Bureaucratie voor Europeanen (1) – De eerste stappen van Volt

Er schijnt een waterig zonnetje. Het is augustus 2018. In het Utrechtse Wilhelminapark organiseert Volt een meet-up. Volt presenteert zich op sociale media als een nieuwe politieke partij die mee wil doen aan de Europese verkiezingen. Die zullen binnen een jaar worden gehouden. In het Wilhelminapark lopen Volt-leden in witte T-shirts met een paars, hoekig logo. De belangstelling valt tegen: op het hoogtepunt zijn er vijftien mensen. Journalisten zijn nergens te bekennen. De Nederlandse leider van Volt, die alleen een voornaam lijkt te hebben, is er niet. ‘Reinier’ heeft andere bezigheden.
Volt is uniek, vertelt een vrijwilliger. Dat komt omdat dit een ‘pan-Europese beweging’ is. Deze lijkt in stilte te worden opgebouwd: vrijwel niemand heeft op dat moment van Volt gehoord, maar de partij bestaat toch al anderhalf jaar, heeft een Europees bestuur en zegt actief te zijn in dertig landen. In acht landen heeft Volt ook formeel een dochterpartij opgericht, waaronder Volt Nederland. Zo kan Volt meedoen aan de Europese verkiezingen.
Er is ook al publiciteit geweest: Volkskrant, NRC en EenVandaag hebben aandacht aan de partij besteed. Er kwamen meteen tweehonderd leden bij. De teller staat in Nederland op zeshonderd. De organisatie kan de groei nauwelijks bijbenen. Bij Volt worden alle nieuwe leden persoonlijk gebeld om ze te enthousiasmeren om actief te worden. Er is inmiddels een forse achterstand. Het is niet vrijblijvend om lid te worden van dit gezelschap, zo is de suggestie. Dit is een beweging in the making.
Volt wil komen tot een eigen fractie in het Europees Parlement, vertelt een vrijwilliger. Dat zou uniek zijn: in Brussel en Straatsburg zitten alleen nationale partijen, geen Europese. De ambitie klinkt heel logisch: Volt gaat in meerdere landen met hetzelfde programma meedoen aan de Europese verkiezingen. Alle namens Volt gekozen Europarlementariërs staan dan achter dat programma en kunnen in een gezamenlijke fractie samenwerken om hun Europese dromen te realiseren. De vraag dringt zich op of dat ook zo werkt. Wat is de waarde van een partij die in heel Europa actief is? Hoe werkt zo’n partij? Daar gaat dit essay over.
in Amsterdam
Twee maanden later is Volt terug. De partij komt eind oktober 2018 samen in het Tropenmuseum in Amsterdam voor de Europese ledenvergadering. Een mars van in paars gehulde Volt-leden trekt door de stad.
Volt-oprichter Andrea Venzon is ervoor uit Italië overgekomen. Op Facebook noemt hij de manifestatie ‘een historisch moment’. Dat is vanwege de Amsterdam Declaration, het Europese verkiezingsprogramma. De titel verwijst naar het Verdrag van Amsterdam dat in 1997 werd ondertekend. De EU voerde op nieuwe terreinen meerderheidsbesluitvorming in, waardoor het vetorecht van lidstaten deels werd geschrapt. De EU kreeg meer macht, precies zoals Volt dat graag ziet. Alleen op deze manier kun je volgens Volt internationale problemen effectief aanpakken.
De Amsterdam Declaration somt op waar Volt voor staat. De partij wil nieuwe energie geven zodat alle Europeanen van de EU kunnen profiteren. Volt is visionair en realistisch tegelijk, aldus de verklaring. De partij wil een federaal Europa met een Europese regering, meerderheidsbesluitvorming en afschaffing van het vetorecht. Volt wil dat het Europees Parlement initiatiefrecht krijgt en dus zelf wetsvoorstellen kan initiëren, er moet volledige transparantie komen in Brussel en het Europees Parlement moet op een andere manier worden verkozen.
