Er is een tijd van polariseren en een tijd van polderen, ook met de PVV
Kees van der Staaij is terug in Den Haag. Zijn afwezigheid heeft precies een week geduurd. Donderdagavond spreekt hij de Thorbeckelezing uit in perscentrum Nieuwspoort. Hij had zich voorgenomen niet aan dit soort lezingen te beginnen, vertelt hij deze avond, maar de organisatoren wezen hem erop dat hij eens de Thorbeckeprijs heeft gewonnen. Deze wordt eveneens deze avond uitgereikt. Toen vond Van der Staaij dat hij niet meer kon weigeren. En dus praat hij vanavond over polarisatie.
Dit is een bijzonder onderwerp op een bijzondere avond. Bij binnenkomst zegt Van der Staaij tegen de organisatoren dat hij zich afvraagt of er wel interesse in zijn lezing zal zijn, nu alle ogen zijn gericht op de vrijwel gelijktijdige verkiezing van de nieuwe Kamervoorzitter. Van der Staaij heeft geluk: de verkiezing van Martin Bosma wordt zeker een kwartier voor zijn lezing bekend. De zaal zit vol.
Polarisatie toen en nu
Polarisatie is van alle tijden, houdt Van der Staaij ons voor. Het is een fenomeen wat tweehonderd jaar geleden al bestond. De politieke geschiedenis zit er vol mee, zoals in de beginjaren van zijn Kamerlidmaatschap, toen Pim Fortuyn opkwam. In de politiek, denkt Van der Staaij, moet je rekening houden met polarisatie. Het is alsof je gaat vliegen. Het is dan verstandig er rekening mee te houden dat er turbulentie kan zijn. In zo’n geval moet je je gordel omdoen. In de politiek is dat net zo.
Van der Staaij denkt dat je een historische blik nodig hebt om polarisatie op de juiste waarde te kunnen schatten. Polarisatie is soms positief: het maakt duidelijk wat mensen belangrijk vinden en schijnt een licht op allerlei beleidsopties die nog niet zijn overwogen. Polarisatie kan zo ook het vertrouwen van burgers in de politiek vergroten. In de tijd van Fortuyn was er niet alleen polarisatie, maar ook hoge betrokkenheid en een hoge opkomst bij de verkiezingen. Te weinig polarisatie maakt de politiek grijs.
Te veel polarisatie, dat is ook niet goed. In de politiek moet er onderling respect zijn en moet je er pratend uit proberen te komen. Je moet burgers niet onnodig bang maken en mag tegenstanders niet demoniseren. Er is dus een tijd van polariseren en een tijd van polderen. Partijen moeten er met elkaar uitkomen en daarom is het niet verstandig elkaar op voorhand uit te sluiten.
Destructieve polarisatie
De vraag is hoe je destructieve polarisatie tegengaat, denkt Van der Staaij. Het advies moet zijn: maat houden. Partijen moeten kleur op de wangen hebben, maar ze moeten ook aan zelfbeheersing doen, bijvoorbeeld door niet continu op te willen vallen, maar juist de nuance te blijven zoeken. Wantrouwen en angst moet je niet continu aanwakkeren. Je moet in de Tweede Kamer hele debatten bijwonen, niet alleen langskomen om een statement te geven die je in een video kunt gebruiken en dan weer vertrekken.
Politiek leiders moeten meer begrip opbrengen voor elkaars positie en politici moeten contact hebben met mensen buiten hun eigen bubbel. Daarom zijn gemeenschappelijke werkbezoeken en reizen belangrijk. Het gaat in de politiek niet alleen om zelfprofilering, maar ook om de gerichtheid op het algemeen belang. Volksvertegenwoordigers moeten bemiddelen tussen burger en bestuur: ze vertellen bestuurders waarom burgers ontevreden zijn en ze vertellen burgers waarom niet alles zomaar kan.
Van der Staaij heeft wat voorstellen. Rapporteurschappen zijn een nieuw maar goed fenomeen, omdat ze de focus leggen op de inhoud en de gemeenschappelijkheid versterken. Ook is het goed dat er beter wordt gekeken of wetgeving in overeenstemming is met de Grondwet. Nieuwe verkiezingen moet je niet zien als oplossing voor politieke meningsverschillen. Die moet je op een andere manier beslechten. Een kabinetsval moet niet per definitie tot nieuwe verkiezingen leiden, denkt Van der Staaij.
Niet altijd polderen
Volkskrant-columnist Elma Drayer mag op de lezing reageren en geeft er een actuele draai aan. Sinds de verkiezingen horen we veel zorgelijke commentaren over de rechtsstaat. Drayer ziet nu al op tegen de commentaren over het Kamervoorzitterschap van Martin Bosma. Het is onzin om te doen alsof de Grondwet nu opeens bij het grofvuil staat. De rechtsstaat valt bij wat tegenwind niet zomaar om. Het is beter het vertrouwen in instituties te laten zien en wat minder aan doemdenken te doen.
Zelfverzekerdheid is nodig, aldus Drayer. Dat is niet hetzelfde als zelfingenomenheid. Saaie landen zonder polarisatie bestaan natuurlijk ook, maar dat zijn de landen van Jozef Stalin en Fidel Castro en daar willen we niet wonen. Polarisatie is er altijd al geweest, bijvoorbeeld over abortus of kruisraketten. Het lijkt erop dat polarisatie vooral minder wordt getolereerd. Het is logischer om goed na te denken over welke zaken sowieso niet te polderen valt. De recente opkomst van anti-semitisme bijvoorbeeld.
Dat is een goed advies. Juist Van der Staaij illustreert dat velen het hartgrondig oneens kunnen zijn met een politicus, maar toch kunnen komen tot een wederzijds respectvolle omgang en soms zelfs tot inhoudelijke samenwerking. Met Van der Staaij kan worden gepolderd, maar niet altijd en zeker niet over alles. Dat geldt in de praktijk ook al jaren voor de PVV. Daar wordt gewoon mee samengewerkt, maar er bestaan tevens rode lijnen. De vraag is waar de nieuwe Tweede Kamer die lijnen trekt.
Beeld: Kees van der Staaij in Nieuwspoort. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.