Volt-lijsttrekker (M) wil geen hooggekwalificeerde vrouw naast zich

Volt heeft een kandidatenlijst opgesteld voor het Europees Parlement. Niet iedereen is er blij mee. Volgens de Volt-waarden zouden de leden de lijstvolgorde moeten bepalen, maar het partijbestuur heeft dat zelf al gedaan. Dat mag statutair, maar biedt allerlei mogelijkheden tot speculatie over de redenen voor de gekozen kandidatenvolgorde, vooral nu bekenden van het partijbestuur in de top terecht zijn gekomen. Dat riekt naar vriendjespolitiek, zeker omdat de kandidatencommissie zich niet in de lijstvolgorde herkent.
Bij Volt kan het allemaal altijd nog een beetje erger. In het kandidatenboek zijn de teksten van de kandidatencommissie gebruikt, al waren die teksten niet bedoeld om de exacte lijstvolgorde mee te onderbouwen. Dat zou bij Volt immers aan de leden moeten zijn. Het is heel interessant deze teksten eens goed op ons in te laten werken. Hoe verhouden die teksten zich tot de plaatsing op de lijst? Laten we kijken welke kandidaten het predikaat ‘zeer geschikt’ hebben gekregen.
De kandidatencommissie vond drie mensen het meest geschikt voor een hoge plek: Teun Jansen, Ian Hendriks en Veerle Smit. De rest van de kandidaten kreeg het predikaat ‘zeer geschikt’ niet. Zij zijn alleen ‘geschikt’ en in één geval ‘niet geschikt’.
Zeer geschikte kandidaten
Het is zeer begrijpelijk dat de kandidatencommissie deze drie kandidaten zeer geschikt vindt. Jansen is EU-expert bij Clingendael en geeft daar EU-trainingen aan diplomaten en ambtenaren. Hendriks is voorzitter van een netwerk voor gekozen Volt-politici. Smit werkt als senior strategisch adviseur bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat waar ze bewindspersonen adviseert over de invloed van Europese ontwikkelingen en wet- en regelgeving op milieu, circulariteit en mobiliteit.
Nu mag u eens raden welke posities deze drie kandidaten op de lijst hebben gekregen. Volt werkt met een pariteitssysteem waarbij mannen en vrouwen om en om kandidaat zijn. De nummer een is eerder al verkozen: Reinier van Lanschot (M). De twee zeer geschikte mannelijke kandidaten hebben de hoogst mogelijke posities gekregen: Jansen staat op drie en Hendriks op vijf. De enige vrouw met het predikaat ‘zeer geschikt’ – Smit – prijkt op… nummer acht.
Wie moet Smit allemaal voor laten gaan? Het zijn in ieder geval mensen die door de kandidatencommissie slechts ‘geschikt’ werden bevonden. Op twee staat Anna Strolenberg, een communicatiemedewerker zonder noemenswaardige EU-ervaring. Op vier staat Sacha Muller, een co-voorzitter die bij de Gündogan-crisis betrokken was, daarna uit beeld verdween en eveneens geen noemenswaardige EU-ervaring heeft. Op zes staat Anouk Ooms, een ex-bestuurder van Volt Europa.
Hoezo gelijkwaardig?
Rara wie is de beste vrouw die Volt op dit moment heeft om in het Europees Parlement te gaan zitten? Zowel de profielbeschrijvingen als het oordeel van de kandidatencommissie laten daar geen twijfel over bestaan: het is Veerle Smit, maar zij moet drie vrouwen voor laten gaan. Deze lijst komt van het partijbestuur en verhip: de twee hoogstgeplaatste vrouwen – Strolenberg en Muller – zijn bekenden van het bestuur. Ooms minder, want zij zat in Europa. Smit idem dito, want zij zat op het ministerie en bij Volt Utrecht.
Partijvoorzitter Rob Keijsers zegt graag dat hij denkt dat Volt Nederland drie Brusselse zetels haalt. Het is waarschijnlijker dat het bij één zetel blijft. De kiesdrempel is immers ruim drie procent en die haalde Volt bij de Tweede Kamerverkiezingen al niet. De enige vrouw die met heel veel rugwind en geluk eventueel verkiesbaar is, is de nummer twee. Rara wat zou het partijbestuur bedoelen als men zegt dat de teamsamenstelling heel belangrijk is en dat lijsttrekker Van Lanschot heeft meegepraat over de lijstvolgorde?
Het is overduidelijk dat Van Lanschot geen probleem had met zeer geschikte mannen op hoge posities, al is het maar omdat de kans dat ze verkozen worden nihil is. De vrouw op plek twee maakt echter wel een kansje en daar prefereert Van Lanschot iemand met een zwak EU-profiel. Als Volt drie zetels haalt en de vrouw op plek vier wordt met voorkeursstemmen gekozen ten gunste van de mannelijke nummer drie, heeft Van Lanschot nog een tweede vrouw in zijn fractie zonder noemenswaardige EU-ervaring.
Een sterke vrouwelijke kandidaat met echte kennis van zaken op de tweede plek, naast een inhoudelijk zwakke mannelijke lijsttrekker… dat moet je niet willen. Zullen we het maar gewoon seksisme noemen?
Beeld: Spotje van Volt Nederland voor de Tweede Kamerverkiezingen. Still van YouTube.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.