De EU mag zich met veel nieuwe terreinen gaan bemoeien: onderwijs, defensie, minimumloon, belasting, huisvesting en nog veel meer. De EU moet het starten van bedrijven ondersteunen en homo’s het recht geven te trouwen. De visie van Volt staat nogal ver van de huidige EU af, waarin vooral lidstaten de koers bepalen.
Er is nog een reden om deze conferentie in Amsterdam te houden: Volt mag dan in allerlei landen actief zijn, de partij slaat niet overal in gelijke mate aan. Al in 2018 is Volt in Nederland een groter succes dan elders en dus is het logisch deze conferentie hier te houden: een plek waar de partij ook in staat is deze te organiseren. De Nederlandse tak heeft relatief veel vrijwilligers. Hoeveel leden de partij elders in Europa heeft, is niet duidelijk. De partij zegt er het liefst niets over en online is er niets over te vinden.
Volt zegt dat de Amsterdam Declaration met Europeanen van verschillende nationaliteiten is geschreven, maar het is onduidelijk hoe Europees deze groep echt was. Volt communiceert daar niets over. Dat strookt niet met de transparantie die de partij voorstaat.

Nieuwe partijen hebben een enorme omloopsnelheid. Politici richten regelmatig partijen op die binnen de kortste keren weer zijn opgeheven. Een voorbeeld is Voor Nederland, de partij van enkele afsplitsers van de PVV, geleid door Jan Roos. De partij haalde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 geen zetels en werd toen vrijwel direct weer ontbonden.
Op dezelfde manier presenteerde Henk Krol in 2020 de Partij voor de Toekomst, maar deze ging aan ruzie en gebrek aan succes alweer binnen een jaar ten onder. Krol deed vervolgens mee aan de Tweede Kamerverkiezingen met de Lijst Henk Krol. Het resultaat was nul zetels en ook van deze partij werd daarna niets meer vernomen. Een ander voorbeeld is Liane den Haan, het Kamerlid dat in 2021 afsplitste van 50Plus, een eigen partij begon onder de naam Goud, maar het bijltje er al voor de verkiezingen weer bij neergooide.
Volt lijkt aanvankelijk een partij uit deze lange lijst mislukkingen. In 2019 wordt geen Nederlandse zetel in Brussel behaald. Er is reden te denken dat de partij er net als vele andere mee ophoudt, maar de leden doen het omgekeerde: het geloof in hun Europese partij neemt eerder toe dan af. Ze gaan nog harder werken om in de toekomst alsnog door te breken.
Een Europese partij?
Volt is sindsdien gestaag gegroeid. De partij doet regelmatig mee aan verkiezingen in allerlei EU-landen op allerlei bestuurlijke niveaus. In andere landen heeft men daar plannen voor gemaakt. In 2019 maakte de partij nog een magere indruk met een tiental raadsleden in drie landen. Het was toen vooral de verkiezing van de eerste – Duitse – Europarlementariër die het bestaansrecht van de Europese partij liet zien.
In 2021 volgt de doorbraak met drie zetels in de Nederlandse Tweede Kamer. In de jaren daarna breidt de partij zich verder uit, maar het aantal landen blijft beperkt. De groei zit vooral in Duitsland en Nederland. In Duitsland groeit het aantal raadsleden gestaag en komt de partij in een aantal lokale coalities terecht zoals die in Frankfurt. In Nederland zit Volt sinds 2022 in tien gemeenteraden en sinds 2023 in acht provincies en de Eerste Kamer. Bij de vervroegde verkiezingen van november 2023 haalt Volt twee zetels in de Tweede Kamer. In 2024 zijn er weer Europese verkiezingen en kunnen de Europese ambities verder vorm krijgen.
Is met Volt een nieuw tijdperk in de Europese politiek aangebroken? In dit essay kijk ik naar de wording van deze Europese partij: wat betekent het een Europese partij te zijn, hoe functioneert zo’n partij, wat is de meerwaarde ervan en is dit de hoop voor de toekomst van de EU?
Dit is het eerste deel van een serie Bureaucratie voor Europeanen. Lees hier deel 2.
Beeld: Volt-leus op de website van Volt Nederland, Volt-meetup in Utrecht. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.