Bureaucratie voor Europeanen (4) – Een kleurloos Brussels boegbeeld
Dit is het vierde deel van een serie over de Europese partij Volt. Lees de hele serie hier.
Het is herfst 2023. De Tweede Kamerverkiezingen komen eraan. Volt Eindhoven gaat een weekend flyeren tijdens lichtfestival Glow. Volt-leden uit België en Duitsland komen helpen, zo meldt de afdeling trots op de website. Vrijdagmiddag is de aftrap in het Stadhuis. Zo’n dertig leden zijn aanwezig om te praten over hun ervaringen in het lokaal bestuur. De middag start met Volt-Europarlementariër Damian Boeselager die de zaal via een videoverbinding toespreekt. Hij zit op een bankje in Frankfurt. Hij is onderweg naar een lokale Volt-bijeenkomst, vertelt hij. Op de achtergrond zien we wat struiken en zijn haren waaien mee met de wind. Hij biedt zijn excuses aan voor de slechte verbinding.
Boeselager had deze week een gast: een Nederlandse student die een paar dagen op snuffelstage kwam. Het was interessant, zegt Boeselager, want hij is meer te weten gekomen over de gebrekkige EU-kennis van studenten. De student had geen idee wat de Europese Commissie en de Europese Raad zijn. Ook kon de student geen enkele Nederlandse Europarlementariër noemen. Mensen zijn nog steeds erg met de natiestaat bezig, denkt Boeselager. Er komt veel beleid uit Brussel, maar burgers voelen vaak geen connectie met hun dagelijks leven. Dat moet anders. We moeten luisteren naar gewone mensen, zodat Volt weet wat ze belangrijk vinden.
De zaal applaudisseert. Een lid wil weten hoeveel zetels Boeselager bij de Europese verkiezingen denkt te halen. Boeselager hoopt op twee Nederlandse zetels en ziet kansen in nog zes andere landen. Hij geeft geen getallen, want Volt is bezig geschiedenis te schrijven en die vormt zich voor onze ogen. In veel landen is ruimte, denkt hij. Zo zitten de belangrijkste concurrenten in Duitsland in de coalitie en daardoor groeien de kansen van Volt. In het gesprek valt vooral op wat wordt genegeerd: wat doet de enige Volt-Europarlementariër nu precies in Brussel? De leden vragen er niet naar.
Een eerste zetel
In 2019 krijgt Volt in Duitsland één Europarlementariër. Het doel was een fractie te beginnen met leden uit verschillende Europese landen, maar dat mislukt. Als eenling kan Boeselager geen fractie vormen zoals een Nederlands Tweede Kamerlid dat in zijn eentje wel kan. Het Europees Parlement kent de regel dat een fractie minimaal 23 leden heeft die uit minimaal zeven landen komen. Zolang Volt hier niet aan voldoet, komt er dus sowieso geen eigen fractie.
De regels van het Europees Parlement stimuleren dat een Europarlementariër zich bij een fractie aansluit. Als je dat niet doet ben je in Brussels jargon een ‘niet-ingeschrevene’, of in het Frans non-inscrit. Dit zijn Europarlementariërs die bewust onafhankelijk blijven of bij geen enkele fractie welkom zijn. Europese fracties kunnen leden namelijk ook weigeren. Een voorbeeld hiervan is Marcel de Graaff, die de laatste periode namens de PVV werd verkozen en overstapte naar FvD. Hij is zo pro-Russisch dat de extreemrechtse fractie Identiteit en Democratie – met onder andere Vlaams Belang en het Franse Front National – hem eruit gooide.
Zonder fractie is De Graaff hulpeloos. Als niet-ingeschrevene mag hij alleen meestemmen en het woord voeren in de plenaire zaal, maar hij kan geen voorzitter worden van een parlementaire commissie of onderhandelaar zijn op een wetgevend dossier. Dit zijn de functies waarmee een Europarlementariër de meeste invloed kan uitoefenen. Speeches in de plenaire zaal maken nooit echt verschil, al kan een Europarlementariër zijn eigen woorden wel via sociale media verspreiden.
Deze machteloze positie is een optie voor rechts radicale politici die sowieso willen aantonen dat Europa niet naar ze luistert, maar niet voor een pro-Europese partij als Volt die het verschil wil maken.
Na de Europese verkiezingen van 2019 ligt daarom de vraag op tafel waar Boeselager zich aansluit. Na consultatie van de leden kiest hij voor de Groene fractie, een samenwerkingsverband van tientallen groene partijen waaronder GroenLinks. Er zijn ook andere partijen bij aangesloten zoals de Piratenpartij en een partij uit Catalonië. Volgens de Volt-leden past de Groene fractie het beste.
