Verstatelijkte politieke partijen: niemand ziet er een probleem in
Hoe moet een politieke partij eruitzien? Dat vragen we ons dinsdag af in de Oostvaardersplassenzaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hier presenteert het Montesquieu Instituut een bundel over de nieuwe Wet Politieke Partijen (WPP). Dit wetsvoorstel werd eind vorig jaar gepresenteerd door minister Bruins Slot en is toen ‘de consultatie ingegaan’ zoals dat in ambtelijke termen heet. Discussie over het voorstel wordt aangemoedigd en zo zag onder meer deze bundel het levenslicht.
Dit wetsvoorstel krijgt vooral aandacht omdat het een partijverbod mogelijk maakt: als een partij de democratische rechtsstaat ondermijnt of in strijd met de openbare orde handelt kan deze voortaan door de rechter worden verboden. Dit is dan een soort laatste redmiddel. Het ligt voor de hand meteen de partij te benoemen waar het over zou kunnen gaan. Forum voor Democratie staat natuurlijk met stip op één.
Denken aan BBB
Toch levert de WPP ook een heel andere discussie op. Op basis van deze wet krijgen partijen in de gemeente, de provincie en het waterschap straks subsidie. Momenteel is dat alleen weggelegd voor landelijke partijen. Hoe zinvol is deze stortvloed aan subsidies eigenlijk? Opeens moet ik denken aan BBB.
Ruim voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 maakte ik met BBB-partijvoorzitter Erik Stegink een autoritje door de omgeving van Deventer. In Den Haag had nog niemand van Caroline van der Plas gehoord, maar in dit stukje Overijssel was ze al een beroemdheid: overal stonden BBB-spandoeken. Stegink vertelde me dat er geen twijfel kon zijn dat BBB in de Tweede Kamer zou komen.
BBB was en is een geoliede organisatie die precies weet wat er leeft en een heleboel fans heeft die hopen op politieke verandering. Voor het bouwen van deze beweging had Caroline van der Plas helemaal geen subsidie nodig. Het resultaat mag er zijn: deze dinsdag is de nieuwe Eerste Kamer benoemd en daar is BBB voortaan de grootste fractie. Ze hebben daar nog steeds voeling met de achterban. Waarom zou je partijen eigenlijk subsidiëren? Met de WPP worden het er meer.
Waarom subsidie?
De reden om voortaan ook niet-landelijke partijen te subsidiëren is eenvoudig: landelijke partijen hebben door hun subsidie een voorsprong op de rest. In de gemeente hebben afdelingen van landelijke partijen de voordelen van een landelijke subsidierelatie, lokale partijen niet. Door alle partijen te subsidiëren ontstaat een gelijk speelveld, legt een van de ambtenaren me uit. Dit klinkt zo logisch dat je je afvraagt waarom dit niet allang geregeld was.
Zomaar een gedachte: je kunt ook een gelijk speelveld creëren door geen enkele partij subsidie te geven en te vertrouwen op maatschappelijke worteling. Zo kom je bij BBB: een partij die op uitgesproken wijze burgers en boeren vertegenwoordigd en hun wensen een stem geeft. Dat is weer eens iets anders dan de middenpartijen die eerder het omgekeerde doen: aan burgers vertellen welke politieke maatregelen de overheid onoverkomelijk vindt, van klimaat tot stikstof en migratie.
Het probleem met subsidie wordt deze dinsdagmiddag vakkundig verzwegen: dat partijen verstatelijken, de afstand van partijen tot de overheid kleiner wordt en die tot de burger groter. Opeens denk je: er zijn best wat lokale partijen in Nederland die nooit subsidie nodig hadden om groot te worden. De bekendste zijn Leefbaar Rotterdam, de Lijst Smolders in Tilburg en Hart voor Den Haag van Richard de Mos. Zou het niet logischer zijn te bestuderen hoe deze partijen functioneren?
Maar ja, Richard de Mos. Hij nam donaties aan van ondernemers en kreeg zo een corruptiezaak aan zijn broek. Hij werd vrijgesproken. Zijn zaak maakt dat donaties meer dan ooit in een kwaad daglicht zijn komen te staan. Subsidie wordt simpelweg beter gevonden.
Eisen stellen
De WPP stelt voortaan als eis dat partijen transparant zijn over hun donateurs. Dat klinkt terecht en logisch, maar als de transparantie daardoor toeneemt, kan dat ook samengaan met het afbouwen van subsidie, omdat we voortaan precies kunnen zien wie welke partijen heeft gefinancierd. Bij het ministerie komt deze gedachte bij niemand op.
Nederland kent bij partijen een traditie van non-interventie, horen we de belangrijkste expert van politieke partijen – Gerrit Voerman – vertellen. Er worden dus weinig eisen gesteld. Die terughoudendheid is in de WPP terug te zien. Partijen geven immers richting aan de overheid, niet andersom. Gedetailleerde regels zijn uit den boze. Er komen alleen een register voor politieke advertenties en verplichte transparantie voor donateurs, plus wat eisen aan de organisatie.
Dat is dan weer vreemd. Evidente problemen die partijen momenteel hebben, zoals de neiging leden geen invloed te geven maar hen slechts te zien als donateurs zonder invloed, of gebrekkige transparantie over de interne besluitvorming, worden met de WPP niet aangepakt. Er is geen relatie tussen dit soort praktijken en het krijgen van subsidie. Zo blijft de situatie dat partijleiders hun eigen gesubsidieerde Koninkrijkjes kunnen bestieren, zonder bemoeienis van lastige leden of de media. Ook hier is FvD een treffend voorbeeld.
Waarom financieren we zoiets eigenlijk? Bij de discussie over de WPP is het hele debat over nut en noodzaak van subsidies simpelweg overgeslagen.
Een toezichthouder
Er komt met de WPP een toezichthouder die gaat toetsen of partijen de nieuwe wet naleven. Deze kijkt naar de transparantie van donaties en het verplichte advertentieregister. Klinkt niet zo gek, maar dinsdagmiddag zijn er in de zaal vrijwel meteen twijfels of de toezichthouder wel voldoende tijd en middelen zal hebben en of het niet logischer is het toezicht op een laag pitje te zetten. Twijfels over wie deze toezichthouder gaat benoemen doet de rest: veel tanden zal deze niet krijgen.
Zou zo’n nieuwe wet nou het verschil maken? Als niet-landelijke partijen straks subsidie krijgen gaat het per partij meestal om een paar duizend euro. Richard de Mos haalt een stuk meer op.
Beeld: ambtelijke torens te Den Haag. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.