Niemand weet wat Volt Denemarken van gemeenschappelijke regelingen kan leren
Deze week wordt in Eindhoven het lichtfestival Glow georganiseerd: een prachtige gelegenheid om campagne te voeren voor de Tweede Kamerverkiezingen. De lokale Volt-afdeling heeft er het hele weekend voor uitgetrokken. De afdeling krijgt hulp van Volt-leden uit Duitsland en België. Vrijdagmiddag trapt de afdeling het weekend af met een inhoudelijke sessie in het stadhuis. Die gaat over best practices uit Europa: wat kunnen we van elkaar leren op lokaal en Europees niveau?
Volgens de partijfilosofie van Volt biedt een Europese partij allerlei voordelen. Omdat Volt in alle EU-landen dezelfde visie uitdraagt en op allerlei plaatsen is verkozen, kunnen politici op Europese schaal samenwerken. Vrijdagmiddag is een voorbeeld: politici en leden uit verschillende landen kunnen met elkaar praten over gedeelde problemen. Misschien zijn de oplossingen uit Duitsland ook wel geschikt in Nederland en vice versa. En wie weet hebben ook Belgische leden daar dan weer iets nuttigs over te zeggen.
De broer van
Volt heeft een wethouder uitgenodigd om iets te vertellen over de regio. We luisteren naar Maes van Lanschot, de wethouder financiën van het CDA. Hij blijkt de broer te zijn van Reinier van Lanschot, de jarenlange voorzitter van Volt Europa die volgend jaar voor de tweede keer Europees lijsttrekker in Nederland is. We luisteren naar de ambities van de gemeente Eindhoven en de bestuurlijke constructie waarin die activiteiten plaatsvinden.
Van Lanschot vertelt dat Eindhoven vroeger een Calimero-complex had. Dat is voorbij. Eindhoven is de stad van Brainport, de Technische Universiteit en ASML. De stad is enorm gegroeid en er zijn grote plannen. We horen over ondergrondse buslijnen en enorme torenflats – high value real estate – die in het centrum gaan verrijzen. In deze regio werken overheden, universiteiten en bedrijven intensief samen en daar is zelfs een term voor: de triple helix. We zien een plaatje van flats omringd door groen. Mooie resultaten.
Eindhoven werkt in een samenwerkingsverband, legt Van Lanschot uit. Het heet de Metropoolregio en daarin werken 21 gemeenten in samen. De nationale overheid wil dit soort samenwerking, zegt Van Lanschot. Het is erg uitdagend, zowel democratisch als qua efficiëntie.
Heel veel vragen
Een man in de zaal wil weten wat het democratisch tekort precies is. Niet iedereen komt naar de vergaderingen van de Metropoolregio, horen we Van Lanschot zeggen. Je weet dan niet goed hoe men tegen de plannen aankijkt. Een ander wil weten of burgers er ook iets over te zeggen hebben. Van Lanschot wijst op het bestaan van gemeenteraadsverkiezingen. Volgend onderwerp.
Volt-leden uit Nederland, Duitsland, Denemarken en België luisteren naar deze uitwisseling. Vrijwel alle vragen komen van Nederlanders. Die gaan niet over de kern van het probleem. Bij ‘gemeenschappelijke regelingen’ zoals de Metropoolregio sluiten gemeenten compromissen waar de eigen raadsleden en burgers soms simpelweg tegen zijn. En dan ook nog achter gesloten deuren. Dat is een enorm democratisch tekort: gemeenten kunnen in de praktijk niet of nauwelijks nee zeggen tegen allerlei plannen. De Volt-leden laten zich het bos in sturen met de mededeling dat er gemeenteraadsverkiezingen bestaan.
Je kunt ook denken: deze discussie gaat voor deze bijeenkomst te ver, want het gaat om de uitwisseling van best practices. De Metropoolregio is dat democratisch gezien sowieso niet. Werkelijk iedereen haat dit soort gemeenschappelijke regelingen, behalve mensen die prestigeprojecten willen doordrukken en mensen die niet weten waar het over gaat.
Of de Volt-leden uit het buitenland iets van deze discussie hebben begrepen, is onduidelijk. De kans lijkt klein dat zij snappen dat deze bestuurlijke filosofie regelrecht tegen alle democratische doelen van Volt ingaat. Dit snappen immers zelfs de Nederlanders al niet.
Nog meer ideeën
Na de koffie vertellen de aanwezigen waarin hun regio excelleert. We leren dat dit het geval is bij cultuur, automotive, high tech en innovatie. Er komen ontzettend veel losse flodders langs: een klein dorp in Frankrijk, de automotive campus in Helmond, een autoloze binnenstad, een jaarlijks cultureel event in Heeze, administratieve problemen en negentien burgemeesters in Brussel en de machines van ASML. Dezelfde vraag over uitdagingen levert wederom losse flodders op.
Volt denkt dat afdelingen uit verschillende landen van elkaar kunnen leren, maar de praktijk is anders. Gemeenten in verschillende landen delen wel allerlei problemen, maar die leveren geen implementeerbare lessen op. De bestuurlijke cultuur is immers overal anders. Wat resteert zijn onzinnige uitroepen die iedereen zelf ook wel had kunnen bedenken. Integratieproblemen kunnen bijvoorbeeld opgelost worden met taalcursussen en gemengde woonprojecten, horen we.
Het is niet uitgesloten dat er ergens in de EU informatie aanwezig is die goed aansluit bij de vragen en noden van Volt Eindhoven en misschien kan men ergens in Europa ook iets van de Metropoolregio leren. Maar de kans dat al die informatie op de juiste plek belandt, lijkt zo goed als nul. Volt komt niet verder dan het rondpompen van irrelevante informatie en het reproduceren van platitudes die men zelf ook allang had kunnen bedenken.
Wat heeft dat toch een enorme meerwaarde, zo’n Europese partij.
Beeld: Maes van Lanschot toont Volt ‘high value real estate’. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.