De kans op een Volt-fractie in het Europees Parlement nadert de nul
BNR heeft een wekelijks podcast over de vraag of Volt dit jaar de eigen Europese dromen waar gaat maken. Leuk initiatief van Geert Jan Hahn. Deze week hoorden we de Nederlandse lijsttrekker Reinier van Lanschot vertellen dat Volt een eigen fractie in het Europees Parlement nastreeft en zo Europa democratischer en transparanter gaat maken. Aangezien Van Lanschot deze onzin steeds weer blijft verkondigen een poging feit en fictie van elkaar te scheiden.
Eerst: wat is ook alweer een Europese fractie? Aan de Europese verkiezingen doen nationale partijen mee met eigen verkiezingsprogramma’s, terwijl ze in Brussel met gelijkgezinde partijen uit andere landen samenwerken in fracties van bijvoorbeeld christendemocraten (EVP, met o.a. het CDA) en liberalen (Renew, met VVD en D66). In die fracties worden compromissen gesloten over de koers in het Europees Parlement. Daar is nauwelijks verantwoording over en dat is niet transparant.
De Volt-oplossing
Volt heeft een oplossing bedacht: de partij doet in zoveel mogelijk EU-lidstaten mee met hetzelfde programma. Als in die landen Volt-Europarlementariërs worden verkozen vormen zij daarna een fractie die staat voor het gezamenlijke programma dat aan kiezers is voorgelegd. Toch is de praktijk weerbarstig. Zo doet Volt lang niet overal mee. Op het congres van Volt Nederland in Utrecht gaf Van Lanschot impliciet toe dat Volt in minimaal acht lidstaten verstek laat gaan.
Het is echter (veel) erger: het is überhaupt de vraag of Volt na de Europese verkiezingen wel een fractie kan vormen. Het Europees Parlement heeft hier regels voor: een fractie kent minstens 23 Europarlementariërs uit minstens zeven lidstaten. Het is vrijwel zeker dat Volt ruimschoots onder die grens blijft. Op het Europese congres in Parijs werd bijna ongemerkt de ambitie om zo’n fractie te starten geschrapt. Volt denkt inmiddels slechts vier tot negen zetels te halen.
Opvallend dat Van Lanschot de oude ambitie uit de prullenbak heeft gehaald. Dat is wel begrijpelijk omdat dit streven Volt uniek maakt, maar het is ook een onhandige ambitie omdat deze vrijwel onhaalbaar is.
Geen transparantie
In de onderstaande tabel staat de nieuwe zetelverdeling in het Europees Parlement per juli 2024. In een aantal landen geldt op basis van nationale wetgeving een kiesdrempel. Vaak is die niet relevant omdat er in veel landen maar een paar zetels te vergeven zijn. In de praktijk ligt de drempel daarom vaak hoger dan de wet voorschrijft. De beste voorbeelden zijn Malta en Cyprus, waar Volt rekening moet houden met een drempel van ruim vijftien procent.
Volt is in Nederland veel bekender en populairder dan elders, gevolgd door Duitsland. In de tabel staat welk percentage stemmen Volt behaalde bij de Europese verkiezingen van 2019, hoeveel Volt-politici zijn gekozen en hoeveel leden in de verschillende landen kunnen flyeren. De ledenaantallen komen uit een rapportage van Volt Europa van september 2023. De aantallen gekozenen zijn gebaseerd op de website van Volt, soms gecorrigeerd omdat de website onvolledig is.
Eerste conclusie: in de landen waar Volt niet meedoet, is er sowieso geen enkele organisatorische basis.
Coalitie-vorming
Bij het congres van Volt Nederland hoorden we Van Lanschot over landen waar de partij ‘misschien’ deelneemt. Ook daar is de basis uiterst smal. Soms is er een oplossing. In Frankrijk, zo hoorden we, wil Volt meedoen in een coalitie met andere partijen. Geen lid stelde er een vraag over, maar dit gaat regelrecht tegen de Volt-filosofie in. Volt zou immers in heel Europa hetzelfde programma uitdragen, maar dat kan niet als je een gezamenlijke lijst vormt met andere partijen.
Geen Volt-lid denkt: hebben we zulke goede ervaringen met dit soort samenwerkingen? De ervaringen in Bulgarije zijn kennelijk alweer vergeten, toen Volt een parlementslid verkozen kreeg via een coalitie met een partij die ook met rechtsextremisten samenwerkt. Inmiddels is Volt ook in Tsjechië in een samenwerkingsconstructie gestapt. Al die samenwerkingen hebben hetzelfde kenmerk: niemand weet precies wie de partners zijn of kent de organisatorische en inhoudelijke afspraken.
Deze strategie is problematisch: als de electorale coalitie in Frankrijk zetels wint, is dan zeker dat die Europarlementariërs in de Volt-fractie komen? Onderschrijven zij het Europese verkiezingsprogramma? Of zijn er ook andere opties? Niemand weet het.
Problemen elders
Andere landen waar Volt op het stembiljet staat, stemmen niet veel vrolijker. In 2019 stemden 146 Zweedse kiezers op Volt en verder is er in het land nooit iets van de partij vernomen, behalve dan een naar Volt overgestapte gemeenteraadsfractie die bij de daaropvolgende verkiezingen weer werd weggevaagd. Als het in België lukt het stembiljet te halen, is de kans op zetels nog steeds minimaal omdat er drie kiesdistricten zijn. In Vlaanderen is de kiesdrempel het laagst: acht procent. Dat haalt Volt zelfs in Nederland niet.
Volt dweept ondertussen met groeiende aanhang in Portugal, Griekenland en Italië, maar dat de partij raadsleden heeft in Coimbra, Athene en een handvol Italiaanse gemeenten zegt niets over de kansen bij Europese verkiezingen. De nationale zichtbaarheid is nihil, net als het percentage gemeenten waar Volt in deze landen actief is. Volt is alleen in Nederland en Duitsland kansrijk, wellicht gevolgd door Spanje, maar dat is eigenlijk alleen omdat daar de kiesdrempel laag is.
Volt gaat die vereiste 23 Europarlementariërs uit zeven landen niet halen. Reinier van Lanschot zit in juli ongetwijfeld zelf wel in Brussel, maar omdat hij als co-voorzitter van Volt Europa de partij niet of nauwelijks uitbouwde, zal hij nauwelijks Volt-collega’s hebben.
Beeld: Slide bij het Volt-congres. Still van YouTube.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.