij denkt dat succes mogelijk is, want Volt Nederland had ook succes toen de partij nog maar weinig leden had. Toch lijkt dit geen goede vergelijking: in Nederland waren Laurens Dassen en Reinier van Lanschot fulltime bezig de partij op te bouwen. In België ontbreken deze enthousiastelingen, met een heleboel vacatures tot gevolg. Niemand in de zaal lijkt zich bewust van dit verschil. Kan Volt wel overal een succes zijn?
Grote verschillen
In Nederland gaat het beter dan elders. Bij de Europese verkiezingen van 2019 haalt Volt vanuit het niets een halve zetel. Het is niet voldoende, maar wel een goede prestatie voor een partij die vanaf het nulpunt moet beginnen. De herkansing komt twee jaar later als Volt met drie zetels in de Tweede Kamer komt. De partij doet in 2022 mee aan de lokale verkiezingen in tien gemeenten en haalt overal zetels. Een jaar later komt Volt ook in acht provincies en de Eerste Kamer.
Ondertussen groeien de ledenaantallen. Meer dan tienduizend mensen worden lid van Volt Nederland, waarmee het verreweg de grootste en belangrijkste afdeling binnen Volt Europa wordt. Volt Nederland heeft daarmee Volt Duitsland ruim overtroffen, de afdeling die in september 2020 nog het grootst was.
Onderzoek laat zien dat Nederlandse Volt-stemmers zeer pro-Europees zijn, net als die van D66, GroenLinks en PvdA. Ze hebben centrum-linkse standpunten en zijn cultureel progressief. Net als D66 zijn Volt-stemmers voor duurzaamheid. Ze zijn ook voor kernenergie, een standpunt dat maakt dat ze ook op VVD’ers lijken. Deze combinatie van standpunten komt bij andere partijen niet voor en zo heeft Volt een eigen niche. Dat is bijzonder omdat het kernenergie-standpunt niet per definitie wordt gedeeld door de rest van de partij: in Europa is Volt juist tegen. Dit illustreert de discussie of kernenergie als groene energie moet worden opgevat. In lidstaten bestaan hier verschillende opvattingen over, terwijl Volt deze toch wil smeden tot één mening. Aanvankelijk wilde Volt Europa alle kerncentrales sluiten, maar in 2020 past men dit aan en is men minder uitgesproken.
Volt Europa kent nog een tweede florerende afdeling: Volt Duitsland. Hier werden de eerste Volt-politici verkozen in meerdere gemeenteraden, is de partij inmiddels in tientallen gemeenten aanwezig en heeft men een Europarlementariër. In 2021 kreeg Volt 0,4 procent van de stemmen bij de federale verkiezingen. De beste uitslag van Volt in Duitsland is 2,0% in Bremen in mei 2022. Er zijn op dat moment 139 stedenteams.
In het derde land – Italië – zit Volt in een tiental gemeenteraden, waaronder die in Genua en Verona. Het aantal fracties is echter minimaal ten opzichte van het aantal gemeenten. Op andere bestuurlijke niveaus is Volt afwezig. In Bulgarije heeft Volt één parlementariër. Er waren enige tijd twee parlementariërs en drie raadsleden, maar die niet zijn herkozen. In Bulgarije is dus sprake van krimp. In Portugal is alleen een raadslid verkozen in studentenstad Coimbra en in oktober 2023 worden in Athene vier Volt-politici verkozen. Elders staat de teller op nul.
In verreweg de meeste EU-landen is Volt een beginnende partij met de daarbij horende problemen. Volt heeft een geringe omvang qua leden en daarmee ook qua macht, invloed, budget en zichtbaarheid. De interesse van journalisten is minimaal en Volt heeft geen geld voor betaalde publiciteit. Er is nergens een zichtbare, populaire of bekende leider en er zijn ook niet voldoende vrijwilligers om de boodschap te verspreiden. Of er echt groei in de organisatie zit, is twijfelachtig. Snel gaat het in ieder geval niet.
Nationale verschillen
De verschillen tussen de nationale afdelingen zijn immens. In de onderstaande tabel staat de status van elke afdeling, of deze een website heeft, de uitslag van de Europese verkiezingen in 2019, het aantal volksvertegenwoordigers en het aantal leden in september 2023. De conclusie is eenvoudig: Nederland steekt met kop en schouders boven alle andere landen uit, gevolgd door Duitsland.
