Volt in Boekarest (1): Komt er eindelijk een Europese partij in het Europees Parlement?

Dit is een van de verste bestemmingen binnen Europa, legt de stewardess van KLM me uit. Vluchten naar Lissabon, Athene en Istanbul zijn ongeveer even lang. Ik ben onderweg naar Boekarest, de hoofdstad van Roemenië, waar Volt Europa dit weekend zijn halfjaarlijkse conferentie houdt. Volt Europa verdient altijd wat uitleg: dit is de moederpartij van Volt Nederland, die actief is in de Tweede Kamer, tien gemeenteraden, acht provincies en binnenkort ook de Eerste Kamer.
Mei volgend jaar zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement en dan wil Volt Europa in zoveel mogelijk landen meedoen. Als de dochterpartijen van Volt Europa in totaal minstens 23 zetels halen en als deze afkomstig zijn uit ten minste zeven landen, kan de partij een eigen fractie vormen. Dat is een droom van sommige EU-gezinde kiezers: er is dan in Brussel voor het eerst een echte Europese partij actief. Dit idee van een partij met een gemeenschappelijk Europees programma is al langer de marketingboodschap van Volt, ook in Nederland.
Hoe realistisch is dat idee? Volt Europa praat dit weekend in Boekarest over de strategie van komend jaar en dus is dit een uitgelezen mogelijkheid om hierachter te komen. In 2019 had de partij dit plan ook al, maar toen mislukte het: Volt Europa haalde alleen in Duitsland een zetel. Damian Boeselager voegde zich vervolgens bij de fractie van de Groenen. Daar zit onder meer GroenLinks in. In Nederland deed Volt het overigens best aardig: lijsttrekker Reinier van Lanschot haalde genoeg stemmen voor een halve zetel.
Een Europese partij
Volt Nederland is feitelijk een afdeling van Volt Europa en inmiddels de meest succesvolle. Het is nauwelijks voorstelbaar dat de Nederlandse dochter in 2024 geen zetel in het Europees Parlement in de wacht sleept. Of meerdere natuurlijk. Maar daarmee heeft Volt Europa er nog geen 23. Hoe zit dat elders? We lopen hier al meteen tegen een probleem aan: er bestaan geen volwaardige EU-brede media. Het is moeilijk om vanuit Nederland een beeld te krijgen van wat Volt in de andere 26 lidstaten voorstelt.
Met dit doel ging ik anderhalf jaar geleden naar Lissabon. Daar congresseerde Volt Europa aan de oevers van de Taag, toen al druk doende de Europese partij uit te bouwen. Het was de tijd dat er nog geen conflict was met Nilüfer Gündogan, de Nederlandse overwinning nog vers in het geheugen lag en de aanwezigen voor een groot deel enthousiaste Nederlanders waren. De belangrijkste vraag die opkwam was waarom een conferentie met zoveel Nederlanders niet gewoon in Amsterdam was.
De ledenaantallen van Volt gaven destijds hetzelfde beeld. Dit zijn allemaal dubbelleden: van hun nationale afdeling en van de Europese moederpartij. Volt Nederland had er toen al ruim tienduizend en was daarmee verreweg de grootste afdeling van Volt Europa, die voor de helft uit Nederlanders bestond. De Duitse afdeling was de tweede en de Italiaanse de derde, maar de rest stelde bar weinig voor. In veel landen bestond Volt destijds uit een handjevol mensen.
Volt in Roemenië
Mooie vraag: hoe groot is Volt in Roemenië? Als we de website van Volt erop naslaan zien we dat hier geen Volt’ers zijn verkozen. Dat is in nog eens twintig EU-landen het geval. Toch zou je kunnen verwachten dat Volt Roemenië inmiddels wel iets voorstelt: er zouden ruim honderd leden zijn, er zijn twee voorzitters en de afdeling heeft genoeg vrijwilligers om deze conferentie te organiseren, middenin het centrum van Boekarest. Je vraagt je af waar Volt het budget vandaan haalt.
