Kritische vragen over diversiteit? Dat vindt de UvA niet respectvol
Het is u misschien ontgaan, maar het was dinsdag Diversity Day. Of deze feestdag ook buiten de Universiteit van Amsterdam (UvA) wordt gevierd is niet duidelijk, maar het academisch debatcentrum Spui25 houdt er in ieder geval een avond over. Deze heet diversiteit en academische vrijheid. ‘Een docent bij sociale wetenschappen’, zo schrijft het debatcentrum, heeft een klokkenluidersmelding gedaan. Er is toen een commissie ingesteld die keek hoe het met de academische vrijheid is gesteld.
De docent in kwestie – Laurens Buijs – is overduidelijk persona non grata aan de UvA. Zijn naam staat niet in de aankondiging, terwijl iedereen weet dat het over hem gaat. Ook op de avond zelf horen we zijn naam niet. Vreemd, want de commissie die zijn klacht onderzocht stelde hem in het ongelijk: er is geen angstcultuur, zoals Buijs van de daken schreeuwde. Men zou best wat meer mogen benadrukken dat hij een rabiate gek is. Je vraagt je hooguit af waarom hij ooit aan een universiteit heeft mogen doceren.
Geen volle zalen
De kwestie-Buijs heeft in de vaderlandse complotmedia heel veel aandacht gekregen. Je zou daarom kunnen denken dat zijn waarschuwingen over de teloorgang van de academische vrijheid en de gevaren van woke zich in een enorme interesse mogen verheugen. Daar leren we deze avond iets belangrijks over: dit thema leeft weliswaar bij Ongehoord Nederland, Blckbx en Forum voor Democratie, maar niet aan de UvA. Er zijn zo’n veertig mensen. Tien van hen hebben een functie in het programma.
De diversity officer doet de aftrap. De ironie is niet te missen: Machiel Keestra is een witte man van middelbare leeftijd. De UvA blijkt al sinds 2015 diversiteitsnota’s te produceren. Keestra bewierookt een inclusieve cultuur waarin ruimte is ‘om de grenzen van het debat op te rekken’. Academische vrijheid en diversiteit hebben elkaar nodig, zo concludeerde ook de commissie die Buijs’ klachten onderzocht. Door diversiteit wordt debat mogelijk. Academische vrijheid is sowieso niet voor bange mensen, doceert Keestra.
Is dat zo? De stoelen in de zaal zijn in een Lagerhuis-opstelling geplaatst. Dit suggereert debat, maar in werkelijkheid is het een gesprek. De moderator begint over allerlei regels. We moeten respectvol met elkaar omgaan, niet te lang aan het woord zijn, elkaar de ruimte geven, open staan voor andere standpunten en elkaar niet persoonlijk aanvallen. Het blijkt niet gemakkelijk debatteren met deze regels, want ze maken kritische vragen of stevige meningsverschillen op voorhand onmogelijk.
Veilige omgeving
Een student praat over safe spaces. Er zijn trigger warnings nodig bij gevoelige thema’s. Dat kunnen heel veel onderwerpen zijn. Als studenten eenmaal getriggerd zijn, moet de universiteit nazorg verlenen. Niemand durft te vragen wat deze student precies wil, waar precies de grenzen van mogelijke triggers liggen en waarom de studentenpsychologen – die gewoon bestaan – dit probleem niet kunnen oplossen. Al die vragen zijn impliciet buiten de orde verklaard. Niet respectvol genoeg.
Een student meldt dat er een leeromgeving moet zijn waarin studenten zich veilig voelen om zich te uiten. We horen dat je je pronouns met anderen moet kunnen delen. De buitenstaander zou kunnen denken dat dit geen logisch pleidooi is. Zelfs als je pronouns heel belangrijk vindt, zijn universiteiten als de UvA tegenwoordig onpersoonlijke, anonieme diploma-fabrieken. Als docenten niet in staat zijn de namen van hun studenten uit hun hoofd te kennen, zijn pronouns misschien wat veel gevraagd? Niemand vraagt ernaar.
Dit gesprek is het meest interessant als het gaat over Jordan Peterson, een controversiële hoogleraar met veel fans in rechtse kringen. Hij werd aan de UvA uitgenodigd door een groep studenten en dat leverde een storm aan kritiek op. Moet je dit soort mensen wel uitnodigen? De aanwezigen zitten er duidelijk mee in hun maag: niet-wetenschappelijke tegengeluiden – zoals klimaatontkenners – hoef je geen podium te geven, zo is de terechte consensus, maar Peterson is een wetenschapper. De zaal komt er niet uit.
Het gesprek suggereert dat er nog geen sluitende reden is bedacht waarom een nare man als Peterson geen podium verdient.
Alledaagse voorbeelden
Een spreker praat over rekening houden met anderen en dat je daarom niet alles kunt zeggen. Kritiek moet samengaan met respect. Dat klinkt mooi, maar waar ligt dan de grens? Het zou nuttig zijn dit te exploreren aan de hand van alledaagse cases zoals de relatie tussen respect voor conservatieve religies en LHBT-rechten, de spanning tussen een veilige leeromgeving voor Israëlische studenten en onophoudelijke Palestina-steun en de kloof tussen internationalisering en de nadelen die slecht Engels sprekende studenten daardoor ervaren.
Daar gaat er niet over, want dan wordt het allemaal heel pijnlijk en is het niet meer constructief. Thema’s waarbij harde noten te kraken zijn komen niet aan bod en zo komen we op voorhand geen stap verder. Rector Magnificus Peter-Paul Verbeek sluit de avond desondanks opgewekt af. Dit gesprek heeft echt iets toegevoegd, vindt hij. Verbeek maakt zo op een handige manier gebruik van het overvloedig aanwezige respect: niemand durft hem in zijn gezicht uit te lachen.
Beeld: zaal in Spui25. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.