Communicatiewetenschap heeft fantastische rankings waar niemand iets aan heeft

De rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam, Peter-Paul Verbeek, heet ons welkom in de Aula. Donderdagmiddag is het tijd voor een symposium vanwege het 25-jarig bestaan van ASCoR, de Amsterdam School of Communication Research. Verbeek vindt dit jubileum heel bijzonder. ASCoR heeft de afgelopen jaren echt de toon gezet: aan deze onderzoeksschool wordt volop interdisciplinair onderzoek gedaan en de staf is zeer internationaal. Geweldig.
Waarschijnlijk heeft u nog nooit van ASCoR gehoord. Ik wel: ik werkte hier tussen 2001 en 2005 aan een proefschrift. Ik heb dat onderzoek in 2006 in deze Aula verdedigd. Een oud-collega noemt me deze donderdag ‘de eerste lichting promovendi’. Toen stond de onderzoeksschool nog in de kinderschoenen, tegenwoordig is het een alom gerespecteerd instituut. Er is nergens ter wereld zo’n grote onderzoeksschool in de communicatiewetenschap als aan de UvA. Proficiat.
Toen ik nog bij ASCoR werkte, stonden er altijd zo’n veertig promovendi op de website. De meesten van hen waren vier jaar in dienst om aan hun proefschrift te werken, net als ik. Van alle promovendi die ooit bij ASCoR promoveerden zijn er twintig hoogleraar geworden, lezen we in een boek dat speciaal voor dit jubileum is uitgebracht. Met deze aantallen oud-medewerkers zou je denken dat de Aula bomvol zit, maar de meeste promovendi zijn weggebleven. Een afwezige mailt dat het programma ‘te saai’ is.
Fantastische resultaten
Alle mensen die bij ASCoR hebben gewerkt hebben de basis gelegd voor deze prachtige onderzoeksschool, horen we decaan Agneta Fischer zeggen. Ze mag van de directeur van ASCoR niet over rankings beginnen, maar dat doet ze toch, want die zijn werkelijk fantastisch. Rankings zijn scorelijstjes voor wetenschappelijke prestaties, meestal in de vorm van invloedrijke wetenschappelijke artikelen. Wie publiceren het meest en welke artikelen worden vervolgens het meest geciteerd?
Rankings zeggen niet alles, aldus Fischer, maar ze zijn ook niet betekenisloos. ASCoR staat er gewoon ontzettend goed voor. ASCoR-artikelen worden heel veel geciteerd en er worden heel veel wetenschappelijke beurzen binnengesleept. Er is een brede basis van productieve wetenschappers. Nu interdisciplinair onderzoek steeds belangrijker wordt is communicatiewetenschap als discipline sowieso belangrijker dan ooit. ASCoR is groot en legendarisch. Woorden schieten tekort.
Universiteiten doen aan onderzoek én onderwijs: college geven aan studenten. Het ravijn tussen deze twee activiteiten wordt steeds dieper en breder. Dat is nergens zo goed zichtbaar als aan de UvA. ASCoR wordt over de hele wereld geprezen. Veel oud-medewerkers zijn weliswaar thuisgebleven, maar een hotshot als Holli Semetko is er wel: een Amerikaanse hoogleraar die jaren geleden bij ASCoR werkte. Leuk, maar studenten communicatiewetenschap hebben haar zo goed als nooit gezien.
Toen vloog ze weer terug naar de VS.
Groot contrast
Semetko kwam voor het onderzoek en ze is de enige niet: hoogleraar word je door mee te gaan in de wereld van rankings en grants, niet door college te geven. ASCoR illustreert dit: deze onderzoeksschool werd opgezet op het moment dat het uiterst slecht ging met het onderwijs aan studenten. In 1999 sloot de minister de opleiding bijna vanwege jarenlange onderfinanciering en bijbehorend wanbeleid. Het contrast met de wereld van onderzoek – letterlijk dezelfde afdeling – kon niet groter zijn.
Nu is ASCoR een paradepaardje van de UvA. De onderzoeksschool scoort goed op alle indicatoren, van artikelen tot citaties en subsidies. Hier is men roomser dan de Paus: een artikel publiceren is niet genoeg, het moet ook in het juiste tijdschrift staan met de hoogst mogelijke ranking. Binnen zes maanden graag weer een nieuwe. Een gepensioneerde hoogleraar noemt de extreme focus op scorelijstjes ‘overcompensatie’ vanwege de slechte naam die het onderwijs hier zo lang had. ASCoR moet dat doen vergeten.
Als mensen zo eenzijdig hun eigen prestaties uitlichten, is het nuttig een ander perspectief te kiezen. Al dit academische vlagvertoon wordt door de belastingbetaler gefinancierd en je vraagt je af of die hier ooit iets van meekrijgt. Uit eigen ervaring weet ik het antwoord: nee. Bij ASCoR zitten tientallen mensen onderzoek te doen naar precies dezelfde thema’s als waar ik over schrijf. In de media of het publieke debat kom je ze niet tegen. Ze zijn artikelen voor an international audience aan het schrijven.
Maatschappelijke relevantie
De verandering heeft een gezicht: Philip van Praag is langsgekomen. Hij is een ontzettend inspirerende onderzoeker van partijen en verkiezingscampagnes, die daar tijdens zijn loopbaan talloze keren de media mee haalde. Hij hoorde tot zijn pensioen bij ASCoR. Twintig jaar geleden kwam er na elke Tweede Kamerverkiezing een lijvig boek uit (1994, 1998, 2002-2003) waarin alle aspecten van de campagne werden geanalyseerd. Sinds Van Praag met pensioen is, wordt dit onderzoek niet meer gedaan.
Van Praag denkt dat dit soort onderzoek nu niet meer mogelijk is. Onderzoekers moeten beurzen binnenhalen en internationale artikelen schrijven. Nederlandstalige boeken over Nederlandse onderwerpen doen er niet meer toe, want die hebben geen ranking. Je moet je eigenlijk afvragen of Nederlandse verkiezingscampagnes überhaupt wel interessant zijn: dat zijn ze alleen als je ze kunt vergelijken met andere landen. Alleen dan kun je er internationale artikelen over schrijven.
Een oud-collega prijst me dat ik tegenwoordig rechts radicale partijen volg. Dank voor het compliment, maar vroeger deden wetenschappers dat ook en daar kon je zelfs op promoveren. Tegenwoordig geldt dat echter als ongewenst onderzoek: onzekere uitkomsten, niet goed planbaar en ‘te Nederlands’. Onderzoek doen is productie draaien en of de maatschappij daar wat aan heeft doet er niet toe. Je hebt immers liever tien lezers in de VS dan duizend hier. Anders citeert Holli Semetko je niet.
Hoe noem je zo’n middelvinger naar je financiers eigenlijk?
Beeld: Hoogleraar Patti Valkenburg praat de zaal bij over online dating. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.