Boeselager heeft ook met het liberale Renew over aansluiting onderhandeld. Hij wilde in een aantal parlementaire commissies en keek welke Europese fractie dat mogelijk wilde maken. De keuze voor de Groenen was dus puur pragmatisch. Boeselager sluit niet uit dat hij in de toekomst opnieuw gaat onderhandelen. Critici zeggen dat de keuze voor de Groenen een keerpunt is: het levert definitief een linkse Volt-koers op. Een Duits raadslid vertrekt.
Aansluiting bij een bestaande fractie ligt gevoelig. Ooit schreven de initiatiefnemers van Volt dat fracties in het Europees Parlement intern veel te divers zijn en daarom niet transparant. Nu Boeselager voor de Groenen heeft gekozen, is hij een Groene Europarlementariër geworden, waarbij zijn identiteit van Volt-politicus naar de achtergrond verdwijnt. Hij moet compromissen met zijn collega’s binnen de fractie sluiten, terwijl het idee van Volt nou juist was om het eigen verkiezingsprogramma als vaste leidraad te gebruiken.
Eigenlijk is Volt in een compromissencircuit terecht gekomen waar het geen onderdeel van wilde zijn. Bij alles wat Boeselager doet kunnen we ons afvragen of hij dat doet als Europarlementariër van Volt, of van de Groenen. Het is ironisch dat hij vanuit Europees perspectief van de Groenen is en niet van Volt. In Europa staat de Europese fractie voorop, niet de partij.
Er is nog een probleem: Duitsland heeft van alle lidstaten de meeste Europarlementariërs. Een kwart daarvan zit in de Groene fractie. 21 leden komen van Bündnis 90/Die Grünen. Als een Duitse journalist wil weten wat de Duitse afgevaardigden in de Groene fractie van een wetsvoorstel vinden, is de kans groot dat Bündnis 90/Die Grünen wordt gebeld. Tel daarbij op dat de Groene fractie zeer eensgezind stemt en je weet dat de kans minimaal is dat Boeselagers identiteit als Volt-afgevaardigde op de voorgrond staat.
Brusselse activiteiten
Volt pronkt met Boeselagers bestaan. Hij staat ook op de Nederlandse website terwijl hij een Duitse Europarlementariër is. Over zijn activiteiten lezen we echter niets. Alleen de website van het Europees Parlement houdt nauwgezet bij wat Europarlementariërs doen.
Het overzicht is niet erg inzichtelijk omdat het Europees Parlement anders werkt dan een nationaal parlement. Er wordt onderhandeld over wetgeving in verschillende ronden: voorstellen komen van de Europese Commissie, waarna zowel de lidstaten als de Europarlementariërs afzonderlijk tot consensus proberen te komen. In het Europees Parlement wordt dus onderhandeld over een compromis waar een meerderheid achter kan staan. Vervolgens moet het Europees Parlement weer een compromis sluiten met de lidstaten.
Voor een wetsvoorstel wordt een rapporteur aangewezen. Dit is de hoofdonderhandelaar die de compromistekst schrijft. In deze rol heeft een Europarlementariër verreweg de meeste invloed. De rapporteur probeert tot een tekst te komen waar een meerderheid van het Europees Parlement achter staat en gaat vervolgens met de lidstaten in gesprek.
Europarlementariërs krijgen deze gewilde rol niet zomaar: ze moeten ervoor de strijd aangaan met hun collega’s. Europese fracties verdelen de rapporteurschappen en vervolgens wordt iemand binnen de fractie hiervoor aangewezen. Ervaring, kennis en reputatie zijn hierbij belangrijk. Nieuwe Europarlementariërs die intern onbekend zijn staan sowieso op achterstand. Boeselager vervult in de eerste vier jaar en vier maanden zes keer deze rol. Dat is relatief veel.
De website van het Europees Parlement bevat een mix van activiteiten die belangrijk of juist totaal onbelangrijk zijn.* Vooral de activiteiten die in het openbaar plaatsvinden hebben opvallend weinig zwaarte. Het leveren van mondelinge bijdragen aan debatten bijvoorbeeld: dit zijn vooral besprekingen van compromisteksten. Fracties hebben in dat stadium al besloten ze wel of niet te steunen. Meningsverschillen zijn daarom klein en discussie ontbreekt. Zelfs als die er is, maakt die weinig uit omdat de compromisvorming achter gesloten deuren plaatsvindt.