Afdeling | Status organisatie | Website | EP 2019 | Gekozenen | Leden |
België | Lidorganisatie | Website | 0,3% | – | 489 |
Bulgarije | Geen lidorganisatie | Website | 0,2% | 1 | 164 |
Cyprus | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 521 |
Denemarken | Lidorganisatie | Website | – | – | 62 |
Duitsland | Lidorganisatie | Website | 0,7% | 69 | 5991 |
Estland | Geen rechtspersoon | Facebook-pagina | – | – | 18 |
Finland | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 37 |
Frankrijk | Lidorganisatie | Website | – | – | 303 |
Griekenland | Geen rechtspersoon | Website | – | 4 | 470 |
Hongarije | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 26 |
Ierland | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 77 |
Italië | Lidorganisatie | Website | – | 19 | 1154 |
Kroatië | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 16 |
Letland | Geen rechtspersoon | Facebook-pagina | – | – | 14 |
Litouwen | Geen rechtspersoon | Facebook-pagina | – | – | 14 |
Luxemburg | Lidorganisatie | Website | 2,1% | – | 45 |
Malta | Lidorganisatie | Website | – | – | 65 |
Nederland | Lidorganisatie | Website | 1,9% | 38 | 13966 |
Oostenrijk | Lidorganisatie | Website | – | – | 214 |
Polen | Geen rechtspersoon | Facebook-pagina | – | – | 64 |
Portugal | Lidorganisatie | Website | – | 1 | 476 |
Roemenië | Lidorganisatie | Website | – | – | 135 |
Slovenië | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 18 |
Slowakije | Geen rechtspersoon | Website | – | – | 40 |
Spanje | Lidorganisatie | Website | 0,2% | – | 518 |
Tsjechië | Lidorganisatie | Website | – | – | 92 |
Zweden | Lidorganisatie | Website | <0,1% | – | 153 |
Volt heeft niet in alle EU-landen de status van politieke partij. Slechts veertien afdelingen zijn formeel lidorganisatie: een erkende partij in eigen land. Volgens het Europese bestuur hangt het tijdpad om dit te worden af van de context, de planning en de middelen. In twaalf landen is Volt zeker geen politieke partij, aangezien er geen sprake is van een rechtspersoon. Er bestaan hooguit teams van vrijwilligers. Transparantie ontbreekt echter en cijfers over het aantal aangesloten partijen verschillen. Volt Nederland heeft het over veertien partijen in 2022, andere bronnen hebben het over dertien partijen in 2019 of juist zeventien partijen in 2020. Kennelijk bestaan er meerdere definities.
Volt is goed in het maken van websites: op de website van Volt Europa staan links naar alle nationale afdelingen. In bijna alle landen bestaat een website in de eigen taal, in vier Oost-Europese landen alleen een Facebook-pagina (bekeken op 14 november 2023). Dit zijn allemaal landen waar geen sprake is van een rechtspersoon. Soms hebben afdelingen een website terwijl ze geen lidorganisatie zijn en minder dan twintig leden hebben.
Dit alles hoeft nog niet te betekenen dat een afdeling iets voorstelt. De beste indicator daarvoor is het aantal gekozenen. De enige landen met een substantieel aantal volksvertegenwoordigers zijn Nederland, Duitsland en Italië, al moet het aantal eigenlijk worden opgevat in relatie tot het aantal in dat land te kiezen politieke functies. Dan is ook in Italië de aanwezigheid minimaal. Hieronder staat het percentage inwoners dat in een gemeente woont waar Volt in februari 2024 in de gemeenteraad zit. Deze cijfers lijken voor Italië mooier dan ze zijn: als Rome niet wordt meegerekend woont nog maar 1,8% van de Italianen in een gemeente met een Volt-raadslid. Griekenland scoort in deze tabel goed omdat Volt in Athene vertegenwoordigd is. Bulgarije ontbreekt omdat daar geen raadsleden meer zijn.
Land | Gemeenten | Inwoners | Percentage bevolking |
Duitsland | 30 | 7.751.000 | 9.4% |
Griekenland | 1 | 656.000 | 15.9% |
Italië | 15 | 3.947.000 | 6.7% |
Nederland | 10 | 2.948.000 | 17.1% |
Portugal | 1 | 141.000 | 1.4% |
Ook de deelname aan de Europese verkiezingen geeft een beeld van hoe serieus Volt in verschillende landen is. Alleen in Luxemburg en Nederland haalde de partij in 2019 meer dan één procent van de stemmen. Alleen in Duitsland werd een zetel behaald. In Zweden werden 146 stemmen op de partij uitgebracht, waarmee het percentage stemmers nauwelijks te berekenen is.
