Waarom half Rotterdam niet stemt en waarom dat niet verandert
Je hebt altijd baas boven baas. Lokale politiek leeft bijna nergens, maar in Rotterdam heeft de interesse een absoluut dieptepunt bereikt. Hier is de opkomst bij elke verkiezing steevast ‘historisch laag’. Het gevolg: nergens wordt zoveel gepraat over ‘de kloof’ als hier. Dinsdagavond is het weer zover: in debatcentrum Arminius wordt een prijs uitgereikt voor de Rotterdamse politicus van het jaar, maar eerst is het tijd voor een zorgelijk gesprek over de lokale democratie.
Politicoloog Hans Vollaard is langsgekomen. Toen de opkomst bij de lokale verkiezingen van 2022 weer eens tegenviel, wilde de gemeente het probleem bij de wortel aanpakken. Vollaard mocht een rapport schrijven. Opvallend detail: in tegenstelling tot de gemeente is hij helemaal niet verbaasd over de lage opkomst. Nederlanders met een migratieachtergrond en praktisch opgeleiden gaan minder vaak stemmen dan anderen, doceert hij. Juist deze groepen wonen vaak in Rotterdam.
Vollaard vertelt dat de opkomst omhoog zou kunnen door rekening te houden met de verschillende groepen inwoners. Je moet als gemeente en als politieke partij rekening houden met deze verschillen: niet iedereen is hetzelfde. Een algemene campagne om mensen naar de stembus te krijgen werkt daarom niet. Zo komen we op een praktisch probleem: politici vinden dat ze hier geen tijd voor hebben, want ze zijn veel te druk met het werk in de gemeenteraad.
Geen kennis
Tijd voor nog een open deur. Het politieke werk gaat aan veel burgers voorbij, horen we Vollaard zeggen. Hun politieke kennis is heel beperkt. Ze hebben vaak geen idee hoe de gemeente werkt. Veel mensen denken bij de gemeenteraad: ‘waar gaat dit in hemelsnaam over?’ Niet gek dat er in zo’n onbekend bestuur ook weinig vertrouwen is. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer ligt dat allemaal anders en dus is er dan meer motivatie om naar de stembus te gaan.
Vollaard prijst de gemeenteraad die naar aanleiding van zijn rapport uitgebreid over dit thema heeft gepraat. Dit onderwerp staat nu echt op de agenda. Hoe weinig zinvol dat is, blijkt uit de eerste suggestie uit de zaal om burgers bij de politiek te betrekken: een burgemeestersreferendum. Als er dan echt wat te kiezen valt, zou dat wel aandacht kunnen trekken, denkt Vollaard. Die hoop wordt vanuit het publiek meteen weggeslagen: de burgemeester bepaalt het beleid nauwelijks.
Vollaard strooit nog met wat extra waarheden. Je kunt gemeenteraadsleden vragen de wijken in te gaan, maar ze zijn te druk. De stad is gegroeid en het aantal raadsleden niet, terwijl de bevoegdheden zijn toegenomen en de fracties kleiner zijn geworden. Later suggereert AD-journalist Peter Groenendijk dat een Rotterdams raadslidmaatschap een fulltime functie is, niet parttime zoals nu. Ondertussen horen we geklaag dat de Rotterdamse wijkraden wegkwijnen in de vergetelheid.
Belangrijke thema’s
Groenendijk beschouwt het politieke jaar en begint meteen over het vorige week aangekondigde vertrek van burgemeester Aboutaleb. Dit overschaduwt al het politieke nieuws, horen we hem zeggen. CDA-raadslid René Seegers-Hoogendoorn vertelt over een vrijwel unaniem aangenomen woonakkoord. Dat was echt een mooie prestatie. Een wijkraadslid klaagt dat er een nieuwe brug komt tussen Noord en Zuid, terwijl de bewoners een tunnel wilden.
Het ontgaat de zaal dat al deze thema’s illustreren waarom de gemeentepolitiek niet leeft. Over de burgemeester hebben burgers sowieso niet direct iets te zeggen, als de gemeenteraad het bijna unaniem eens is over het woonbeleid valt er niets te kiezen en als je wijkraden opricht is het logisch ernaar te luisteren. Als de gemeente de door burgers gewenste tunnel kennelijk niet kan betalen, is het beter ze te vertellen dat ze die verfoeide brug krijgen. Inspraak is dan niet nodig.
Deze avond horen we geen enkel wezenlijk thema waar de meningen in de gemeenteraad over verschilden, zodat burgers zich door een bepaalde partij vertegenwoordigd kunnen voelen en denken dat er echt wat te kiezen valt. Natuurlijk bestaan die onderwerpen wel. Maar ja, als die besproken worden weten burgers nog steeds niet wie aan het woord is en kunnen ze standpunten, personen en partijen niet goed aan elkaar koppelen. Dan is er weer geen reden om te stemmen.
Beleidsconsensus
Hoe erg het is, blijkt ook uit de verkiezing. Er zijn drie raadsleden genomineerd: Richard Moti (PvdA), Erik Verweij (VVD) en Larissa Vlieger (GroenLinks). Ze zijn geselecteerd door een jury van experts op het gebied van de Rotterdamse politiek en lokaal bestuur. Er zijn drie criteria: dat ze effectief werk hebben geleverd, dat ze respectvol met politieke tegenstanders in debat gaan en dat ze een aansprekende boodschap hebben. Moti – die onlangs afscheid nam – wint.
Of Moti volle zalen trekt is me onduidelijk en niemand durft er iets over te zeggen. Het is wel zeker dat de PvdA onder zijn leiding van vijf naar vier zetels ging. Dan toch een prijs winnen? Dat kan alleen in een stad waar de politiek een bastion is van hoogopgeleiden. Raadsleden hebben rapporten nodig om te onderkennen dat kiezers niet weten wie ze zijn en wat ze doen. Dit is een stad waar de gemeenteraad een rapport laat schrijven om te concluderen dat de democratische crisis nu ‘op de agenda staat’.
Nergens in Nederland wordt zo vrijblijvend gekletst over de kloof met de burger als hier. Een apart bureau voor burgerparticipatie, 300 wijkraadsleden en heel veel reorganisaties, experimenten en onderzoeken verder is er maar nauwelijks iets veranderd. Zolang gemeenteraadsleden het dichten van de kloof uitbesteden aan anderen – of het nou ambtenaren, onderzoekers of wijkraadsleden zijn – zal het nooit veranderen. Zouden ze het lef hebben dit eens te onderkennen?
Beeld: discussie in Arminius. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.