Benieuwd hoe serieus Volt-leden de participatie van vrouwen nemen
Bij Volt Nederland vinden ze gelijkheid van mannen en vrouwen zo belangrijk dat ze het zelfs in de statuten hebben gezet: pariteit. Mannen en vrouwen moeten om en om op de kandidatenlijsten staan en als dat niet kan, gaat de hele verkiezingsdeelname niet door. Heel wat gemeenten kunnen erover meepraten: van Groningen tot Den Haag ketste de deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen af. Niet omdat er niet genoeg kandidaten waren, maar omdat er een vrouwentekort was.
Of pariteit echt slim is, is maar de vraag. Volt heeft driekwart mannelijke leden en dus maken vrouwen bij pariteit drie keer zoveel kans op een functie: vrouwen worden overvraagd en mannen moeten heel vaak hun ambities bijstellen. Maar laten we niet zeuren: de leden van Volt hebben dit zelf besloten. Toch kun je je afvragen of dit niet een stom besluit was. Zou de discussie niet moeten gaan over het aantal vrouwen dat daadwerkelijk een functie krijgt?
Een mooi voorbeeld komt uit Maastricht, waar een vrouw in 2022 op de tweede plek van de kandidatenlijst stond. Na de verkiezingen zag ze van haar zetel af en toen had Volt een fractie met twee mannen. In Den Haag had Volt prima een tweekoppige gemeenteraadsfractie van een man en een vrouw kunnen hebben, maar omdat er niet voldoende vrouwen waren die op een onverkiesbare plaats op de kandidatenlijst wilden staan, ging de deelname niet door. Is de participatie van vrouwen daarmee gediend?
Europese verkiezingen
Zo komen we bij de Europese verkiezingen van mei komend jaar. Zaterdag stemt Volt over het lijsttrekkerschap. Er zijn drie kandidaten: Reinier van Lanschot, Anouk Ooms en Juliet Broersen. Van pariteit zal sowieso sprake zijn: op de tweede plek komt iemand van een ander geslacht dan de lijsttrekker. Er is wel een probleem: de kans is ontzettend groot dat Volt maximaal één zetel haalt. Bij de Tweede Kamerverkiezingen haalde Volt twee procent van de stemmen. Dat is niet genoeg om in het Europees Parlement te komen.
Bij de Europese verkiezingen zijn 31 Nederlandse zetels te verdelen en dus heeft Volt ruim drie procent van de stemmen nodig. Laten we aannemen dat de partij de eigen achterban goed weet op te trommelen. Dan haalt Volt die zetel vast wel, maar blijft de kans op twee stuks minimaal. Pariteit – een man en een vrouw – is dus een illusie. De vraag is daarmee aanstaande zaterdag welke wens de leden van Volt hebben ten aanzien van het geslacht van de lijsttrekker.
Er zijn twee landen waar Volt serieus kans maakt op een Europese zetel: Duitsland en Nederland. Bij de Oosterburen is de huidige Europarlementariër – Damian Boeselager – inmiddels benoemd als lijsttrekker. De vertegenwoordiging van Volt Europa in Brussel bestaat dus – hoogstwaarschijnlijk – uit tenminste één man. Als Volt-leden de participatie van vrouwen serieus nemen, kiezen ze in Nederland een vrouw. Dan leidt in de meest waarschijnlijke situatie tot pariteit in het Europese team.
Op vrouwen stemmen
Zaterdag zullen we zien of Volt-leden willen dat hun principes niet alleen op papier worden gezet, maar ook in de praktijk vorm krijgen. Om een vrouwelijke lijsttrekker te krijgen moeten leden hun eigen stemprocedure begrijpen. Als ze dat doen, is de conclusie dat ze de mannelijke kandidaat letterlijk op de laatste – derde – plaats moeten zetten. Lees het huishoudelijk reglement er maar op na:
‘Elk stemgerechtigd lid plaatst de beschikbare kandidaten in de gewenste volgorde van voorkeur. Het is daarbij niet verplicht alle kandidaten te nummeren. Op de eerste plaats zet het lid dus de kandidaat die het lid het liefste in de functie ziet, op de tweede plaats degene die het lid vervolgens het liefste heeft als de kandidaat indien de eerste voorkeur afvalt, enzovoort. Bij het bepalen van de uitslag wordt eerst gekeken naar de eerste voorkeur bij alle geldig uitgebrachte stemmen. Als geen enkele kandidaat meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stemmen heeft behaald, valt de kandidaat met de minste stemmen af. Van de stemmers waarvan de eerste voorkeur wegvalt, wordt vervolgens gekeken wat hun tweede voorkeur is. Die stemmen worden opgeteld bij de betreffende kandidaten in de eerste ronde.’
Ergo: als Volt-leden zeker willen zijn dat een vrouw lijsttrekker wordt, moeten ze alle vrouwen de voorkeur geven boven de man. Als dan na de eerste ronde een van de vrouwelijke kandidaten afvalt, gaan de stemmen op die vrouw over op de kandidaat met de tweede voorkeur. Vrouwen moeten daarom niet alleen op plek één worden gezet, maar ook op plek twee. Als je tenminste een vrouwelijke lijsttrekker wilt. Voordeel voor de man: er staat er sowieso eentje op plek twee.
Als u zegt: al dit gedoe heeft weinig te maken met gelijkheid, dan ben ik dat met u eens, maar Volt begon over pariteit, niet ik.
Beeld: Juliet Broersen, kandidaat-lijsttrekker voor het Europees Parlement. Still van YouTube.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.