Ledenaantallen geven een soortgelijk beeld. De partij gebruikt meerdere definities. Daarom is hierboven de meest ruime definitie gehanteerd: leden, vrijwilligers en eventuele anderen zijn opgeteld. Wat Volt Europa met ‘anderen’ bedoelt is onduidelijk. Meer dan de helft van de leden van Volt-Europa komt uit Nederland, gevolgd door Duitsland en daarna Italië. Zij hebben er allemaal meer dan duizend. In nog eens tien landen zijn er meer dan honderd leden, waarbij alleen Cyprus en Spanje er meer dan vijfhonderd hebben. In veertien landen haalt Volt de honderd leden niet. De hekkensluiters zijn Kroatië, Slovenië en de Baltische staten waar Volt nog geen twintig leden heeft.
Deze scheefgroei heeft enorme financiële gevolgen. Volt Europa kent een afdrachtsregeling van nationale afdelingen. Hoe groter de afdeling, hoe hoger de afdracht. Zo is het glashelder dat de Europese organisatie enorm profiteert van de groei van het aantal Nederlandse leden. Dit leidt tot scheve verhoudingen als je uitgaat van het idee dat wie betaalt bepaalt.
In de praktijk groeit Volt het snelst door politici die overstappen vanuit andere partijen. Een voorbeeld is Zweden waar een liberale fractie in de gemeente Ljusnarsberg – 200 kilometer ten westen van Stockholm – overstapte. In Cyprus ging de nieuwe partij Neo Kyma op in Volt, een Portugese Europarlementariër sloot zich aan en later deed ook de Nederlandse Europarlementariër Sophie in ’t Veld dat. Eind 2023 sluit in Cyprus het parlementslid Alexandra Attalidou zich aan, nadat ze zich eerder afsplitste van een groene partij.
Of deze strategie werkt is maar de vraag: de Portugese Europarlementariër vertrok alweer snel, Neo Kyma is een splinterpartij, de Zweedse fractie werd niet herkozen en de deelname van Volt België aan de Europese verkiezingen – met In ’t Veld als lijsttrekker – is op het moment van schrijven nog onzeker.
Europees voorkomen
Op het Lissabon-congres van Volt Europa word je steeds herinnerd aan de gemeenteraadsverkiezingen die onlangs in de stad werden gehouden. De stad hangt vol paarse posters met de tekst Não é politica, é Futuro: het is geen politiek, het is de toekomst. Op meerdere plekken hangt de foto van Tiago Matos Gomes, de goedlachse lijsttrekker en voorzitter van Volt Portugal. De posters verhullen dat de campagne is mislukt: er is geen zetel behaald. Omdat Ines Reis dos Santos wel een zetel haalde in Coimbra, kan Volt nu zeggen ook in Portugal verkozen te zijn. Het gaat echter maar om één zetel.
Ook het congrescentrum hangt vol Portugese posters. Zo ontstaat een internationale uitstraling: Posters in het Portugees, maar grotendeels Nederlandse en Duitse bezoekers. Met name de Nederlanders zijn een paar maanden na de succesvolle Tweede Kamerverkiezingen met tientallen afgereisd naar de Portugese hoofdstad. De overeenkomst met internationale studentengezelschappen is nauwelijks te missen: de meeste aanwezigen zijn rond de 25. Zij hebben een internationaal netwerk of zijn daarnaar op zoek. Volt biedt ze daar als Europese partij een nieuwe mogelijkheid voor.
Toch is het een problematische plek omdat één cultuur domineert. Van internationale uitwisseling is daarom veel minder sprake dan sommige bezoekers zouden willen. De moderator van het congres loopt door de zaal om aanwezigen te vragen waar ze vandaan komen. Hij is zichtbaar opgelucht als iemand niet uit Nederland komt.
Het Nederlandse succes laat ook op andere manieren zijn sporen na. Veel aanwezigen hebben van de winst gehoord en refereren aan de voorbeeldrol die Volt Nederland voortaan heeft. Een hoogtepunt is de speech van Laurens Dassen, die applaus krijgt voor zijn verhaal over de Nederlandse campagne. Hij vertelt dat critici weinig vertrouwen hadden en dachten dat Volt de Tweede Kamer niet zou halen. Er zijn steeds meer leden gekomen, meer vrijwilligers, meer donaties en meer media-aandacht. Dassen probeert de zaal te overtuigen dat dit vliegwiel ook elders kan gaan draaien.