In de periode van juli 2019 tot januari 2024 voert Boeselager 101 keer het woord in de plenaire zaal. Dit soort speeches van ongeveer een minuut worden door Volt voor PR-doeleinden gebruikt, net zoals andere partijen dat doen, maar ze veranderen niets aan het beleid.
Boeselager stelt 40 keer schriftelijke vragen, vier keer mondelinge vragen en dient zeventien moties in. Dit doet hij vrijwel altijd met een groep Europarlementariërs om deze middelen meer zwaarte te geven. Ook is hij 45 keer schaduwrapporteur: hij onderhandelt mee over een wetgevend dossier namens de Groene fractie. Deze rol is voor de buitenwereld onduidelijk omdat deze inhoudt dat de Europarlementariër continu mee kan doen aan de onderhandelingen, maar ook alleen op papier schaduwrapporteur kan zijn en het werk links laat liggen. Omdat de onderhandelingen achter gesloten deuren plaatsvinden merkt de buitenwereld niet hoe serieus een Europarlementariër deze rol invult.
Boeselager wil het debat in het Europees Parlement levendiger maken en richt daarom een actiegroep met gelijkgestemden op. Ook Lara Wolters van de PvdA zit erin. De groep boekt wat succesjes. Sprekers komen voortaan voor in de zaal te zitten in plaats van op hun eigen plek ergens in het halfrond. Dit leidde er altijd toe dat niemand meteen kon zien wie er bij een debat aan het woord was. Ook komen er meer opties om sprekers te interrumperen en meerdere vragen te stellen. Ook worden vragen actueler, nu ze niet meer vier weken van tevoren hoeven te worden ingediend.
Het aantal wetgevende dossiers in het Europees Parlement is enorm en daarom is het voor Europarlementariërs onmogelijk alle thema’s te volgen, zeker op het gedetailleerde niveau waarop wetgeving wordt gemaakt. Het werk van Boeselager gaat vaak over vluchtelingen, het budget van de EU en dat van het Europees Parlement, de verordening voor de Europese verkiezingen en het conditionaliteitsmechanisme: het streven om landen die de rechtsstaat aan hun laars lappen – zoals Polen en Hongarije – financieel te straffen.
Boeselager krijgt de meeste publiciteit met zijn voorstel over de Europese verkiezingen. Dit voorstel geeft elf miljoen burgers buiten de EU stemrecht voor het Europees Parlement. Daarnaast maakt het voorstel het stemmen inclusiever. Zo wordt stemmen via post of internet makkelijker. Om deze regels echt te veranderen moeten ze unaniem door de lidstaten worden goedgekeurd. Regeringsleiders blijken er echter geen prioriteit aan te geven. Daarnaast is het sowieso nog maar de vraag of ze ooit worden ingevoerd: het Duitse Hof in Karlsruhe kan roet in het eten gooien bij de kiesdrempel die in de voorstellen staat. Het Hof oordeelde eerder dat zo’n drempel ondemocratisch is.
Unieke positie
Boeselagers werkzaamheden maken het lastig te begrijpen wat er bijzonder is aan een Europarlementariër van een pan-Europese partij: hij onderscheidt zich in zijn werk helemaal niet van zijn collega’s. Tijd om hem dat zelf te vragen. In Brussel houdt Boeselager kantoor op de negende etage van gebouwdeel G.
Op de gang blijkt uit niets dat hier een pan-Europese partij zetelt. Waar andere partijen de donkere, grijze gangen vaak beplakken met partijvlaggen en posters, hangt er bij Volt vrijwel niets. Op de deur van Boeselager is een Volt-sticker geplakt en op de deur ernaast, van het kantoor van zijn medewerkers, zijn dat er twee. De medewerkerskamer is twee keer zo groot als die van Boeselager. Er staan vier bureaus, net als in andere kantoren. Een van de medewerkers blijkt voorzitter van Volt België.
Wat maakt een Europarlementariër van een pan-Europese partij anders dan die van een nationale partij? Boeselagers antwoord is kort: hij is niet anders, want hij is net als zijn collega’s wetgever. Alle Europarlementariërs proberen zoveel mogelijk invloed te hebben. De functiebeschrijving is voor iedereen hetzelfde. Volgens Boeselager gaat het om de vraag hoe zijn partij invloed heeft op zijn werk. Volt heeft overal in Europa dezelfde beloften gedaan. Hij representeert iedereen die op dat programma stemde, ongeacht het land.