De vergelijking met Lissabon is interessant. Daar waren destijds ten tijde van het congres lokale verkiezingen. De vrijwilligers van Volt hadden het centrum van de stad vol posters gehangen. Overal kwam je de beeltenis van de lokale lijsttrekker tegen, die het congres tevens opende. In Boekarest dezer dagen niets van dit alles. Nergens posters en ik ben nog niemand tegengekomen die wist wat Volt is. Wat zegt dit? Waarschijnlijk dat er geen verkiezingen zijn én dat Volt nog veel werk te doen heeft.
Boekarest is letterlijk ver weg: geen onderdeel van de euro en ook geen onderdeel van Schengen, dat laatste mede omdat Nederland dat niet wil. De eerste indruk is een mediterraan land – vrijdag was het ruim 25 graden – maar wel een afgeragde versie. Hier staan eindeloze rijen troosteloze flats uit de tijd van het Warschaupact, naast een paar monumenten en wat moderne bouwsels. Goed opletten voor de gaten in de weg en de vele auto’s, want die worden hier niet zoals bij ons uit het straatbeeld verdreven.
Cultureel lijkt de afstand eveneens enorm. Het lijkt er niet op dat men hier veel Engels spreekt. Progressieve waarden zoals Volt ze nastreeft lijken nog verder weg. De beste illustratie is homo-app Grindr, die in Boekarest de ene na de andere pushmelding oplevert van mannen rond de twintig die graag langskomen om een zakcentje bij te verdienen. Wel in het geniep, want op toeristen na kom je er geen gezichtsfoto’s tegen. Zou Volt op deze arme, conservatieve plek tot bloei kunnen komen? Mwa.
Andere landen
Terug naar de vraag hoe Europees Volt echt is. Een korte analyse van de verkozenen geeft een heel duidelijk beeld. Nederland is de kampioen met politici op alle bestuursniveau’s met uitzondering van het Europees Parlement. In Duitsland mag Volt ook tevreden zijn: er komen nog steeds gemeenteraden met Volt-fracties bij. De partij bestuurt in een aantal grote steden zelfs mee. Opvallend blijft dat dit allemaal in het voormalige West-Duitsland is en dat het vaak om studentensteden gaat.
In andere landen – zoals Roemenië – is het beeld dat Volt hooguit een beginnende start-up is. Het meest succesvol lijkt Italië, waar Volt in veertien gemeenteraden zit, waaronder Rome en Genua. Toch is er reden ook hier kritisch te zijn: in twee gemeenten is Volt inmiddels uit de gemeenteraad verdwenen, waaronder Matera, waar men anderhalf jaar geleden nog vier fractieleden had. Daarnaast is Italië natuurlijk een immens land en is een partij met een tiental lokale zetels een dwerg.
Toch is Volt Italië een succesnummer. In Bulgarije had Volt drie raadsleden maar die staan niet meer op de website. Via een electorale alliantie kwam Volt wel in het parlement, maar van de twee parlementariërs is er nog maar eentje over. Waarom is onduidelijk. In het Zweedse Ljusnarsberg stapte een liberale fractie over naar Volt, maar werd niet herkozen. In de Portugese studentenstad Coimbra heeft Volt nog een gemeenteraadslid, maar in Lissabon had de partij destijds weer geen succes.
Een studentenclub?
Zo komen we op de vraag wat Volt Europa nu precies is. In Lissabon leek de partij nog het meest op een studentenclub. Vrijwel iedereen was jong. Wat dat betreft had het ook een congres van de Europese studentenvereniging AEGEE kunnen zijn. Deze observatie past bij het feit dat Volt in Duitsland vooral in studentensteden aanslaat en dat ook de lokale fracties in Nederland in steden zitten met hogescholen en universiteiten.
In Nederland waait echter ook een andere wind: kijk naar de nieuwgekozen leden van de Provinciale Staten en dan lijkt Volt helemaal geen studentenclub meer, maar eerder een brede partij voor alle leeftijden. Zo zijn we terug bij het begin: wat is Volt Europa voor partij en hoe serieus is de ambitie om in 2024 het Europees Parlement te bestormen? Vordert de uitbouw of is Volt Europa tegen beter weten in actief? Voor 2029 misschien? En in hoeverre lijkt het Volt dat we in Nederland kennen op dat in Europa?
We gaan het de komende twee dagen in Boekarest zien.
Dit is het eerste deel van een vierluik over de conferentie van Volt Europa in Boekarest. De hele serie vind je hier. Beeld: Gara de Nord, Boekarest. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.