In Lissabon is het mogelijk een beeld te krijgen van de afdelingen elders. Twee leden uit Spanje willen er graag over praten. Hier is het aantal leden zo beperkt dat men op dat moment nog niet aan de interne Volt-regels voldoet om als afdeling te worden erkend. De leden zijn veelal expats en actief in grote steden als Barcelona, Madrid en Valencia. Verkiezingsdeelname is niet in zicht. Volt doet niet veel meer dan het voeren van campagne voor Europese progressieve waarden. Dat is volgens het Spaanse bestuur broodnodig nu het radicaal rechtse Vox populairder is dan ooit.
Een kleine twee jaar later strijkt het Volt-congres neer in Boekarest. In Roemenië heeft Volt een afdeling van ruim honderd personen zonder gekozen volksvertegenwoordigers. Er is wel een bestuur en er zijn kennelijk voldoende mensen om de conferentie te organiseren. Het contrast met Lissabon is groot: daar hingen overal in de stad posters, in Boekarest niet. Hier houdt Volt een publieke demonstratie voor Roemenië als Schengenland. Echt veel impact heeft de demonstratie op voorhand niet, omdat zo goed als alle Roemeense partijen onderdeel van Schengen willen worden.
Formele obstakels
Er is een plausibele verklaring waarom Volt in veel landen niet wordt verkozen. In Nederland is de kiesdrempel laag: al bij één zetel komt een partij in de Tweede Kamer. Elders wordt vaak gewerkt met kiesdistricten waar slechts één kandidaat per district wordt verkozen. Ook gelden er allerlei kiesdrempels. Bij zulke systemen zou Volt ook in Nederland nul zetels halen. In de Duitse Bondsdag geldt bijvoorbeeld een drempel van vijf procent, waar Volt bij lange na niet aan voldoet.
In studentensteden zit relatief veel aanhang, maar zelfs daar is deze vijf procent ver weg. Dit maakt dat er geen of relatief weinig partijfinanciering is, dat activiteiten vrijwilligerswerk zijn en sommige vrijwilligers klagen over overbelasting. Op lokaal niveau is de kiesdrempel vaak laag en dus heeft Volt daar meer kansen. Dat geldt ook voor het Europees Parlement waar geen kiesdrempel geldt. Volt is in de praktijk slecht verkiesbaar op de politieke niveaus die de meeste zichtbaarheid opleveren. Zo is het moeilijk om het door Laurens Dassen genoemde vliegwiel in werking te stellen.
Hoe groot de obstakels zijn is het duidelijkst in Duitsland, waar Volt veel afdelingen en raadsleden heeft. In de media moet jaren na de oprichting nog steeds worden uitgelegd dat de partij überhaupt bestaat. Ook in de stemwijzers staat Volt op achterstand: Volt klaagt deze Wahl-O-Mat met succes aan, maar het leidt niet tot electoraal succes.
Op sociale media zien we hetzelfde. Volt Duitsland komt voor de Bondsdag met twee lijsttrekkers, maar die hebben nauwelijks volgers op Twitter. De eerste, het Bambergse raadslid Hans-Günter Brücker, heeft in februari 2024 nog geen 1.500 volgers. De tweede, Rebekka Müller, heeft er ruim 1.600. Het zegt iets over de potentie die Volt heeft. Vanuit deze positie is het nauwelijks mogelijk meer bekendheid te krijgen en voor zover dat lukt, is de kans dat dit zich vertaalt in stemmen klein.
De initiatiefnemers van Volt klagen al vanaf het begin over deze en andere obstakels. Damian Boeselager spreekt bijvoorbeeld over Frankrijk waar partijen hun eigen stembiljetten moeten printen, wat een enorme kostenpost oplevert die nieuwe partijen niet kunnen dragen. In Italië zijn 150.000 handtekeningen nodig en die moeten allemaal door een notaris worden gecontroleerd. Ook moeten de handtekeningen uit alle regio’s komen: of een regio zo groot is als Lombardije of zo klein als Aosta maakt niet uit. In elke regio moeten er minimaal 3.000 handtekeningen worden opgehaald. In 2019 laat Volt de Europese verkiezingen in Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Portugal schieten omdat de partij niet aan de eisen voldoet.