In Nederland hebben honderdduizend mensen op lijsttrekker Reinier van Lanschot gestemd. Dat was niet genoeg voor een zetel, maar het programma van Van Lanschot was identiek aan dat van Boeselager. Hij vertegenwoordigt dus ook deze kiezers, al dankt hij zijn zetel in formele zin niet aan hen. Dit is de reden dat hij zijn speeches in het Engels houdt. Hij is niet verplicht om meer naar Duitse stemmers te luisteren dan naar andere Volt-stemmers. Dat gaat vanzelf goed: als hij zich verantwoordt naar Duitse kiezers, doet hij dat automatisch ook naar de rest.
Boeselager vindt dit verhaal ‘niet zo sexy’. De vraag is telkens of Europese politiek moet gaan over een clash van nationale belangen of van politieke ideologieën. Volt wil dat laatste, de praktijk is het eerste. Als de regeringsleiders samenkomen in de Europese raad, is dat bij uitstek een clash tussen nationale belangen, denkt Boeselager. Dat geldt ook als ministers op deelonderwerpen samenkomen zoals landbouw of financiën. De samenstelling van de Europese Commissie is ook een zaak van regeringen.
Het Europees Parlement is het meest Europees, maar ook daar spelen nationale belangen. Europarlementariërs worden gekozen via hun nationale partij en hebben zich daarnaar te verantwoorden. Zij zitten regelmatig in een nationale regering en kunnen dan een telefoontje uit de hoofdstad krijgen dat ze op een bepaalde manier moeten stemmen. Het dreigement is altijd dat ze anders niet opnieuw worden gekandideerd.
Boeselager ziet nationale invloed in alle Europese instellingen en wil daarvan af. Nationale regeringen representeren sowieso niet de hele bevolking en vertegenwoordigen soms zelfs een minderheid. Als regeringsleiders samenkomen hebben ze maar een deel van de burgers achter zich staan, namelijk op basis van hoe de regeringen zijn samengesteld.
Een parlementair systeem is veel beter: dan hebben alle burgers een vertegenwoordiger op basis van de verkiezingsuitslag. Het is daarnaast het beste om op basis van ideologie het debat aan te gaan. Politieke gevechten moet je niet mengen met nationale belangen die gebaseerd zijn op de politieke geschiedenis, want die zit sowieso vol mislukkingen en oorlog.
Meer transparantie?
Volt roept de vraag op wat een Europese partij in het Europees Parlement uniek maakt. In de praktijk spreekt Boeselager namens de Groene fractie en niet alleen namens Volt. Sterker nog: in het Europees Parlement is Volt een dwerg en kijkt iedereen naar de Europese fractie. De thema’s van Boeselager hebben wel een duidelijke relatie met zijn eigen verkiezingsprogramma, maar zijn tegelijk alleen relevant voor zover de Groene fractie ermee in kan stemmen. Volt functioneert in de praktijk hetzelfde als de honderden andere partijen in Brussel en Straatsburg.
Het Europees Parlement is voor Volt in theorie het ideale platform, maar in de praktijk ligt dat genuanceerder. Dossiers gaan over details en omdat er een hele rits compromissen moet worden gesloten is het moeilijk uit te leggen wat Boeselager precies met zijn mandaat heeft gedaan. De transparantie is even gebrekkig als bij zijn collega’s. Hij wil zich verantwoorden naar alle Volt-stemmers, ongeacht uit welk EU-land ze komen, maar dit blijft theoretisch.
Er vindt slechts verantwoording plaats via een overzicht op de website van het Europees Parlement. Dat overzicht geeft ook Volt-stemmers nauwelijks houvast. Wat houden deze activiteiten precies in en welk verschil maken ze? Boeselagers belangrijkste resultaat – een nieuwe verkiezingsverordening – ligt in een bureaula en komt daar waarschijnlijk nooit meer uit.
Dit is het vierde deel van een serie Bureaucratie voor Europeanen. Lees hier deel 5.
Beeld: Damian Boeselager op het Volt-congres, Europees Parlement in Straatsburg, Damian Boeselager in de plenaire zaal in Straatsburg en het kantoor van Damian Boeselager in Brussel. Foto’s (1, 2 en 4): Chris Aalberts en (3) still van YouTube.
* Periode van 1 juli 2019 tot 1 januari 2024. Moties voor resoluties en individuele moties zijn samengevoegd. Twee typen schaduwrapporteurschappen zijn eveneens samengevoegd.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.