Populair of niet, Nederland is nog lang niet van de Oranjes af
Drie jaar werk heeft een kloek boek opgeleverd. Kemal Rijken publiceerde deze week: Monarchie: Koningshuizen in Europa vanaf 1940, geschiedenis, uitdagingen en overlevingskansen. Wat is een betere plek om dit boek te presenteren dan Paleis Soestdijk, het voormalige thuis van Koningin Juliana en Prins Bernhard. Zaterdagmiddag zijn we in de Oranjerie. De zaal zit met ruim honderd man goed vol. De NPO zendt de presentatie uit.
Bij het Koninghuis komen altijd dezelfde vragen op: is de monarchie een relikwie uit het verleden, is erfopvolging nog van deze tijd en is een republiek niet beter? Het publiek in de Oranjerie blijkt niet erg Koningsgezind: een derde is voor de monarchie, een kleiner deel voor de Republiek en de rest weet het niet. Dit illustreert meteen hoe over de toekomst van de monarchie wordt gesproken: op basis van populariteitscijfers. Zolang de mensen de Koning leuk vinden, mag hij blijven.
Of niet? De uitgever vertelt dat dit boek nog een tweede les oplevert: je komt sowieso maar slecht van een vorst af. Vooral republikeinen wijzen er graag op dat het aantal mensen dat van de monarchie af wil groeiende is. Maar dan is de vraag hoe. We leven niet meer in de tijd dat de Franse bevolking de monarch naar de guillotine stuurde. Tegenwoordig gaat afschaffing via de parlementaire weg en dat is niet eenvoudig. In Nederland vereist dit een wijziging van de Grondwet.
De Grondwet
Rijken vertelt over zijn interview met Bram Peper, de oud-burgemeester van Rotterdam. De Koningin vertelde Peper ooit dat ze tegen het correctief referendum was. Peper was op dat moment bezig het referendum door het parlement te krijgen: een missie die jammerlijk mislukte. Peper begreep de Koninklijke weerstand tegen het referendum pas jaren later, na het associatieverdrag met Oekraïne en Brexit. Misschien is het toch beter om grote besluiten aan het parlement over te laten.
Deze anekdote vertelt ons alles over de politieke relevantie van de monarchie. De meningen van de Koningin hebben bij het mislukken van het referendum geen enkele rol gespeeld. Het correctief referendum kwam er om formele redenen niet: ook dit voorstel vereiste een Grondwetswijziging. De Eerste en Tweede Kamer moesten twee keer voor stemmen, waarvan de tweede keer met tweederde meerderheid. Ruim voldoende mogelijkheden dus dat zo’n wijziging mislukt.
We kunnen er daarom wel vanuit gaan dat ook de discussie over de republiek een theoretische exercitie blijft. Die tweederde meerderheid voor afschaffing is er nog lang niet en dus blijft Willem-Alexander nog heel lang op de troon. Of de populariteitscijfers nou inzakken of niet.
Beeld: Paleis Soestdijk. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.