Culturele verschillen
Duitsland laat nog een andere uitdaging zien. Alle gemeenten waar Volt is verkozen liggen is West-Duitsland. De meeste gemeenten waar Volt is verkozen liggen in Hessen, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. In voormalig Oost-Duitsland is de partij nergens zelfstandig verkozen: hier is men armer dan in het westen, is men minder met klimaat bezig en stemt men vaker radicaal rechts. Dit alles laat zien dat culturele verschillen een enorme rol kunnen spelen bij de electorale kansen. Het laat tevens zien dat Volt zich helemaal geen Europese partij kan noemen, omdat de partij qua waarden slecht aansluit bij zeker de helft van de EU-landen.
Volt wil dat de partij in heel Europa dezelfde standpunten heeft. Nationale afdelingen proberen overal hetzelfde Europese programma uit te voeren. Dit is een compromis tussen leden, niet tussen landelijke afdelingen. Dit maakt dat grote afdelingen feitelijk veel meer invloed hebben dan kleine. Dit zou niet spelen als er geen grote cultuurverschillen binnen de EU zouden bestaan, maar die zijn er juist wel. Meer dan de helft van de leden is Nederlands en dit klinkt door in de standpunten. Het programma is bedacht in steden als Amsterdam en Frankfurt, niet in Praag en Zagreb.
Als het Europese programma een compromis tussen landenafdelingen zou zijn, zou het vermoedelijk minder progressief zijn. De meeste Volt-leden komen uit relatief progressieve landen en dat zie je duidelijk terug. Nederlandse en Duitse leden zijn in de meerderheid en stemmen voor LHBT-rechten en abortus. In Malta zitten de leden daar wellicht minder geharnast in, maar zij worden overvleugeld door de Hollanders en de Duitsers. Op dezelfde manier is er vooral door Nederlanders en Duitsers over het programma gepraat, niet door Slowaken en Cyprioten. De werkwijze leidt ertoe dat Volt populaire standpunten heeft in landen met veel leden en elders op voorhand minder kansrijk is.
In Nederland zeggen leden dat in Polen door Volt eindelijk een progressieve partij met liberale principes bestaat. Dat klopt, maar tegelijk maakt Volt zich daarmee electoraal kansloos. De kans dat Volt veel kan bereiken is niet erg groot. Volt kan niet eens een rol spelen in kleine hervormingen omdat de partij een te extreme visie heeft om een doelgroep met een redelijke omvang aan zich te kunnen binden. Volt ademt West-Europese progressieve idealen. Deze zijn in Nederland en Duitsland niet erg controversieel en zijn zelfs niet bijzonder omdat veel partijen ze omarmen. In Oost-Europa ligt dat anders.
Dit roept de vraag op hoe de Europese lijn van Volt moet worden gecommuniceerd. Wat niet helpt is dat Volt ook dat op een gestandaardiseerde manier wil doen. Op het congres in Boekarest is een sessie over de Europese campagne. We zien een slide met de tekst Embracing diversity: building a more inclusive Europe for LHBTQIA+. Er staat een foto bij met op de achtergrond een regenboogvlag. Op de voorgrond zien we een vrouw met paars haar die een andere vrouw kust.
Een vrouw van het communicatieteam legt uit dat deze tekst de juiste toon heeft. Dat is twijfelachtig: in Nederland hebben LHBT’s relatief weinig te wensen qua wetgeving en is de poster overbodig als die niet ingaat op kwesties die nog niet geregeld zijn zoals meerouderschap en het verbieden van conversietherapie. In andere EU-landen trekt Volt met vrouwen met paars haar waarschijnlijk geen stemmen.
Ook in Duitsland vragen commentatoren zich inmiddels af wat Volt Ierse katholieken en inwoners van de Poolse Karpaten te bieden heeft. Volt negeert cultuurverschillen of presenteert ze als oppervlakkige details, maar in werkelijkheid bestaan ze toch.
Dit is het achtste deel van een serie Bureaucratie voor Europeanen. Lees hier deel 9.
Beeld: Volt-congres in Brussel, kaart met Volt-afdelingen, Volt-poster in Lissabon, Volt-scherm in Boekarest. Foto’s: Chris Aalberts, kaart van website van Volt Europa.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.