Volt Nederland heeft Volt Europa helemaal niet nodig
Volt Europa congresseert in Parijs en veel Nederlandse Volt-politici zijn keurig op komen draven. Er lopen allerlei raads- en Statenleden rond. Ze zijn hier een dag langer dan de rest: het ledencongres is zaterdag en zondag, de volksvertegenwoordigers komen vrijdag al samen voor overleg met collega’s uit andere landen. Voor hen is deze conferentie een enorme tijdsinvestering. De logische vraag is of die investering ook een beetje rendeert.
Raadsleden woekeren met hun tijd, zeker in grote steden en zeker als ze in een kleine fractie zitten. Dat is precies de situatie waar Nederlandse Volt-raadsleden in zitten: nooit in kleine gemeenten en nooit in een fractie groter dan drie. Voor Staten- en Kamerleden uit kleine fracties is de situatie niet anders. Contact onderhouden met partijleden is slechts een van hun taken. Volt-politici hebben dubbel werk: ze hebben een nationale én een Europese partij.
Volt-politici kunnen deze drie dagen ook besteden aan het leggen van contacten met hun kiezers, voorstellen schrijven, stukken lezen of gewoon een weekend vrijhouden. Zou zo’n congres van drie dagen hen veel opleveren? Het lijkt er niet op. Er zijn bestuursverkiezingen, meerdere panels en wat sessies over de campagne, financiën en organisatie: allemaal ontzettend misbaar voor mensen die woekeren met hun tijd. En dit gedoe is nog twee keer per jaar ook.
Volt Europa moet wel heel nuttig zijn om deze tijdsinvestering te legitimeren. Eens kijken.
Europees enthousiasme
Een Europese partij zou een beweging kunnen zijn die burgers overal in de EU inspireert. De Nederlandse Kamerleden proberen dat in Nederland te doen, maar dat kunnen ze zonder Europese partijstructuur ook. We moeten dus kijken naar de Duitse Europarlementariër – Damian Boeselager – die als boegbeeld kan laten zien hoe Volt op ‘een andere manier’ Europese politiek bedrijft. Er is maar één probleem: dat boegbeeld is hij niet.
Boeselager is in de Brusselse bubbel verdwenen. Hij werkt ongetwijfeld hard en misschien is zijn werk nog nuttig ook, maar je merkt er even weinig van als dat van andere Europarlementariërs. We hoorden in ruim vier jaar zo goed als niets van hem, ook niet sinds Volt in Nederland met de komst naar de Tweede Kamer een relevante partij werd. Laurens Dassen zorgt voor alle zichtbaarheid, helemaal buiten de Europese partijstructuur om.
Dit probleem is fundamenteel. In Parijs horen we dat de nationale Volt-afdelingen meer betrokken moeten worden bij de Europese beleidsvorming. Vreemd: Volt laat zich erop voorstaan dat het goed is dat alle bestuurslagen – van de EU tot de gemeente – in één partij samenkomen. Maar over samenwerking tussen al die bestuursniveaus is nog niet nagedacht en dus hangen alle interne connecties van individuele leden af. Dat is zo ad hoc dat het ook zonder Europese partij kan.
Van elkaar leren
De vraag wat het overleg tussen Volt-politici uit verschillende landen op moet leveren is nooit doordacht. Het is onbekend of de Volt-fractie in Frankfurt ooit iets van Laurens Dassen heeft geleerd en vice versa. Of dat de Overijsselse Volt-fractie zich heeft laten inspireren door het Volt-raadslid uit de Portugese stad Coimbra. Dit leerproces wordt door Volt in ieder geval niet ondersteund, anders dan dat de volksvertegenwoordigers bij elk Europees congres een extra dag moeten opdraven.
Onlangs deed Volt Eindhoven een poging om iets te leren van Volt’ers uit andere landen. In de zaal zat een internationaal gezelschap, maar de sessie leverde niets op. Dat is ook niet zo gek: je kunt prima elders ideeën opdoen, maar je moet die ideeën wel in eigen land kunnen uitvoeren, daar tijd voor hebben en ze moeten ook aansluiten bij de bestuurlijke context en de interesses van media en kiezers. Er ligt na al dat overleg al snel een hele berg best practices in een bureaula.
Het heeft er alle schijn van dat Volt Europa deze uitwisseling alleen op papier belangrijk vindt. Deze staat niet eens op het congresprogramma. Gekozen politici zijn voor de Europese partij eveneens niet belangrijk: zij hebben geen rol op het podium en kunnen zo niemand inspireren, al zouden ze het zelf willen. Rara met welke boeiende inzichten gaan de Volt-politici weer naar Nederland?
Hulp uit Europa
Ondertussen horen we in Parijs over allerlei zaken die door Volt Europa op poten worden gezet. Er is een gezamenlijke organisatie, een gezamenlijke communicatiestrategie en een gezamenlijk verkiezingsprogramma. We vernemen dat het Europese communicatieteam vijf ‘persona’s’ heeft bedacht. Twee ervan zijn al Volt-kiezer, de drie andere nog niet. De zaal klapt voor dit marketingidee, maar meerdere Nederlandse Volt’ers zien de waarde niet, zo blijkt bij de koffie. Wat heeft Volt Nederland hieraan?
De meeste leden van Volt Europa zijn Nederlands en dus ook lid van Volt Nederland. In Nederland krijgt Volt subsidie, heeft een partijkantoor, een wetenschappelijk bureau en een internationale stichting. Er gaan soms dingen mis, maar de organisatie is redelijk professioneel. Volt Europa is ondertussen semi-democratisch en amateuristisch. De moederpartij leeft van nationale afdrachten die vooral komen van de twee grootste afdelingen: Duitsland en Nederland.
Volt Nederland financiert zo allerlei activiteiten die in eigen land niet nodig zijn en naar verluid op Europees niveau maar weinig resultaat gaan opleveren. De belangrijkste, meest onderscheidende ambitie is dit weekend immers in de vuilnisbak beland. Een Volt-fractie in het Europees Parlement zit er voorlopig niet in: precies de ambitie waar Volt Nederland het meeste aan had.
Hoe verder?
Misschien is Volt Europa nuttig voor minuscule Volt-afdelingen als in Denemarken, Litouwen, Luxemburg en Polen. Misschien ook voor middelgrote afdelingen zoals die in België en Spanje. Maar voor Nederland is de meerwaarde zo goed als nul. Volt Europa doet dubbel werk, levert maar nauwelijks PR-voordelen op en ondersteunt zelfs de programmaontwikkeling niet. Het kost Volt Nederland wel tijd en geld. Je vraagt je af wanneer Volt Nederland denkt: we kunnen ook wel zonder dit gedoe.
Beeld: Volt-vlag bij de ingang van het congres in Parijs.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.