De parlementaire pers vindt zichzelf heel onafhankelijk
De regels van de parlementaire journalistiek zijn ondoorgrondelijk en misschien is het juist daarom dat er geen andere beroepsgroep bestaat waarover zoveel boeken verschijnen. Zo wijst perscentrum Nieuwspoort regelmatig rapporteurs aan die reflecteren op het werk aan het Binnenhof. Het heeft ook dit jaar weer een boek opgeleverd. Wantrouwen in de wandelgangen heet het en is geschreven door Coen van de Ven en Jan Tromp. Het boek wordt maandagmiddag gepresenteerd.
Dit jaar doen de rapporteurs een poging de ontwikkeling van de parlementaire journalistiek te laten zien. Van de Ven vertegenwoordigt de nieuwe generatie journalisten, Tromp de oude. De parlementaire pers is erg veranderd en dat zie je zelfs in de gebouwen terug: vroeger was de Tweede Kamer gevestigd aan een hof, nu in een betonnen bunker met doodlopende gangen. Vroeger was er meer samenwerking tussen pers en politiek, tegenwoordig stelt de pers zich onafhankelijker en afstandelijker op.
Dat moet ook wel, want voorlichters worden steeds machtiger. Journalisten krijgen Kamerleden niet meer direct te spreken: je moet altijd langs een voorlichter die vooraf wil praten over de lijn van een interview en die achteraf het verslag wil herschrijven. We kunnen deze trend gemakkelijk illustreren met één zin: bij de VVD staat de belangrijkste spindoctor hoger in de pikorde dan veel Kamerleden. Wilco Boom (NOS) vraagt zich af wat Kamerleden daar nou zelf van denken.
Onafhankelijk?
We horen Sam Hagens (SBS6) vertellen dat toen hij net in Den Haag kwam werken kennelijk een te kritische vraag bij een corona-persconferentie stelde. Het leverde hem een telefoontje van een voorlichter op. Dat had niet zoveel zin, maar SBS6 gaat op andere momenten gewoon door de bocht. Als Rutte bij Vandaag Inside zit, zitten de parlementaire verslaggevers niet in de uitzending. Dat is omdat Rutte dat niet wil. Lamyae Aharouay (NRC) grapt dat je goed kunt zien dat voorlichters aan terrein winnen.
Aharouay werd zelf een tijdlang door Wopke Hoekstra genegeerd, ook als ze vlak voor zijn neus stond. Ze had Hoekstra en zijn voorlichter op een verkiezingsavond ‘op de verkeerde plek’ opgewacht en geprobeerd hem een vraag te stellen. Ontzetting in Nieuwspoort, waar heel wat parlementaire journalisten zijn samengekomen: Hoekstra bedenkt deze regel helemaal zelf. Je kunt je als journalist wel onafhankelijk opstellen, maar dan is nog steeds de vraag of je het wel kunt zijn.
Ook zonder voorlichters blijkt het lastig. We horen Sam Hagens praten over een ruzie die kennelijk achter de schermen heeft plaatsgevonden tussen een redacteur en Pieter Omtzigt, die daar later zijn excuses voor aanbood. Joost Vullings (EenVandaag) zegt dat dat bij meer programma’s is gebeurd. Daar wordt echter niet over geschreven, want kritiek op Omtzigt levert te veel gedoe op sociale media op. Zo komen we wederom op de vraag hoe onafhankelijk parlementair journalisten nou echt opereren.
Er is geen tijd meer voor het antwoord: onafhankelijkheid is nastrevenswaardig, maar tegelijk een vrijwel onhaalbare illusie. Snel naar de borrel.
Beeld: scherm in Nieuwspoort. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.